30/11/11 AR Prescriptions de sûreté des installations nucléaires
Arrêté royal du 30 novembre 2011 portant prescriptions de sûreté des installations nucléaires
Vu la loi du 15 avril 1994 relative à la protection de la population et de l'environnement contre les dangers résultant des rayonnements ionisants et relative à l'Agence fédérale de Contrôle nucléaire, modifiée par les arrêtés royaux du 7 août 1995 et du 22 février 2001, ainsi que par les lois des 12 décembre 1997, 15 janvier 1999, 3 mai 1999, 10 février 2000, 19 juillet 2001, 31 janvier 2003, 2 avril 2003, 22 décembre 2003, 20 juillet 2005, 15 mai 2007 et 22 décembre 2008, articles 3 et 28;
Vu l'arrêté royal du 20 juillet 2001 portant règlement général de la protection de la population, des travailleurs et de l'environnement contre le danger des rayonnements ionisants;
Vu la Directive 2009/71/EURATOM du Conseil des Communautés européennes du 25 juin 2009 établissant un cadre communautaire pour la sûreté nucléaire des installations nucléaires;
Vu l'avis du Conseil supérieur de la Santé, donné le 2 février 2011;
Vu l'avis du Conseil supérieur pour la Prévention et la Protection au travail, donné le 10 février 2011;
Vu l'avis de l'Inspection des Finances, donné le 13 juillet 2011;
Vu l'avis 50.241/3 du Conseil d'Etat rendu le 11 octobre 2011, en application de l'article 84, § 1, premier alinéa, 1° des lois sur le Conseil d'Etat, coordonnées le 12 janvier 1973;
(...)
30/11/11 KB Veiligheidsvoorschriften kerninstallaties
Koninklijk besluit van 30 november 2011 houdende veiligheidsvoorschriften voor kerninstallaties
Gelet op de wet van 15 april 1994 betreffende de bescherming van de bevolking en van het leefmilieu tegen de uit ioniserende stralingen voortspruitende gevaren en betreffende het Federaal Agentschap voor nucleaire controle, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 7 augustus 1995 en van 22 februari 2001, en bij de wetten van 12 december 1997, 15 januari 1999, 3 mei 1999, 10 februari 2000, 19 juli 2001, 31 januari 2003, 2 april 2003, 22 december 2003, 20 juli 2005, 15 mei 2007 en 22 december 2008, artikelen 3 en 28;
Gelet op het koninklijk besluit van 20 juli 2001 houdende algemeen reglement op de bescherming van de bevolking, van de werknemers en het leefmilieu tegen het gevaar van de ioniserende stralingen;
Gelet op de Richtlijn 2009/71/EURATOM van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 25 juni 2009 tot vaststelling van een communautair kader voor de nucleaire veiligheid van kerninstallaties;
Gelet op het advies van de Hoge Gezondheidsraad, gegeven op 2 februari 2011;
Gelet op het advies van Hoge Raad voor Preventie en Bescherming op het werk, gegeven op 10 februari 2011;
Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 13 juli 2011;
Gelet op het advies 50.241/3 van de Raad van State, gegeven op 11 oktober 2011, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1° van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;
(...)
Article 6 Formation et habilitation du personnel

6.1 Généralités

Sans préjudice de l'article 25 du règlement général, l'exploitant établit une politique de formation globale et un plan de formation exhaustif sur base de ses besoins de compétences à long terme et d'objectifs de formation qui reconnaissent le rôle critique de la sûreté nucléaire. Ce plan est tenu à jour.
Une approche systématique des besoins en formation est effectuée. Cette approche systématique suit une démarche logique, depuis l'identification des compétences requises pour exercer une fonction, jusqu'au développement et à la mise en œuvre des programmes de formation et du matériel de formation appropriés et nécessaires pour l'acquisition de ces compétences, et à l'évaluation ultérieure de cette formation.
Le terme [”Qualification” d'une personne désigne] une déclaration formelle résultant d'une évaluation ou d'un examen de la capacité d'[une personne] à occuper une position et à effectuer les tâches associées à cette position. Une “Autorisation” ou “Habilitation” est une qualification officielle devant être approuvée par l'autorité de sûreté.
Si [une personne] autorisé:
change de fonction vers une autre fonction nécessitant également une autorisation,
ou a été absent d'une fonction autorisée pendant une longue période, une nouvelle autorisation est requise après remise à niveau appropriée.

6.2 Compétence et qualification

L'exploitant définit clairement et documente les exigences en matière de compétences pour les différentes fonctions.
Seules les personnes qui possèdent les compétences, qualifications et attitudes de sûreté nécessaires sont autorisées à effectuer des tâches importantes pour la sûreté nucléaire. L'exploitant doit s'assurer que tout le personnel, y compris le personnel des sous-traitants, en charge de tâches en relation avec la sûreté nucléaire, ait été dûment formé et qualifié.
Les travaux effectués par des sous-traitants sur des structures, systèmes et composants importants pour la sûreté nucléaire sont autorisés et supervisés par du personnel de l'exploitant possédant les compétences et qualifications requises.
Les exigences d'aptitude médicale au travail doivent être clairement définies pour chaque fonction importante au niveau de la sûreté nucléaire. La qualification des personnes en charge de telles fonctions doit inclure un examen médical afin de vérifier que leur état de santé leur permet de s'acquitter des tâches et responsabilités qui leur sont confiées. Cet examen médical doit être répété à des intervalles appropriés, fixés selon les besoins.

