Meer info
 

30/09/57 ADR 2013 - Bijlage A
Europees Verdrag van 30 september 1957 betreffende het internationaal vervoer van gevaarlijke goederen over de weg (ADR)

3.1.2 Officiële vervoersnaam
OPMERKING: Zie 2.1.4.1 voor de officiële vervoersnamen die bij het vervoer van monsters gebruikt worden.
3.1.2.1
De officiële vervoersnaam is het gedeelte van de rubriek dat de goederen van tabel A van hoofdstuk 3.2 met de meeste nauwkeurigheid beschrijft; hij is aangegeven in hoofdletters (de cijfers, de Griekse letters en de aanduidingen in kleine letters “sec-”, “tert-”, “m-”, “n-”, “o-”, “p-”, maken integraal deel uit van de vervoersnaam). Achter de voornaamste officiële vervoersnaam kan tussen haakjes een andere officiële vervoersnaam aangegeven zijn [bijvoorbeeld ETHANOL (ETHYLALCOHOL)]. De gedeelten van de rubriek die in kleine letters staan aangegeven zijn niet als elementen van de officiële vervoersnaam te aanzien.
3.1.2.2
Indien een combinatie van meerdere officiële vervoersnamen voorkomt onder éénzelfde UN-nummer en als deze gescheiden worden door de voegwoorden of in kleine letters of gescheiden zijn door komma's, moet enkel de meest geschikte vervoersnaam voorkomen in het vervoerdocument of in de merktekens van de colli. Om te illustreren op welke wijze de officiële vervoersnaam in dergelijke gevallen wordt gekozen, kan men volgende voorbeelden geven:
a)
UN 1057 AANSTEKERS of NAVULPATRONEN VOOR AANSTEKERS. De officiële vervoersnaam is de meest passende van de volgende benamingen:
AANSTEKERS
NAVULPATRONEN VOOR AANSTEKERS;
b)
UN 2793 BOORSPANEN, FREESSPANEN OF DRAAISPANEN VAN FERROMETALEN in een voor zelfverhitting vatbare vorm. De officiële vervoersnaam is de meest passende van de volgende mogelijke combinaties:
BOORSPANEN VAN FERROMETALEN
FREESSPANEN VAN FERROMETALEN
DRAAISPANEN VAN FERROMETALEN
3.1.2.3
De officiële vervoersnaam mag in het enkelvoud of in het meervoud worden gebruikt. Indien de officiële vervoersnaam termen bevat die er de betekenis van verduidelijken, wordt de volgorde van deze termen op de vervoersdocumenten of op de merktekens van de colli bovendien overgelaten aan de keuze van de betrokkene. In plaats van “DIMETHYLAMINE, OPLOSSING IN WATER” mag bijvoorbeeld “OPLOSSING VAN DIMETHYLAMINE IN WATER” aangegeven worden. Voor de goederen van klasse 1 mogen militaire of handelsbenamingen gebruikt worden, die de officiële vervoersnaam bevatten aangevuld met een beschrijvende tekst.
3.1.2.4
Talrijke stoffen hebben een rubriek voor zowel hun vloeibare als hun vaste toestand (zie de definities van vloeistof en vaste stof in 1.2.1), of in vaste toestand en in oplossing. Er zijn onderscheiden UN-nummers aan toegekend die niet noodzakelijk op elkaar volgen (81) .

(81)
In de alfabetische index (tabel B van hoofdstuk 3.2) worden verduidelijkingen gegeven, bijvoorbeeld:
NITROXYLENEN, VLOEIBAAR
6.1
1665
NITROXYLENEN, VAST
6.1
3447
3.1.2.5
Het woord “GESMOLTEN” moet ter verduidelijking als deel van de officiële vervoersnaam toegevoegd worden wanneer een stof, die volgens de definitie in 1.2.1 een vaste stof is, in gesmolten toestand voor het vervoer wordt aangeboden (bijvoorbeeld ALKYLFENOL, VAST, N.E.G., GESMOLTEN); dit tenzij dit woord reeds in hoofdletters in de in tabel A van hoofdstuk 3.2 opgenomen benaming voorkomt.
3.1.2.6
Wanneer een stof zonder stabilisatie niet toegelaten zou zijn tot het vervoer op basis van de bepalingen van de paragrafen 2.2.x.2, omdat die stof in staat is om op een gevaarlijke wijze te reageren onder normale vervoersvoorwaarden, moet de vermelding “GESTABILISEERD” aan de officiële vervoersnaam toegevoegd worden als integrerend deel ervan; dit behalve voor de zelfontledende stoffen en de organische peroxides, en behalve wanneer deze vermelding reeds in hoofdletters voorkomt in de benaming die in kolom (2) van tabel A in hoofdstuk 3.2 is aangegeven (bijvoorbeeld: “GIFTIGE ORGANISCHE VLOEISTOF, N.E.G., GESTABILISEERD”).
Wanneer men gebruik maakt van temperatuurbeheersing om een dergelijke stof te stabiliseren en zo het ontstaan van een gevaarlijke overdruk of de evolutie van een overmatige temperatuur te verhinderen, of wanneer men gebruik maakt van chemische stabilisatie in combinatie met temperatuurbeheersing, geldt het volgende:
a)
wanneer voor vloeistoffen en vaste stoffen de SAPT (83) (gemeten met of zonder inhibitor wanneer chemische stabilisatie toegepast wordt) lager is dan of gelijk is aan diegene die voorgeschreven is in 2.2.41.1.21, zijn de bepalingen van 2.2.41.1.17, bijzondere bepaling 386 van hoofdstuk 3.3, 7.1.7, bijzondere bepaling V8 van hoofdstuk 7.2, bijzondere bepaling S4 van hoofdstuk 8.5 en de voorschriften van hoofdstuk 9.6 van toepassing, behalve dat de term “SADT” zoals die gebruikt wordt in deze paragrafen, ook geacht wordt de SAPT te omvatten wanneer de betrokken stof kan polymeriseren;
b)
tenzij ze reeds in hoofdletters voorkomen in de naam die aangegeven is in kolom (2) van tabel A van hoofdstuk 3.2, moeten de woorden “MET TEMPERATUURBEHEERSING” toegevoegd worden in de officiële vervoersnaam;
c)
voor de gassen: de vervoersvoorwaarden moeten goedgekeurd worden door de bevoegde overheid.

