Meer info
 

08/06/1867 Strafwetboek - uittreksel
Strafwetboek

Artikel 259bis

§ 1

Met [gevangenisstraf van zes maanden tot drie jaar] en met geldboete van vijfhonderd [euro] tot twintigduizend [euro] of met een van die straffen alleen wordt gestraft ieder openbaar officier of ambtenaar, drager of agent van de openbare macht die, naar aanleiding van de uitoefening van zijn bediening, buiten de gevallen die de wet bepaalt of zonder inachtneming van de vormen die zij voorschrijft:
[ofwel, opzettelijk, met behulp van enig toestel niet voor publiek toegankelijke communicatie, waaraan hij niet deelneemt, onderschept of doet onderscheppen, er kennis van neemt of doet van nemen, opneemt of doet opnemen, zonder de toestemming van alle deelnemers aan die communicatie;]
ofwel, met het opzet een van de hierboven omschreven misdrijven te plegen, enig toestel opstelt of doet opstellen;
[ofwel wetens de inhoud van niet voor publiek toegankelijke communicatie of gegevens van een informaticasysteem die onwettig onderschept of opgenomen zijn of waarvan onwettig kennis genomen is, onder zich houdt, aan een andere persoon onthult of verspreidt, of wetens enig gebruik maakt van een op die manier verkregen inlichting.]

§ 2

Met [gevangenisstraf van zes maanden tot vijf jaar] en met geldboete van vijfhonderd [euro] tot dertigduizend [euro] of met een van die straffen alleen wordt gestraft ieder openbaar officier of ambtenaar, drager of agent van de openbare macht die, naar aanleiding van de uitoefening van zijn bediening, buiten de gevallen die de wet bepaalt of zonder inachtneming van de vormen die zij voorschrijft, met bedrieglijk opzet of met het oogmerk te schaden, gebruikt maakt van [een wettig gemaakte opname van niet voor publiek toegankelijke communicatie of gegevens van een informaticasysteem].

[§ 2bis

Met [gevangenisstraf van zes maanden tot drie jaar] en met geldboete van vijfhonderd euro tot twintigduizend euro of met één van die straffen alleen wordt gestraft ieder openbaar officier of ambtenaar, drager of agent van de openbare macht die, naar aanleiding van de uitoefening van zijn bediening, buiten de gevallen die de wet bepaalt of zonder inachtneming van de vormen die zij voorschrijft, onrechtmatig, een instrument, met inbegrip van informaticagegevens, dat hoofdzakelijk is ontworpen of aangepast om het in § 1 bedoelde misdrijf mogelijk te maken, bezit, produceert, verkoopt, verkrijgt met het oog op het gebruik ervan, invoert, verspreidt of op enige andere manier ter beschikking stelt.]

§ 3

Poging tot het plegen van een der misdrijven bedoeld [in §§ 1, 2 of § 2bis] wordt gestraft zoals het misdrijf zelf.

§ 4

De straffen gesteld [in de §§ 1 tot 3] worden verdubbeld indien een overtreding van een van die bepalingen wordt begaan binnen vijf jaar na de uitspraak van een vonnis of een arrest houdende veroordeling wegens een van die strafbare feiten of wegens een van de strafbare feiten beoogd [in artikel 314bis, §§ 1 tot 3], dat in kracht van gewijsde is gegaan.]

[§ 5

[...]
]