30/09/57 ADR 2013 - Bijlage A
Europees Verdrag van 30 september 1957 betreffende het internationaal vervoer van gevaarlijke goederen over de weg (ADR)
5.3.1 Etiketteren met grote etiketten
5.3.1.1 Algemene bepalingen
5.3.1.1.1
De grote etiketten moeten aangebracht worden op de buitenwand van de containers, containers voor losgestort vervoer, MEGC's, MEMU's, tankcontainers, mobiele tanks en voertuigen volgens de voorschriften van onderhavige afdeling. De grote etiketten moeten overeenstemmen met de etiketten die in kolom (5) en – in voorkomend geval – in kolom (6) van tabel A in hoofdstuk 3.2 voorgeschreven zijn voorde gevaarlijke goederen die in de grote container, de container voor losgestort vervoer, de MEGC, de MEMU, de tankcontainer, de mobiele tank of het voertuig vervat zijn, en ze moeten beantwoorden aan de specificaties van 5.3.1.7. De grote etiketten moeten aangebracht worden op een achtergrond van een contrasterende kleur, of omgeven worden dooreen boord in volle lijn of in streepjeslijn. De grote etiketten moeten weerbestendig zijn en moeten een duurzame signalisatie gedurenden de volledige duur van het transport garanderen.
5.3.1.1.2
Bij klasse 1 worden de compatibiliteitsgroepen niet aangegeven op de grote etiketten indien het voertuig, de container of de speciale compartimenten van de MEMU stoffen of voorwerpen van meerdere compatibiliteitsgroepen bevatten. De voertuigen, de containers of de speciale compartimenten van de MEMU's die stoffen of voorwerpen van verschillende subklassen bevatten, mogen slechts voorzien zijn van de grote etiketten die overeenstemmen met het model van de gevaarlijkste subklasse; daarbij geldt volgende rangorde:
1.1 (de gevaarlijkste), 1.5, 1.2, 1.3, 1.6, 1.4 (de minst gevaarlijke).
Wanneer stoffen van subklasse 1.5, compatibiliteitsgroep D samen met stoffen of voorwerpen van subklasse 1.2 vervoerd worden, moet het voertuig of de container voorzien zijn van grote etiketten die subklasse 1.1 aangeven.
Grote etiketten zijn niet vereist voor het vervoer van de ontplofbare stoffen en voorwerpen van subklasse 1.4, compatibiliteitsgroep S.
5.3.1.1.3
Bij de klasse 7 moet het groot etiket van het hoofdgevaar overeenstemmen met het in 5.3.1.7.2 gespecificeerd model nr. 7D. Dit groot etiket is niet vereist voor voertuigen of containers die uitgezonderde colli vervoeren en evenmin voor kleine containers.
Wanneer voorgeschreven wordt om op de voertuigen, containers, MEGC's, tankcontainers of mobiele tanks zowel etiketten als grote etiketten van klasse 7 aan te brengen, is het mogelijk om enkel vergrote modellen van de voorgeschreven etiketten van het model 7A, 7B en 7C aan te brengen, die enerzijds dienst doen als de voorgeschreven etiketten en anderzijds als de grote etiketten van het model nr. 7D. In dit geval mogen de afmetingen niet kleiner zijn dan 250 mm × 250 mm.
5.3.1.1.4
Voor klasse 9 moet het groot etiket conform zijn aan het model nr. 9 van 5.2.2.2.2; het etiket model Nr. 9A mag niet gebruikt worden voor de etikettering met grote etiketten.
5.3.1.1.5
Het is niet nodig om op containers, MEGC's, MEMU's, tankcontainers, mobiele tanks en voertuigen die goederen van meerdere klassen bevatten een groot etiket van een nevengevaar aan te brengen, indien het gevaar dat overeenstemt met dit groot etiket reeds door een groot etiket van een hoofd- of nevengevaar aangegeven is.
5.3.1.1.6
De grote etiketten die geen betrekking hebben op de vervoerde gevaarlijke goederen of op de restanten van deze goederen, moeten verwijderd of afgedekt worden.
5.3.1.1.7
Wanneer de grote etiketten aangebracht zijn op neerklapbare borden, moeten deze zodanig ontworpen en vastgezet zijn dat ze gedurende het vervoer niet kunnen neerklappen of loskomen van hun houder (in het bijzonder ten gevolge van schokken of niet bedoelde handelingen).
5.3.1.2 Etiketteren met grote etiketten van containers, containers voor losgestort vervoer, MEGC's, tankcontainers en mobiele tanks
OPMERKING: Deze onderafdeling is niet van toepassing op wissellaadbakken, met uitzondering van de wissellaadbakken die gebruikt worden voor gecombineerd vervoer (weg/spoor) en de wissellaadtanks.
