Gelet op de wet van 15 april 1994 betreffende de bescherming van de bevolking en van het leefmilieu tegen de uit ioniserende stralingen voortspruitende gevaren en betreffende het Federaal Agentschap voor Nucleaire Controle;

Gelet op de wet van 20 juli 1990 ter bevordering van de evenwichtige aanwezigheid van mannen en vrouwen in organen met adviserende bevoegdheid, inzonderheid op artikel 2bis, § 1;

Gelet op het koninklijk besluit van 18 december 2002 tot regeling van de samenstelling en bevoegdheden van de Wetenschappelijke Raad voor Ioniserende Stralingen opgericht bij het Federaal Agentschap voor Nucleaire Controle, inzonderheid op artikel 5, § 1;

Gelet op de eerste oproep naar kandidaten, verschenen in het Belgisch Staatsblad van 24 januari 2003;

Gelet op de tweede oproep naar kandidaten, verschenen in het Belgisch Staatsblad van 20 maart 2003;

Gelet op de adviezen van de Raad van Bestuur van het Federaal Agentschap voor Nucleaire Controle van 20 februari 2003 en 5 mei 2003;

Overwegende dat de speciale commissie, ingesteld door artikel 6 van het koninklijk besluit van 28 februari 1963 houdende algemeen reglement op de bescherming van de bevolking en van de werknemers tegen het gevaar van de ioniserende stralingen, ingevolge artikel 81.2 van het koninklijk besluit van 20 juli 2001 houdende algemeen reglement op de bescherming van de bevolking, van de werknemers en het leefmilieu tegen het gevaar van de ioniserende stralingen, werd belast met de opdrachten van de wetenschappelijke raad, in afwachting dat de leden van deze raad worden benoemd;

Overwegende dat het Federaal Agentschap voor Nucleaire Controle operationeel is sinds 1 september 2001 en dat dringend moet worden overgegaan tot de samenstelling van de Wetenschappelijke Raad voor Ioniserende Stralingen;

Overwegende dat de Wetenschappelijke Raad moet bestaan uit een gelijk aantal Nederlandstalige en Franstalige leden met beslissende stem;

Overwegende dat de Raad van Bestuur van het Federaal Agentschap voor Nucleaire Controle adviseert rekening te houden met een evenwicht tussen de verschillende universiteiten, tussen de academische en de niet-academische wereld;

Overwegende dat de Raad van Bestuur van het Federaal Agentschap voor Nucleaire Controle adviseert een zekere continuïteit te garanderen met de Speciale Commissie voor Ioniserende Straling die als de voorganger kan beschouwd worden van de Wetenschappelijke Raad voor Ioniserende Stralingen;

Overwegende dat het aangewezen is, met het oog op de onafhankelijkheid in de besluitvorming van de Wetenschappelijke Raad voor Ioniserende Stralingen, dat haar leden niet door een arbeidsovereenkomst verbonden zijn met enige erkende instelling in de zin van de wetgeving inzake ioniserende stralingen, noch met het Federaal Agentschap voor Nucleaire Controle;

Overwegende dat het aangewezen is de Wetenschappelijke Raad derwijze samen te stellen dat er een evenwicht is tussen theoretisch kennen en praktische ervaring;

Overwegende dat het bovendien aangewezen is dat de leden van de Wetenschappelijke Raad multidisciplinair onderlegd zijn zodat vanuit meerdere invalshoeken een inbreng bij het behandelen van de voorgelegde dossiers mogelijk is;

Overwegende dat al de door de Raad van Bestuur voorgestelde kandidaat-leden een bijzondere kennis hebben inzake kernwetenschappen of een ervaring hebben inzake veiligheid en beschikken over 1 van de bekwaamheden vernoemd in artikel 4 van het koninklijk besluit van 18 december 2002 tot regeling van de samenstelling en de bevoegdheden van de Wetenschappelijke Raad voor Ioniserende Stralingen;

Overwegende dat er bij de door de Raad van Bestuur van het Federaal Agentschap voor Nucleaire Controle voorgestelde kandidaat-leden in de volgende domeinen minstens 1 lid expert is: nucleaire geneeskunde, kernfysica, kernscheikunde, technologie en veiligheid van kerninstallaties, radiobiologie en stralingsbescherming;

Overwegende dat de heren Baetslé, Eggermont, Paul Govaerts, Pierre Govaerts, Verreecken en Debauche deel uitmaakten van de Speciale Commissie inzake ioniserende Straling en aldus voor de continuïteit kunnen zorgen;

Overwegende dat Mevr. Neyens, de heer Noel, Mevrn. Bosmans en Lecomte-Beckers, de heer Vereecken, Mevr. Moroncini , en de heer Vansant een ervaring hebben opgebouwd in de academische wereld;

Overwegende dat de heren Bonet, Eggermont, Paul Govaerts, Pierre Govaerts, Franchois, Mevr. Tondreau-Versailles en de heer Goldman een ervaring hebben opgebouwd in de bedrijfswereld;

Overwegende dat ook de heren Eggermont en Pierre Govaerts zich naast hun ervaring in de bedrijfswereld kunnen beroepen op ervaring in de academische wereld;

Overwegende dat de heren Bonet, Debauche, Vansant en Baetslé, Paul Govaerts, Eggermont, Franchois en Mevr. Bosmans in meerdere vakgebieden onderlegd zijn;

Overwegende dat de heren Noel, Goldman en Mevr. Tondreau-Versailles een bijzondere ervaring hebben in respectievelijk radiobiologie, nucleaire geneeskunde en ergonomie,

(...)

