Meer info
 

30/09/57 ADR 2013 - Bijlage A
Europees Verdrag van 30 september 1957 betreffende het internationaal vervoer van gevaarlijke goederen over de weg (ADR)

1.10.3.2 Beveiligingsplannen

1.10.3.2.1

De vervoerders, de afzenders en de andere in 1.4.2 en 1.4.3 vermelde betrokkenen, die bij het vervoer van gevaarlijke goederen met hoog risico (zie tabel 1.10.3.1.2) of van radioactieve stoffen met hoog risico (zie 1.10.3.1.3) betrokken zijn, moeten beveiligingsplannen aannemen, invoeren en naleven die ten minste de in 1.10.3.2.2 vastgelegde elementen omvatten.

1.10.3.2.2

Elk beveiligingsplan moet ten minste de volgende elementen bevatten:
a)
specifieke toewijzing van de verantwoordelijkheden op het gebied van de beveiliging aan personen die de benodigde deskundigheid, bekwaamheden en gezag bezitten;
b)
bestand van de betrokken gevaarlijke goederen of types van gevaarlijke goederen;
c)
evaluatie van de courante operaties en van de beveiligingsrisico's die er uit voortvloeien, in voorkomend geval met inbegrip van de door de vervoersvoorwaarden benodigde haltes, van het omwille van de verkeersomstandigheden noodzakelijk verblijf van de gevaarlijke goederen in de voertuigen, tanks en containers voor, tijdens en na de verplaatsing, en van de tijdelijke tussenopslag van de gevaarlijke goederen om te veranderen van vervoerswijze of van vervoermiddel (overslag);
d)
duidelijke opgave van de maatregelen die moeten getroffen worden om de beveiligingsrisico's te verkleinen, aangepast aan de verantwoordelijkheden en taken van de betrokkene, met inbegrip van wat de volgende punten aangaat:
opleiding;
beveiligingsbeleid (bijvoorbeeld in verband met de maatregelen bij verhoogde dreiging, de controle bij de aanwerving van werknemers of het toewijzen van bepaalde functies aan werknemers, enz.);
exploitatiepraktijken (bijvoorbeeld keuze en gebruik van de reisroutes wanneer die reeds gekend zijn, toegangkelijkheid van gevaarlijke goederen in tijdelijke tussenopslag [zoals gedefinieerd in alinea c)], nabijheid van kwetsbare infrastructuur, enz.);
uitrusting en middelen die gebruikt moeten worden om de beveiligingsrisico's te verkleinen;
e)
doeltreffende en up-to-date gebrachte procedures om bedreigingen en schendingen van de beveiliging, evenals incidenten die er verband mee houden, te melden en er het hoofd aan te bieden.
f)
procedures om de beveiligingsplannen te evalueren en te testen, en procedures om de plannen periodiek te herzien en up-to-date te brengen;
g)
maatregelen die de materiële beveiliging dienen te verzekeren van de informatie in verband met het vervoer die in het beveiligingsplan is opgenomen; en
h)
maatregelen die dienen te verzekeren dat de distributie van de informatie in verband met de vervoersoperaties, die in het beveiligingsplan is opgenomen, beperkt blijft tot diegenen die er over dienen te beschikken. Deze maatregelen mogen evenwel niet in de weg staan van de overdracht van informatie die elders in het ADR is voorgeschreven.
OPMERKING: De vervoerders, de afzenders en de bestemmelingen zouden met elkaar en met de bevoegde overheden dienen samen te werken om inlichtingen uit te wisselen met betrekking tot eventuele bedreigingen, gepaste beveiligingsmaatregelen te treffen en te reageren op incidenten die de beveiliging in het gedrang brengen.