1 Verbrandings- en meeverbrandingsinstallaties
“verbrandingsinstallatie”: een vaste of mobiele technische eenheid of inrichting die specifiek bestemd is voor de thermische behandeling van afval, al dan niet met terugwinning van de geproduceerde verbrandingswarmte. Dit bevat onder meer de verbranding door oxidatie van afval alsmede andere thermische behandelingsprocessen zoals pyrolyse, vergassing en plasmaproces, voorzover de producten van de behandeling vervolgens worden verbrand. Deze definitie omvat het terrein en de gehele verbrandingsinstallatie met inbegrip van alle verbrandingslijnen en de voorzieningen voor ontvangst, opslag en voorbehandeling ter plaatse van het afval, de systemen voor de toevoer van afval, brandstof en lucht, de stoomketel, de voorzieningen voor het behandelen van rookgassen, de voorzieningen voor de behandeling of opslag ter plaatse van residuen en afvalwater, de schoorsteen, alsook de apparatuur en de systemen voor de regeling van het verbrandingsproces en voor de registratie en bewaking van de verbrandingsomstandigheden;
“meeverbrandingsinstallatie”: een vaste of mobiele eenheid die in hoofdzaak bestemd is voor de opwekking van energie of de fabricage van materiële producten waarin afval als normale of aanvullende brandstof wordt gebruikt, of waarin afval thermisch wordt behandeld voor verwijdering. Deze definitie omvat het terrein en de gehele installatie met inbegrip van alle meeverbrandingslijnen en de voorzieningen voor ontvangst, opslag en voorbehandeling ter plaatse van het afval, de systemen voor de toevoer van afval, brandstof en lucht, de stoomketel, de voorzieningen voor het behandelen van rookgassen, de voorzieningen voor de behandeling of opslag ter plaatse van residuen en afvalwater, de schoorsteen, alsmede de apparatuur en de systemen voor de regeling van het verbrandingsproces en voor de registratie en bewaking van de verbrandingsomstandigheden. Indien meeverbranding zodanig plaatsvindt dat de installatie niet in hoofdzaak voor de opwekking van energie of de fabricage van materiële producten maar wel voor thermische behandeling van afval bestemd is, wordt de installatie beschouwd als een verbrandingsinstallatie.
2 Stortplaatsen,
zijnde een afvalverwijderingsterrein voor het storten van afvalstoffen op of in de bodem, met inbegrip van een terrein dat permanent (d.w.z. meer dan een jaar lang) wordt gebruikt voor de tijdelijke opslag van afval;
maar met uitsluiting van:
- .
- interne afvalstortplaatsen, en
- .
- monostortplaatsen (stortplaatsen waar een bepaalde afvalstof die in grote hoeveelheden ontstaat afzonderlijk wordt gestort); en
- .
- voorzieningen waar afvalstoffen worden uitgeladen ter voorbereiding van verder transport voor terugwinning, behandeling of verwijdering elders, en
- .
- van opslag van afval voorafgaand aan terugwinning of behandeling voor een periode van in de regel minder dan drie jaar, of
- .
- van opslag van afvalstoffen voorafgaand aan verwijdering, voor een periode van minder dan een jaar.
3 Installaties voor het mechanisch behandelen (breken, demonteren, knippen, pletten, shredderen, snijbranden, zagen) van schroot, met een jaarlijkse aanvoer van meer dan 25.000 ton schroot.
4 Installaties voor het smelten van ferrometalen en ijzerhoudende afvalstoffen, met een jaarlijkse aanvoer van meer dan 25.000 ton ferrometaalhoudende afvalstoffen.
5 Installaties voor de productie en het smelten van non-ferrometalen, met inbegrip van legeringen en non-ferrohoudende afvalstoffen, met een jaarlijkse aanvoer van meer dan 25.000 ton non-ferrometaalhoudende afvalstoffen.
6 Installaties voor de mechanisch-biologische behandeling van huishoudelijke afvalstoffen en daarmee gelijkgestelde afvalstoffen.