35.1
De vaste radioactieve afvalstoffen worden zorgvuldig verzameld in [recipiënten die op gepaste wijze worden afgesloten] waardoor er een voldoende bescherming wordt geboden. Vervolgens worden ze behandeld en eventueel geconcentreerd om elk risico op verspreiding van radioactieve stoffen, onder welke vorm ook, te vermijden.
De verwijdering van de vaste radioactieve afvalstoffen is verboden in de oppervlaktewateren, evenals in de riolen en in de collectoren.
35.2
De verwijdering, de afvoer voor recyclage of hergebruik van vaste radioactieve afvalstoffen afkomstig van een inrichting van klasse I, II of III, bedoeld in artikel 3, zijn verboden wanneer deze niet voldoen aan de voorwaarden en de niveaus voor vrijgave vastgesteld in bijlage IB, tenzij het Agentschap hiervoor een vergunning verleent met toepassing van artikel 18.
In de inrichtingen waar radioactieve stoffen met een halveringstijd van minder dan zes maanden worden aangewend, volstaat het niet de voorwaarden en de vrijgaveniveaus vastgesteld in bijlage IB na te leven; de verwijdering, de verwijdering naar een stortplaats of voor verbranding van deze stoffen mag alleen plaatsvinden na nagenoeg volledig verval. In elk geval is een opslag vereist gedurende een periode die ten minste gelijk is aan tien maal de halveringstijd; de opslag wordt verlengd met de vereiste tijd om een nagenoeg volledig verval te waarborgen.
In het kader van de ontmanteling van de installaties die deel uitmaken van de inrichtingen van klasse I of van inrichtingen van klasse II, bedoeld in de artikelen 3.1.b).1 en 3.1.b).2, volgens de bepalingen vermeld in artikel 17, zijn de verwijdering, de afvoer voor recyclage of hergebruik van vaste radioactieve afvalstoffen steeds het voorwerp van een vergunning van de bevoegde overheid.
35.3
De meetprocedures en -technieken om de overeenkomst na te gaan met de vrijgaveniveaus bepaald in bijlage IB of in de vergunning, of om een nagenoeg volledig verval te waarborgen van radioactieve stoffen met een halveringstijd van minder dan zes maand, dienen conform te zijn met de richtlijnen die desgevallend door het Agentschap werden opgesteld of goedgekeurd. Elke vrijgave is onderworpen aan het akkoord van de dienst voor de fysische controle van de exploitant en verloopt overeenkomstig de gedetailleerde schriftelijke procedures die door deze worden uitgewerkt. [...]
35.4
De opzettelijke verdunning met niet-radioactief materiaal om zo aan de vrijgaveniveaus bepaald in bijlage IB of in de vergunning te voldoen is verboden.
Daarenboven zal de totale activiteit van de vaste radioactieve afvalstoffen die worden verwijderd, gerecycleerd of hergebruikt, steeds op een zo laag als redelijkerwijze mogelijk niveau worden gehouden.
35.5
De concentratie van diverse radioactieve stoffen aanwezig in bovenvermelde vaste radioactieve afvalstoffen, hun chemische en fysische aard, hun oorsprong, volume en massa, evenals hun bestemming dienen systematisch te worden geïnventariseerd door de exploitant en dienen ter beschikking gehouden van het Agentschap en van NIRAS.
Ten laatste de 1ste maart van elk jaar sturen de exploitanten, en bij ontstentenis de ondernemingshoofden, aan het Agentschap een overzicht van de afvalstoffen die tijdens het voorbije jaar werden vrijgegeven. Het model van dat overzicht wordt vastgesteld door het Agentschap.
De bestemming van de stoffen en het materiaal waarvoor een verwijdering naar een stortplaats of voor verbranding, een recyclage of een hergebruik zijn voorzien, dient te worden gecontroleerd en gewaarborgd door de exploitant en dit dient te worden aangetoond met de nodige documenten.
[35.6
Het Agentschap kan een technisch reglement opstellen, waarin vrijgaveniveaus worden vastgelegd voor gebouwen, voor specifieke materialen of voor materialen afkomstig van specifieke handelingen, overeenkomstig de in punt 2. en punt 3. van bijlage IB bepaalde criteria. Het technisch reglement kan bijkomende voorschriften voor oppervlakteactiviteit en monitoring bevatten die nodig zijn om aan deze criteria te voldoen. Het technisch reglement houdt rekening met de overeenkomstige technische richtsnoeren van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie.
]