Meer info
 

30/09/57 ADR 2013 - Bijlage A
Europees Verdrag van 30 september 1957 betreffende het internationaal vervoer van gevaarlijke goederen over de weg (ADR)

2.1.1 Inleiding

2.1.1.1

De klassen gevaarlijke goederen volgens het ADR zijn de volgende:
Klasse 1
Ontplofbare stoffen en voorwerpen
Klasse 2
Gassen
Klasse 3
Brandbare vloeistoffen
Klasse 4.1
Brandbare vaste stoffen, zelfontledende stoffen, polymeriserende stoffen en ontplofbare stoffen in niet-explosieve toestand
Klasse 4.2
Voor zelfontbranding vatbare stoffen
Klasse 4.3
Stoffen die in contact met water brandbare gassen ontwikkelen
Klasse 5.1
Oxiderende stoffen
Klasse 5.2
Organische peroxides
Klasse 6.1
Giftige stoffen
Klasse 6.2
Infectueuze (besmettelijke) stoffen
Klasse 7
Radioactieve stoffen
Klasse 8
Bijtende stoffen
Klasse 9
Diverse gevaarlijke stoffen en voorwerpen

2.1.1.2

Aan elke rubriek in de onderscheidene klassen is een UN-nummer toegekend. De volgende soorten rubrieken worden gebruikt:
A.
Individuele rubrieken voor de welomschreven stoffen of voorwerpen, met inbegrip van de rubrieken voor stoffen die meerdere isomeren omvatten; bijvoorbeeld:
UN 1090
ACETON
UN 1104
AMYLACETATEN
UN 1194
ETHYLNITRIET, OPLOSSING
B.
Algemene rubrieken voor welomschreven groepen van stoffen of voorwerpen, die geen n.e.g.-rubrieken zijn; bijvoorbeeld:
UN 1133
LIJMEN
UN 1266
PARFUMERIEPRODUCTEN
UN 2757
PESTICIDE, CARBAMAAT, VAST, GIFTIG
UN 3101
ORGANISCH PEROXIDE, TYPE B, VLOEIBAAR
C.
Specifieke n.e.g.-rubrieken die groepen van stoffen of voorwerpen omvatten van een speciale chemische of technische aard, die niet elders genoemd zijn; bijvoorbeeld:
UN 1477
ANORGANISCHE NITRATEN, N.E.G.
UN 1987
ALCOHOLEN, N.E.G.
D.
Algemene n.e.g.-rubrieken die groepen van stoffen of voorwerpen omvatten met één of meerdere algemene gevaarlijke eigenschappen, die niet elders genoemd zijn; bijvoorbeeld:
UN 1325
BRANDBARE ORGANISCHE VASTE STOF, N.E.G.
UN 1993
BRANDBARE VLOEISTOF, N.E.G.
De in B, C en D bedoelde rubrieken zijn gedefinieerd als collectieve rubrieken.

2.1.1.3

Voor verpakkingsdoeleinden zijn de gevaarlijke stoffen die niet behoren tot de klassen 1, 2, 5.2, 6.2 en 7 en die geen zelfontledende stoffen van klasse 4.1 zijn, bij verpakkingsgroepen ingedeeld in functie van het gevaar dat ze vertegenwoordigen:
Verpakkingsgroep I:
zeer gevaarlijke stoffen
Verpakkingsgroep II:
middelmatig gevaarlijke stoffen
Verpakkingsgroep III:
in mindere mate gevaarlijke stoffen
De verpakkingsgroep of de verpakkingsgroepen waarbij een gevaarlijke stof ingedeeld is worden aangegeven in tabel A van hoofdstuk 3.2.
De voorwerpen worden niet ingedeeld bij verpakkingsgroepen. Voor verpakkingsdoeleinden zijn de voorschriften voor het prestatieniveau van de specifieke verpakking vermeld in de toepasselijke verpakkingsinstructie.