5.1 Doel
[De principes van het leiderschap en het beheer voor de nucleaire veiligheid worden ontwikkeld, geïmplementeerd en geïntegreerd in de organisatie van de exploitant om zo een sterke veiligheidscultuur te ontwikkelen en de nucleaire veiligheidsprestaties te verbeteren.
Het leiderschap voor de nucleaire veiligheid is daadwerkelijk aanwezig op alle niveaus van de organisatie.
Het leidinggevend personeel ontwikkelt zijn leiderschap voor de nucleaire veiligheid.]
Er moet een geïntegreerd managementsysteem, dat de vereiste prioriteit geeft aan de nucleaire veiligheid, worden opgesteld, geïmplementeerd, geëvalueerd en voortdurend verbeterd. Het geïntegreerd managementsysteem omvat het geheel van bepalingen met betrekking tot de organisatie, de verantwoordelijkheden, de middelen, de processen en de kwaliteitsborging. Het belangrijkste doel van het geïntegreerde managementsysteem moet erin bestaan de nucleaire veiligheid te garanderen en te verbeteren door er zich van te verzekeren dat ze niet los wordt gezien van de activiteiten en andere eisen aan de exploitant, onder meer met betrekking tot het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk [en met betrekking tot de fysieke beveiliging], om te vermijden dat deze een mogelijk negatieve impact hebben op de nucleaire veiligheid.
[Met de menselijke en organisatorische factoren die een invloed hebben op de nucleaire veiligheid wordt rekening gehouden in het managementsysteem in het kader van een geïntegreerde aanpak.]
Dit managementsysteem heeft betrekking op alle activiteiten en processen die een invloed kunnen hebben op de nucleaire veiligheid van de inrichting, met inbegrip van [de fysieke beveiliging en] de activiteiten die door de onderaannemers of leveranciers worden uitgevoerd.
5.2 Algemene bepalingen
De uitvoering van de eisen van een managementsysteem moet gebeuren via een trapsgewijze aanpak, waarbij de gepaste middelen worden ingezet, rekening houdend met:
- –
- het belang en de complexiteit van alle activiteiten en de [resultaten] ervan;
- –
- de risico's en de grootte van de mogelijke impact verbonden met alle activiteiten en de resultaten ervan;
- –
- de mogelijke gevolgen van een niet correct uitgevoerde activiteit of van [het niet bereiken van het doel ervan].
De documentatie van het managementsysteem moet met name het volgende omvatten:
- –
- de beleidsverklaringen van de exploitant;
- –
- een beschrijving van het managementsysteem;
- –
- een beschrijving van de organisatiestructuur van de exploitant;
- –
- een beschrijving van de functionele verantwoordelijkheden, de hiërarchische niveaus en de onderlinge interacties tussen diegenen die de taken beheren, uitvoeren en evalueren;
- –
- een beschrijving van de interacties met de relevante externe instellingen;
- –
- een identificatie van de interacties met de andere eisen voor de exploitant, onder meer met betrekking tot [de fysieke beveiliging en] het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk;
- –
- een beschrijving van de processen en de ermee verbonden informatie waarbij wordt uitgelegd op welke manier de taken worden voorbereid, herzien, uitgevoerd, geregistreerd, geëvalueerd en verbeterd.
De documentatie van het managementsysteem moet begrijpelijk zijn voor zij die er gebruik van maken. De documenten moeten up-to-date, leesbaar, snel identificeerbaar en beschikbaar zijn op de plaatsen waar ze worden gebruikt.
5.3 [Engagement van de exploitant]
De exploitant moet op geïntegreerde wijze de strategieën, plannen en doelstellingen van de organisatie ontwikkelen, zodanig dat hun collectieve impact op de nucleaire veiligheid begrepen en beheerd wordt.
De exploitant dient er zich van te vergewissen dat het in zijn managementsysteem duidelijk is wanneer, hoe en door wie de operationele beslissingen met een impact op de nucleaire veiligheid worden genomen.
De exploitant dient er zich van te vergewissen dat het leidinggevend personeel op alle niveaus zijn engagement toont voor de opstelling, implementatie, evaluatie en continue verbetering van het managementsysteem en dient de nodige middelen te voorzien voor de verwezenlijking van deze activiteiten.
[De personeelsleden van de exploitant moeten worden opgeleid in de relevante aspecten van het managementsysteem om de implementatie ervan te waarborgen en hun deelname aan de continue verbetering ervan aan te moedigen.]
5.4 Middelen
De exploitant bepaalt en voorziet de nodige middelen voor het uitoefenen van zijn activiteiten en voor het opzetten, de implementatie, de evaluatie en de continue verbetering van het managementsysteem. Deze middelen omvatten de onontbeerlijke financiële, materiële en personeelsmiddelen, de infrastructuur, de werkomgeving, evenals de nodige informatie en kennis, en de leveranciers.