(83)
Zie 1.2.1 voor de definitie van self-accelerating polymerization temperature (SAPT).
3.1.2.7
Hydraten mogen vervoerd worden onder de officiële vervoersnaam die van toepassing is op de niet-gehydrateerde stof.
3.1.2.8 Algemene benamingen of ?niet elders genoemde? (N.E.G.) omschrijvingen

3.1.2.8.1

De officiële vervoersnamen van n.e.g.-rubrieken of van algemene rubrieken waarvoor in kolom (6) van tabel A in hoofdstuk 3.2 de bijzondere bepaling 274 of 318 is aangegeven, moeten aangevuld worden met de technische benaming van het goed; dit tenzij een nationale wet of een internationaal verdrag de bekendmaking ervan verbiedt voor een stof waarvoor controlemaatregelen gelden. Bij ontplofbare stoffen en voorwerpen van klasse 1 mogen de gegevens met betrekking tot de gevaarlijke goederen aangevuld worden met een supplementaire beschrijving die de commerciële of militaire benamingen aangeeft. De technische benamingen moeten onmiddellijk achter de officiële vervoersnaam en tussen haakjes geplaatst worden. Een passend tussenvoegsel, zoals “bevat” of “bevattend”, andere hoedanigheidswoorden, zoals “mengsel”, “oplossing”, enz., en het percentage van de technische component mogen ook gebruikt worden. Bijvoorbeeld: “UN 1993 Brandbare vloeistof, n.e.g. (bevat xyleen en benzeen), 3, II”.

3.1.2.8.1.1

De technische benaming moet een erkende chemische of biologische benaming zijn of een andere benaming die courant gebruikt wordt in wetenschappelijke en technische handboeken, tijdschriften en teksten. Handelsbenamingen mogen voor dit doel niet aangewend worden. Voor de pesticiden mogen alleen de gebruikelijke ISO-benamingen aangewend worden, de andere benamingen uit de “WHO Recommended Classification of Pesticides by Hazard and Guidelines to Classification” of de benaming(en) van de werkzame stof(fen).

3.1.2.8.1.2

Wanneer een mengsel van gevaarlijke goederen of voorwerpen die gevaarlijke goederen bevatten beschreven worden door één van de n.e.g.-rubrieken of algemene rubrieken waaraan in kolom (6) van tabel A in hoofdstuk 3.2 de bijzondere bepaling 274 is toegekend, volstaat het om de twee componenten te vermelden die het meest bijdragen tot het gevaar of de gevaren van het mengsel of van de voorwerpen; dit met uitzondering van de stoffen die onderworpen zijn aan een controle wanneer hun bekendmaking door een nationale wet of een internationaal verdrag verboden is. Indien een collo een mengsel bevat en voorzien is van een gevaarsetiket dat een bijkomend gevaar aanduidt, moet één van de twee tussen haakjes aangegeven technische benamingen de benaming zijn van de component die het gebruik van dit etiket nodig maakt.
OPMERKING: zie 5.4.1.2.2.

3.1.2.8.1.3

Om te verduidelijken hoe voor dergelijke n.e.g.-rubrieken de officiële vervoersnaam aangevuld wordt met de technische benaming van de goederen, worden volgende voorbeelden gegeven:
UN 3394 PYROFORE METAALORGANISCHE STOF, VLOEIBAAR, REACTIEF MET WATER (trimethylgallium)
UN 2902 PESTICIDE, VLOEIBAAR, GIFTIG, N.E.G. (drazoxolon).
UN 3540 VOORWERPEN DIE BRANDBARE VLOEISTOF BEVATTEN, N.E.G. (pyrrolidine)

3.1.2.8.1.4

Enkel voor wat betreft UN 3077 en UN 3082, mag de technische benaming een benaming zijn die in hoofdletters voorkomt in kolom 2 van tabel A van hoofstuk 3.2, onder voorbehoud dat deze naam niet de vermelding N.E.G. bevat en dat bijzondere bepaling 274 niet toegekend is. De benaming die de stof of het mengsel het best beschrijft moet gebruikt worden, bijvoorbeeld.:
UN3082, MILIEUGEVAARLIJKE VLOEISTOF, N.E.G. (VERF)
UN3082, MILIEUGEVAARLIJKE VLOEISTOF, N.E.G. (PARFUMERIEPRODUCTEN)