6.3 Programmes et installations de formation

Des programmes de formation doivent être établis et mis en œuvre pour chaque catégorie de personnel effectuant des tâches importantes au niveau de la sûreté nucléaire. Ces programmes de formation couvrent aussi bien la formation initiale pour obtenir la qualification pour une fonction définie que les programmes de formation ultérieurs nécessaires à la réactualisation de connaissances.
Tout le personnel technique, y compris les sous-traitants, sur le site, doit avoir une connaissance de base appropriée en matière de sûreté nucléaire et du plan interne d'urgence.
Les formations suivies par le personnel en charge de tâches importantes pour la sûreté nucléaire, ainsi les évaluations réalisées du niveau de compétence atteint sont documentées de manière adéquate.
Artikel 6 Opleiding en bevoegdverklaring van het personeel

6.1 Algemeen

Onverminderd artikel 25 van het algemeen reglement stelt de exploitant op basis van zijn competentiebehoeften op lange termijn en zijn opleidingsdoelstellingen een allesomvattend opleidingsbeleid en een exhaustief opleidingsplan op die de kritieke rol van de nucleaire veiligheid onderkennen. Dit plan wordt up-to-date gehouden.
Er wordt een systematische benadering van de behoeften aan opleiding doorgevoerd. Deze systematische benadering heeft een logisch verloop, vanaf de identificatie van de vereiste competenties voor het uitoefenen van een functie tot de ontwikkeling en de uitvoering van opleidingsprogramma's en het gebruik van opleidingsmateriaal die geschikt en nodig zijn voor de verwerving van deze competenties en de latere evaluatie van deze opleiding.
De term [”Kwalificatie” van een persoon duidt], op een formele verklaring als gevolg van een evaluatie of een onderzoek van de capaciteit van een [persoon] om een plaats in te nemen en de taken in verband met deze positie uit te voeren. Een “Vergunning” of “Bevoegdheidsverklaring” is een officiële kwalificatie die moet worden goedgekeurd door de veiligheidsautoriteit.
Indien een vergund [persoon]:
naar een functie overgaat waarvoor eveneens een vergunning vereist is,
of langdurig afwezig was uit een vergunde functie, is een nieuwe vergunning vereist nadat de vereiste bijscholing gevolgd werd.

6.2 Competentie en kwalificatie

De exploitant bepaalt duidelijk en documenteert de deskundigheidsvereisten voor de verschillende functies.
Alleen de personen die op het vlak van de veiligheid de nodige deskundigheid, kwalificaties en attitudes hebben, zijn gemachtigd om taken uit te voeren die voor de nucleaire veiligheid belangrijk zijn. De exploitant dient zich er van te vergewissen dat alle personeelsleden, inclusief het personeel van de onderaannemers, die belast zijn met taken die verband houden met de nucleaire veiligheid, behoorlijk opgeleid en gekwalificeerd zijn.
De werken uitgevoerd door onderaannemers aan structuren, systemen en componenten die belangrijk zijn voor de nucleaire veiligheid worden vergund en onder toezicht gehouden door personeelsleden van de exploitant die de vereiste deskundigheid en kwalificaties hebben.
De vereisten inzake medische geschiktheid voor het werk moeten voor elke functie die belangrijk is voor de nucleaire veiligheid duidelijk worden omschreven. De kwalificatie van personen die dergelijke functies uitoefenen moet een medisch onderzoek omvatten om na te gaan of hun gezondheidstoestand hen toelaat om de hen toevertrouwde taken en verantwoordelijkheden op te nemen. Dit medisch onderzoek moet met regelmatige tussenpozen, die al naar gelang van de behoeften worden vastgesteld, worden herhaald.

6.3 Opleidingsprogramma's en installaties voor opleiding

Voor elke categorie van personen die taken uitvoeren die belangrijk zijn voor de nucleaire veiligheid, moeten opleidingsprogramma's worden ontwikkeld en uitgevoerd. Deze opleidingsprogramma's dekken zowel de basisopleiding om de kwalificatie voor een bepaalde functie te verkrijgen als de nodige bijscholingsprogramma's daarna.
Al het technisch personeel, inclusief de contractanten op de site, moet beschikken over een gepaste basiskennis op het vlak van de nucleaire veiligheid en het intern noodplan.
De opleidingen die gevolgd worden door het personeel dat belast is met voor de nucleaire veiligheid belangrijke taken, evenals de evaluaties van het bereikte niveau van deskundigheid, moeten op gepaste wijze gedocumenteerd worden.