15/04/94 FANC-wet
Wet van 15 april 1994 betreffende de bescherming van de bevolking en van het leefmilieu tegen de uit ioniserende stralingen voortspruitende gevaren en betreffende het Federaal Agentschap voor Nucleaire Controle
15/04/94 Loi AFCN
Loi du 15 avril 1994 relative à la protection de la population et de l'environnement contre les dangers résultant des rayonnements ionisants et relative à l'Agence fédérale de Contrôle nucléaire
Artikel 10septies

§ 1

De in artikel 9 bedoelde personeelsleden kunnen alle passende maatregelen, organisatorische maatregelen inbegrepen, treffen of opleggen die zij noodzakelijk achten voor de gezondheid en veiligheid van de werknemers en de bevolking en voor de bescherming van het leefmilieu op het vlak van de ioniserende stralingen, en dit zowel om gevaren te voorkomen als om de gebreken of vormen van hinder die zij vaststellen en als een gevaar beschouwen, te bestrijden of weg te werken.

§ 2

De veiligheidsmaatregelen worden schriftelijk opgelegd. De beslissing tot oplegging van een veiligheidsmaatregel wordt ter kennis gebracht van de verantwoordelijke persoon bij aangetekende brief met ontvangstbewijs of bij afgifte tegen ontvangstbewijs.
De beslissing vermeldt minstens:
een omschrijving van het gevaar voor de gezondheid en de veiligheid van de werknemers, de bevolking en het leefmilieu;
een omschrijving van de veiligheidsmaatregel en de eventuele uitvoeringstermijn;
de mogelijkheid om beroep in te stellen tegen de beslissing tot oplegging van de veiligheidsmaatregel bij de minister onder wie het Agentschap ressorteert en de geldende vormen en termijn.
Als een onmiddellijk optreden is vereist, kan een veiligheidsmaatregel ook mondeling worden opgelegd aan de verantwoordelijke persoon. Indien de verantwoordelijke persoon niet aanwezig is, wordt ter plaatse op een zichtbare plaats een schriftelijk bericht achtergelaten. De mondeling opgelegde veiligheidsmaatregel dient schriftelijk te worden bevestigd binnen vijf dagen.

§ 3

In geval de verantwoordelijke persoon geen uitvoering geeft of kan geven aan de opgelegde veiligheidsmaatregelen, kunnen de in artikel 9 bedoelde personeelsleden, op kosten van de verantwoordelijke persoon, bevelen de radioactieve stoffen die het voorwerp ervan uitmaken af te voeren en te behandelen als radioactief afval.
De Koning stelt bij een besluit vastgesteld na overleg in de Ministerraad de nadere regels vast volgens dewelke de kosten die voortvloeien uit de uitvoering van de in het eerste lid bedoelde beslissing zijn gedekt.

§ 4

De veiligheidsmaatregelen kunnen, ambtshalve of op verzoek van de betrokkene, worden opgeheven als het gevaar in kwestie is vermeden, bestreden of weggewerkt.
De betrokkene aan wie een veiligheidsmaatregel is opgelegd, kan de opheffing van die maatregel vragen aan de nucleaire inspecteur die de maatregel heeft opgelegd.
Het in artikel 9 bedoelde personeelslid dat de maatregel heeft opgelegd, beslist binnen een termijn van vijftien dagen volgend op de kennisgeving van het verzoek ingediend bij aangetekende brief met ontvangstbewijs of bij afgifte tegen ontvangstbewijs.
De beslissing wordt ter kennis gebracht van de betrokkene binnen een termijn van tien dagen die ingaat de dag na de dag waarop de beslissing werd genomen.
Article 10septies

§ 1er

Les membres du personnel visés à l'article 9 peuvent prendre ou imposer toutes les mesures adéquates, y compris d'ordre organisationnel, qu'ils estiment nécessaires pour la santé et la sécurité des travailleurs et de la population et pour la protection de l'environnement au niveau des radiations ionisantes, tant en vue de prévenir les dangers, qu'en vue de combattre ou d'éliminer les défectuosités ou les nuisances qu'ils constatent et qu'ils considèrent comme un danger.

§ 2

Les mesures de sécurité sont imposées par écrit. La décision imposant une mesure de sécurité est notifié à la personne responsable soit par lettre recommandée avec accusé de réception, soit par remise contre récépissé.
La décision mentionne au moins:
une description du danger pour la santé et la sécurité des travailleurs, de la population et de l'environnement;
une description de la mesure de sécurité et de l'éventuel délai de mise en œuvre;
la possibilité d'introduire auprès du ministre dont relève l'Agence un recours contre la décision imposant une mesure de sécurité, ainsi que les formes et le délai à respecter.
Lorsqu'une intervention immédiate est requise, une mesure de sécurité peut également être imposée oralement à la personne responsable. Si la personne responsable n'est pas présente, un avis écrit est apposé sur place à un endroit visible. La mesure de sécurité imposée oralement doit être confirmée par écrit dans les cinq jours

§ 3

Si la personne responsable ne met pas ou ne peut pas mettre en œuvre les mesures de sécurité imposées, les membres du personnel visés à l'article 9 peuvent ordonner, aux frais de la personne responsable, l'évacuation des substances radioactives qui en font l'objet, ainsi que leur gestion en tant que déchets radioactifs.
Le Roi fixe par arrêté délibéré en Conseil des Ministres les modalités suivant lesquelles les frais résultant de l'exécution de la décision visée dans l'alinéa 1er sont couverts.

§ 4

Les mesures de sécurité peuvent être levées d'office ou à la demande de l'intéressé si le danger en question a été évité, combattu ou éliminé.
L'intéressé à qui une mesure de sécurité a été imposée peut demander la levée de cette mesure à l'inspecteur nucléaire qui a imposé la mesure.
Le membre du personnel visé à l'article 9 qui a imposé la mesure statue dans un délai de quinze jours suivant la notification de la demande introduite soit par lettre recommandée avec accusé de réception, soit par remise contre récépissé.
La décision est communiquée à l'intéressé dans un délai de dix jours prenant cours le jour suivant l'adoption de la décision.