OPMERKING: De voorschriften voor het markeren van “UN”- opslagsystemen met metaalhydriden staan vrmeld in 6.2.2.9, de voorschriften voor het markeren van “UN”-flessenbatterijen staan vermeld in in 6.2.2.10, en de voorschriften voor het markeren staan vermeld in 6.2.2.11.
6.2.2.7.1
De mantels van hervulbare “UN”-drukrecipiënten en gesloten cryogene recipiënten moeten op een duidelijke en leesbare wijze voorzien zijn van de certificatie–, operationele en fabricagemerktekens. Deze merktekens moeten op een niet verwijderbare manier aangebracht zijn (bijvoorbeeld ingeslagen, ingegraveerd of geëtst). Ze dienen zich op de schouder, de bovenste bodem of de hals van de mantel van het drukrecipiënt te bevinden of op een van zijn niet-demonteerbare elementen (bijvoorbeeld een opgelaste kraag of een corrosiebestendig plaatje dat op de buitenmantel van een gesloten cryogeen recipiënt is gelast). De minimale hoogte van de merktekens, met uitzondering van het symbool van de UNO voor de verpakkingen, bedraagt 5 mm voor de drukrecipiënten met een diameter van ten minste 140 mm en 2,5 mm voor de drukrecipiënten met een diameter van minder dan 140 mm. Voor het UN-symbool voor verpakkingen bedraagt de minimale hoogte 10 mm voor de drukrecipiënten met een diameter van ten minste 140 mm en 5 mm voor de drukrecipiënten met een diameter van minder dan 140 mm.
6.2.2.7.2
De volgende certificatiemerktekens dienen aangebracht te worden:
- a)
- het UN-symbool voor verpakkingen
Dit symbool mag enkel gebruikt worden om te attesteren dat een verpakking, een flexibele container voor losgestort vervoer, een mobiele tank of een MEGC voldoet aan de van toepassing zijnde voorschriften van de hoofdstukken 6.1, 6.2, 6.3, 6.5, 6.6, 6.7 of 6.11. Het mag niet gebruikt worden voorde drukrecipiënten die enkel voldoen aan de voorschriften van 6.2.3 tot en met 6.2.5 (zie 6.2.3.9).
- b)
- de voor het ontwerp, de constructie en de beproevingen gebruikte technische norm (bijvoorbeeld ISO 9809-1);
OPMERKING: Op acetyleenflessen moet hier ook het merkteken ISO-norm 3807 aangebracht worden.
- c)
- de letter(s) die het land van goedkeuring aangeven; daarbij wordt gebruik gemaakt van het kenteken gebruikt voor de voertuigen in het internationaal wegverkeer
(134)
;
OPMERKING : Voor dit merkteken verstaat men onder het “land van goedkeuring” het land van de bevoegde overheid dat de initiële controle en beproeving van het individuele recipiënt op het moment van fabricage heeft toegelaten.
- d)
- het kenteken of het waarmerk van de controle-instelling, dat gedeponeerd is bij de bevoegde overheid van het land dat de markering heeft toegestaan;
- e)
- de datum van het eerste onderzoek, bestaande uit het jaar (vier cijfers) gevolgd door de maand (twee cijfers) en gescheiden dooreen schuine streep (d.w.z. “/”).
OPMERKING: Wanneer de conformiteit van een acetyleenfles beoordeeld wordt op basis van 6.2.1.4.4 b) en wanneer de mantel van de fles en de fles zelf niet beoordeeld werden door dezelfde controle-instellingen, moeten hun twee respectievelijke kentekens (alinea d)) aangebracht worden. Enkel de datum van het eerste onderzoek (alinea e)) van de volledige acetyleenfles moet aangebracht worden. Wanneer echter het land van goedkeuring van de instelling belast met het initiële onderzoek verschilt met het land van de instelling belast met de initiële beproevingen, dan moet een tweede kenteken (alinea c)) aangebracht worden.
6.2.2.7.3
De volgende operationele merktekens dienen aangebracht te worden:
- f)
- de beproevingsdruk in bar, voorafgegaan door de letters “PH” en gevolgd door de letters “BAR”;
- g)
- de massa van het leeg drukrecipiënt, met inbegrip van alle niet-demonteerbare integrale elementen (bijvoorbeeld kragen, voetringen, enz.), in kilogram en gevolgd door de letters “KG”. In deze massa mag de massa van de sluiting(en), de beschermkappen voor de kranen, de bekledingen of de poreuze materie (in het geval van acetyleen) niet inbegrepen zijn. De massa moet uitgedrukt worden tot op drie cijfers nauwkeurig, met het laatste cijfer naar boven afgerond. Voor de flessen van minder dan 1 kg moet de massa uitgedrukt worden tot op twee cijfers nauwkeurig, met het laatste cijfer naar boven afgerond ; in het geval van drukrecipiënten voor UN 1001 acetyleen, opgelost (ethyn, opgelost) en UN 3374 acetyleen zonder oplosmiddel (ethyn zonder oplosmiddel) moet ten minste één cijfer na de komma gegeven worden en voor de drukrecipiënten van minder dan 1 kg twee cijfers na de komma ;
- h)
- de gegarandeerde minimale wanddikte van het drukrecipiënt in millimeter, gevolgd door de letters “MM”. Dit opschrift is niet vereist voor de drukrecipiënten met een watercapaciteit van ten hoogste 1 liter, de composietflessen en de gesloten cryogene recipiënten;
- i)
- in het geval van drukrecipiënten voor de samengeperste gassen van UN 1001 acetyleen, opgelost (ethyn, opgelost) en van UN 3374 acetyleen zonder oplosmiddel (ethyn zonder oplosmiddel), de bedrijfsdruk in bar, voorafgegaan door de letters “PW”. In het geval van gesloten cryogene recipiënten, de maximaal toelaatbare bedrijfsdruk, voorafgegaan door de letters “MAWP”;
OPMERKING: Wanneer de mantel van een fles bestemd is om gebruikt te worden als acetyleenfles (met inbegrip van het poreuze materiaal,) is het niet verplicht om het merkteken betreffende de bedrijfsdruk aan te brengen totdat de fles volledig geassembleerd is.