De grote etiketten moeten aangebracht worden op de beide zijkanten en op de beide uiteinden van de containers, de container voor losgestort vervoer, de MEGC, de tankcontainer of de mobiele tank en op de twee tegenoverliggende kanten in het geval van soepele containers voor losgestort vervoer.
Wanneer de tankcontainer of mobiele tank meerdere compartimenten bezit en twee of meer gevaarlijke goederen vervoert dienen op beide zijkanten, ter hoogte van de compartimenten in kwestie, de gepaste grote etiketten aangebracht te worden; op de twee uiteinden moet een groot etiket aangebracht worden van elk model dat op iedere zijkant voorkomt.
Als alle compartimenten dezelfde grote etiketten moeten dragen, is het mogelijk om de grote etiketten slechts één keer aan te brengen op iedere zijkant en op de twee uiteinden van de tankcontainer of de mobiele tank.
5.3.1.3 Etiketteren met grote etiketten van de voertuigen die containers, containers voor losgestort vervoer, MEGC's, tankcontainers of mobiele tanks vervoeren
OPMERKING: Deze onderafdeling is niet van toepassing op het etiketteren met grote etiketten van de voertuigen die wissellaadbakken vervoeren, met uitzondering van de wissellaadbakken die gebruikt worden voor gecombineerd vervoer (weg/spoor) en de wissellaadtanks; zie 5.3.1.5 voor deze voertuigen.
Indien de grote etiketten die aangebracht zijn op de containers, containers voor losgestort vervoer, MEGC's, tankcontainers of mobiele tanks van buiten het dragend voertuig niet zichtbaar zijn, moeten dezelfde grote etiketten bovendien op de beide zijkanten en op de achterkant van het voertuig aangebracht worden. Op deze uitzondering na is het niet nodig om grote etiketten op het dragend voertuig aan te brengen.
5.3.1.4 Etiketteren met grote etiketten van voertuigen wanneer deze voor losgestort vervoer gebruikt worden, tankvoertuigen, batterijvoertuigen, MEMU?s en voertuigen met afneembare tanks
5.3.1.4.1
De grote etiketten moeten aangebracht worden op de beide zijkanten en op de achterkant van het voertuig.
Wanneer het tankvoertuig of de op het voertuig vervoerde afneembare tank meerdere compartimenten bezit en twee of meer gevaarlijke goederen vervoert dienen op beide zijkanten, ter hoogte van de compartimenten in kwestie, de gepaste grote etiketten aangebracht te worden; achteraan op het voertuig moet een groot etiket aangebracht worden van elk model dat op iedere zijkant voorkomt. Indien dezelfde grote etiketten vereist zijn voor alle compartimenten worden ze slechts één keer aangebracht op beide zijkanten en op de achterkant van het voertuig.
Wanneer meerdere grote etiketten vereist zijn voor éénzelfde compartiment moeten die grote etiketten naast elkaar aangebracht worden.
OPMERKING: Indien – tijdens een aan het ADR onderworpen traject of op het einde van een dergelijk traject – een tankoplegger gescheiden wordt van zijn trekker om aan boord van een schip of van een binnenschip geladen te worden, moeten de grote etiketten ook vooraan op de tankoplegger aangebracht worden.
5.3.1.4.2
De MEMU's die tanks en containers voor losgestort vervoer vervoeren, moeten conform 5.3.1.4.1 voorzien zijn van de grote etiketten voor de stoffen die er in vervat zijn. Bij de tanks met een capaciteit van minder dan 1000 liter mogen de grote etiketten vervangen worden door etiketten die overeenstemmen met 5.2.2.2.
5.3.1.4.3
Bij de MEMU's die colli vervoeren dewelke stoffen of voorwerpen van klasse 1 bevatten (andere dan die van subklasse 1.4, compatibiliteitsgroep S), moeten de grote etiketten aangebracht worden op de beide zijkanten en op de achterkant van de MEMU.
De speciale compartimenten voor ontplofbare stoffen moeten conform de bepalingen van 5.3.1.1.2 voorzien zijn van grote etiketten. De laatste zin van 5.3.1.1.2 is niet van toepassing.
5.3.1.5 Etiketteren met grote etiketten van voertuigen die uitsluitend colli vervoeren
OPMERKING: Deze onderafdeling is ook van toepassing op voertuigen die met colli geladen wissellaadbakken vervoeren, met uitzondering van het gecombineerd vervoer (weg/spoor); zie 5.3.1.2 en 5.3.1.3 voor het gecombineerd vervoer (weg/spoor.
5.3.1.5.1
Bij de voertuigen die colli vervoeren die stoffen of voorwerpen van klasse 1 bevatten (behalve deze van subklasse 1.4, compatibiliteitsgroep S), moeten grote etiketten aangebracht worden op de beide zijkanten en op de achterkant van het voertuig.