5.5 Implementatie van de processen
De processen die nodig zijn om de doelstellingen te bereiken, de middelen te verschaffen om aan alle vereisten te voldoen en de producten van de exploitant te leveren, moeten geïdentificeerd worden. Hun ontwikkeling moet gepland, uitgevoerd, geëvalueerd en continu verbeterd worden. De opeenvolgende processen en de interacties ertussen moeten bepaald worden.
[Het managementsysteem omvat een proces om conflicten tussen nucleaire veiligheid en fysieke beveiliging op te sporen en op te lossen.]
De methodes die nodig zijn om de doeltreffendheid van de uitvoering en het onder controle houden van de processen te garanderen, worden gedefinieerd en geïmplementeerd.
De documenten die verband houden met de processen moeten gecontroleerd worden. De aan deze documenten aangebrachte wijzigingen moeten nagezien en geregistreerd worden; ze zijn aan hetzelfde goedkeuringsniveau onderworpen als de originele documenten zelf. Men dient er zich van te vergewissen dat de gebruikers van de documenten op de hoogte zijn van het bestaan ervan en dat ze de gepaste documenten en de correcte versies gebruiken.
De documenten voor het archief moeten geïdentificeerd worden in het managementsysteem en moeten gecontroleerd worden. Die documenten moet begrijpelijk, volledig, identificeerbaar en gemakkelijk op te halen zijn gedurende hun voorziene bewaartijd.
Het onder controle houden van processen of taken binnen een proces, die aan externe organisaties worden uitbesteed, moet geïdentificeerd worden in het managementsysteem. Deze uitbestede processen of taken blijven onder de verantwoordelijkheid van de exploitant.
De leveranciers van producten of diensten die een impact kunnen hebben op de nucleaire veiligheid moeten geselecteerd worden volgens gespecificeerde criteria en hun performantie moet geëvalueerd worden.
De vereisten inzake aankopen en bevoorrading van producten die een impact kunnen hebben op de nucleaire veiligheid moeten gespecificeerd en uitgeschreven worden in documenten. Het bewijs dat de producten aan deze vereisten voldoen, moet vóór hun gebruik beschikbaar zijn.
Er moet worden bevestigd dat de activiteiten en de producten ervan die een impact op de nucleaire veiligheid kunnen hebben, aan hun specificaties beantwoorden om zo te kunnen garanderen dat deze producten tijdens hun werking voldoening geven. Deze bevestiging die verificatie-, test- en validatieactiviteiten omvat moet plaatshebben voor de implementering of effectieve ingebruikname van de producten.
[De exploitant ziet erop toe dat er binnen zijn organisatie voldoende kennis is en inzicht in de producten en diensten van de onderaannemers die een impact op de nucleaire veiligheid kunnen hebben.]
5.6 Meting, evaluatie en verbetering
Om de bruikbaarheid van de processen voor het verkrijgen van de verwachte resultaten te bevestigen en de kansen voor verbetering te identificeren:
- –
- moet de doeltreffendheid van het managementsysteem gecontroleerd en gemeten worden;
- –
- moet de organisatie erover waken dat de verantwoordelijken de zelfevaluatie uitvoeren van het werk waarvoor ze verantwoordelijk zijn;
- –
- moeten er regelmatig onafhankelijke evaluaties worden uitgevoerd in naam van de exploitant.
De exploitant is verplicht om de resultaten van de evaluaties te analyseren en de vereiste maatregelen te treffen. Hij moet zijn beslissingen, alsook de redenen van zijn acties, archiveren en ze binnen het bedrijf communiceren.
Het geïntegreerde managementsysteem moet regelmatig worden geëvalueerd teneinde zich te vergewissen van de doeltreffendheid ervan.
De oorzaken van de non-conformiteiten moeten worden opgezocht en er moeten corrigerende acties worden getroffen om te voorkomen dat ze zich opnieuw voordoen.
De verbeteringsplannen moeten plannen omvatten die beogen de gepaste middelen ter beschikking te stellen. Op de verbeteringsacties moet worden toegezien tot ze voltooid zijn en de doeltreffendheid van de aangebrachte verbeteringen moet worden geverifieerd.
[5.7 Veiligheidscultuur
Op alle niveaus moet de organisatie continu [de nucleaire veiligheidscultuur, alsook de] houdingen en gedragingen die een afspiegeling zijn van een sterke en duurzame veiligheidscultuur tonen, aanmoedigen, ondersteunen en bevorderen. De organisatie gaat zelfgenoegzaamheid tegen en stimuleert een cultuur van informatiedoorstroming en een houding van invraagstelling en leergierigheid om omstandigheden of handelingen te voorkomen die schadelijk zijn voor de veiligheid.
Het managementsysteem moet de middelen aanreiken om deze houdingen en gedragingen systematisch te ontwikkelen, te ondersteunen en te bevorderen. De relevantie en de doeltreffendheid van deze middelen moeten worden beoordeeld in het kader van zelfevaluaties en de herzieningen van het managementsysteem.
De exploitant vergewist zich ervan dat de leveranciers en onderaannemers wier activiteiten een impact kunnen hebben op de nucleaire veiligheid, de bepalingen van de eerste twee leden adequaat uitvoeren.
]