Vu la loi du 15 avril 1994 relative à la protection de la population et de l'environnement contre les dangers résultant des rayonnements ionisants et relative à l'Agence fédérale de Contrôle nucléaire;

Vu la loi du 20 juillet 1990 visant à promouvoir la participation équilibrée des hommes et des femmes dans les organes possédant une compétence d'avis, notamment l'article 2bis, § 1;

Vu l'arrêté royal du 18 décembre 2002 déterminant la composition et les compétences du Conseil scientifique des Rayonnements ionisants établi auprès de l'Agence fédérale de Contrôle nucléaire, notamment l'article 5, § 1;

Vu le premier appel aux candidats, publié dans le Moniteur belge du 24 janvier 2003;

Vu le deuxième appel aux candidats, publié dans le Moniteur belge du 20 mars 2003;

Vu les avis du Conseil d'Administration de l'Agence fédérale de Contrôle nucléaire des 20 février 2003 et 5 mai 2003;

Considérant que la commission spéciale, instituée par l'article 6 de l'arrêté royal du 28 février 1963 portant règlement général de la protection de la population et des travailleurs contre le danger des radiations ionisantes, est, en vertu de l'article 81.2. de l'arrêté royal portant règlement général de la protection de la population, des travailleurs et de l'environnements contre le danger des rayonnements ionisants, chargée des missions du conseil scientifique, en attendant que les membres de ce conseil soient nommés;

Considérant que l'Agence fédérale de contrôle nucléaire est opérationnelle depuis le 1^er septembre 2001 et qu'il y a lieu d'instaurer d'urgence le Conseil scientifique des Rayonnements ionisants;

Considérant que le Conseil scientifique doit être composé d'un nombre égal de membres néerlandophones et francophones avec voix délibérative;

Considérant que le Conseil d'Administration de l'Agence fédérale de Contrôle nucléaire conseille de tenir compte d'un équilibre entre les différentes universités, entre le monde académique et non académique;

Considérant que le Conseil d'Administration de l'Agence fédérale de Contrôle nucléaire conseille d'assurer une certaine continuité avec la Commission spéciale des Rayonnements ionisants qui peut être considérée comme le prédécesseur du Conseil scientifique des rayonnements ionisants;

Considérant qu'il est conseillé, en vue de garantir l'indépendance du processus décisionnel du Conseil scientifique des Rayonnements ionisants, que ses membres ne soient pas liés par un contrat de travail à un organisme agréé, au sens de la législation relative aux rayonnements ionisants, ou à l'Agence fédérale de Contrôle nucléaire;

Considérant qu'il est conseillé de respecter un équilibre entre la connaissance théorique et l'expérience pratique dans la composition du Conseil scientifique;

Considérant qu'il est, en outre, conseillé que les membres du Conseil scientifique soient spécialisés dans plusieurs disciplines pour que les dossiers soumis puissent être traités sous plusieurs angles;

Considérant que tous les candidats-membres proposés par le Conseil d'Administration possèdent une connaissance particulière en sciences nucléaires ou une expérience dans le domaine de la sûreté et disposent d'une des compétences visées à l'article 4 de l'arrêté royal du 18 décembre 2002 déterminant la composition et les compétences du Conseil scientifique des Rayonnements ionisants;

Considérant que parmi tous les candidats-membres proposés par le Conseil d'Administration figure au moins un expert pour chacun des domaines suivants: médecine nucléaire, physique nucléaire, chimie nucléaire, technologie et sûreté des installations nucléaires, radiobiologie, protection radiologique;

Considérant que MM. Baetslé, Eggermont, Paul Govaerts, Pierre Govaerts, Verreecken et Debauche faisaient partie de la Commission spéciale des Rayonnements ionisants et assurent ainsi la continuité;

Considérant que Mme Neyens, M. Noel, Mmes Bosmans et Lecomte-Beckers, M. Vereecken, Mme Moroncini et M. Vansant ont acquis une expérience au sein du monde académique;

Considérant que MM. Bonet, Eggermont, Paul Govaerts, Pierre Govaerts, Franchois, Mme Tondreau-Versailles et M. Goldman ont acquis une expérience au sein du monde des entreprises;

Considérant que MM. Eggermont et Pierre Govaerts, outre leur expérience dans le monde des entreprises, peuvent également faire valoir une expérience au sein du monde académique;

Considérant que MM. Bonet, Debauche, Vansant, Baetslé, Paul Govaerts, Eggermont, Franchois en Mme Bosmans sont spécialisés dans plusieurs domaines spécifiques;

Considérant que MM. Noel, Goldman et Mme Tondreau-Versailles disposent d'une expérience particulière respectivement en radiobiologie, en médecine nucléaire et en ergonomie,

(...)