5.3.1.5.2
De voertuigen die radioactieve stoffen van klasse 7 vervoeren in verpakkingen of IBC's die geen uitgezonderde colli zijn, moeten op de beide zijkanten en op de achterkant van het voertuig voorzien zijn van grote etiketten.
5.3.1.6 Etiketteren met grote etiketten van lege tankvoertuigen, batterijvoertuigen, tankcontainers, MEGC's, MEMU's en mobiele tanks en van lege voertuigen en containers voor losgestort vervoer
5.3.1.6.1
Op de lege, niet gereinigde en niet ontgaste tankvoertuigen, voertuigen met afneembare tanks, batterijvoertuigen, tankcontainers, MEGC's, MEMU's en mobiele tanks, en op de lege, niet gereinigde voertuigen en containers voor losgestort vervoer moeten de voor de voorgaande lading vereiste grote etiketten aangebracht blijven.
5.3.1.7 Karakteristieken van de grote etiketten
5.3.1.7.1
Behalve wanneer het grote etiketten van de klasse 7 betreft, zoals aangegeven in 5.3.1.7.2 en als het het merkteken milieugevaarlijke stof betreft, zoals aangegeven in 5.3.6.2, moet een groot etiket ontworpen worden op de wijze zoals die aangegeven is in figuur 5.3.1.7.1.
Het groot etiket moet de vorm hebben van een op de punt geplaatst vierkant (ruitvormig). De minimale afmetingen moeten 250 mm × 250 mm (tot aan de rand van het groot etiket) bedragen. De lijn binnen de rand moet parallel zijn aan de rand van het groot etiket en zich op 12,5 mm van deze rand bevinden. Het symbool en de lijn binnen de rand van het groot etiket moeten van dezelfde kleur zijn als het etiket van de klasse of de subklasse waarvan de gevaarlijke stoffen in kwestie deel uitmaken. Het symbool/cijfer van de klasse of subklasse moet geplaatst en geproportioneerd worden in overeenstemming met deze die voorgeschreven zijn in 5.2.2.2 voor de gevaarlijke stoffen in kwestie. Het groot etiket moet het nummer van de klasse of de subklasse (en voor stoffen van de klasse 1, de letter die overeenstemt met de compatibiliteitsgroep) van de gevaarlijke stoffen in kwestie dragen, op de wijze die voorgeschreven is in 5.2.2.2 voor het overeenstemmende etiket, de hoogte van de karakters mag niet minder zijn dan 25 mm. Indien er geen afmetingen zijn bepaald, moeten alle elementen de weergegeven afmetingen benaderen.
De afwijkingen die gespecifieerd zijn in 5.2.2.2.1, tweede zin, 5.2.2.2.1.3, derde zin en 5.2.2.2.1.5 voor de gevaarsetiketten zijn ook van toepassing op de grote etiketten.
5.3.1.7.2
Bij de klasse 7 moet het groot etiket ten minste 250 mm op 250 mm meten, met een zwarte omtreklijn op 5 mm van de rand en – voor het overige – zoals weergegeven op de afbeelding hieronder (model nr. 7D). Het cijfer “7” moet ten minste 25 mm hoog zijn. De achtergrond van de bovenste helft van het groot etiket is geel en die van de onderste helft wit; het klaverblad en de tekst zijn zwart. Het gebruik van het woord “RADIOACTIVE” in de onderste helft is optioneel, zodat deze plaats gebruikt kan worden om het UN-nummer van de zending weer te geven.
Groot etiket voor de radioactieve stoffen van de klasse 7
(nr. 7D)
Symbool (klaverblad): zwart;
achtergrond: bovenste helft geel met een witte rand, onderste helft wit:
In de onderste helft: het woord “RADIOACTIVE” of
in plaats daarvan het toepasselijke UN-nummer;
cijfer “7” in de benedenhoek
|
5.3.1.7.3
Bij de tanks met een capaciteit van niet meer dan 3 m3 en bij de kleine containers mogen de grote etiketten vervangen worden door etiketten die overeenstemmen met 5.2.2.2. In het geval dat deze etiketten niet zichtbaar zijn langs de buitenkant van het dragende voertuig, moeten er eveneens grote etiketten conform 5.3.1.7.1 op de 2 zijkanten en de achterkant van het voertuig aangebracht worden.
5.3.1.7.4
Indien voor de klasse 1 en 7 de grootte en de constructie van het voertuig zodanig zijn dat het beschikbaar oppervlak niet volstaat om de voorgeschreven grote etiketten te bevestigen, mogen de afmetingen ervan teruggebracht worden tot 100 mm voor de zijde.