- j)
- in het geval van drukrecipiënten voor vloeibaar gemaakte gassen, sterk gekoelde, vloeibaar gemaakte gassen en opgeloste gassen, de watercapaciteit in liter – uitgedrukt tot op drie cijfers nauwkeurig, met het laatste cijfer naar onder afgerond – gevolgd door de letter “L”. Wanneer de waarde van de minimale of nominale watercapaciteit een geheel getal is, mogen de cijfers na de komma weggelaten worden ;
- k)
- in het geval van flessen voor UN-nr. 1001 acetyleen, opgelost (ethyn, opgelost):
- i)
- de massa in lege toestand (in kg) gelijk aan de som van de massa's van de mantel in lege toestand, de bedrijfsuitrusting (met inbegrip van het poreuze materiaal) die tijdens het vullen niet verwijderd wordt, en van alle bekleding, van het oplosmiddel en het gas bij verzadiging - uitgedrukt tot op drie cijfers nauwkeurig, met het laatste cijfer naar onder afgerond - gevolgd door de letters “KG”. Er moet ten minste 1 cijfer na de komma vermeld worden. Voor drukrecipiënten van minder dan 1 kg, moet de massa uitgedrukt worden tot op 2 cijfers nauwkeurig, met het laatste cijfer naar onder afgerond ;
- ii)
- de vermelding van het gebruikte poreuze materiaal (bijvoorbeeld: de naam of het merk);
- iii)
- de totale massa (uitgedrukt in kg) van de gevulde acetyleenfles, gevolgd door de letters “KG”.
- l)
- in het geval van flessen voor UN-nr. 3374 acetyleen zonder oplosmiddel (ethyn zonder oplosmiddel):
- i)
- de massa in lege toestand (in kg) gelijk aan de som van de massa's van de mantel in lege toestand, de bedrijfsuitrusting (met inbegrip van het poreuze materiaal) die tijdens het vullen niet verwijderd wordt, en van alle bekleding - uitgedrukt tot op drie cijfers nauwkeurig, met het laatste cijfer naar onder afgerond - gevolgd door de letters “KG”. Er moet ten minste 1 cijfer na de komma vermeld worden. Voor drukrecipiënten van minder dan 1 kg, moet de massa uitgedrukt worden tot op 2 cijfers nauwkeurig, met het laatste cijfer naar onder afgerond ;
- ii)
- de vermelding van het gebruikte poreuze materiaal (bijvoorbeeld, de naam of het identificatiemerk);
- iii)
- de totale massa (uitgedrukt in kg) van de gevulde acetyleenfles, gevolgd door de letters “KG”.
6.2.2.7.4
De volgende fabricagemerktekens dienen aangebracht te worden:
- m)
- identificatie van de schroefdraad van de fles (bijvoorbeeld 25E). Dit merkteken is niet vereist voor de gesloten cryogene recipiënten;
OPMERKING: Informatie betreffende de merktekens die kunnen gebruikt worden voor de identificatie van de schroefdraad van flessen is terug te vinden in het rapport ISO/TR 11364, “Gas cylinders – Compilation of national and international valve stem/gas cylinder neck threads and their identification and marking system.
- n)
- het bij de bevoegde overheid gedeponeerd merk van de fabrikant. Wanneer het land van fabricage niet hetzelfde is als het land van goedkeuring, dient het merk van de fabrikant voorafgegaan te worden door de letter(s) die het land van fabricage aangeven; daarbij wordt gebruik gemaakt van het kenteken gebruikt voor de voertuigen in het internationaal wegverkeer
(135)
. De letter(s) van het land en het merk van de fabrikant moeten door middel van een spatie of van een schuine streep van elkaar gescheiden worden;
OPMERKING: Voor acetyleenflessen; wanneer de acetyleenfles en de mantel van de acetyleenfles niet dezelfde fabrikant hebben, moet enkel het merkteken van de fabrikant van de volledige acetyleenfles aangebracht worden.
- o)
- het door de fabrikant toegekend serienummer;
- p)
- in het geval van drukrecipiënten uit staal en composietdrukrecipiënten met een bekleding uit staal, bestemd voor het vervoer van gassen die waterstofbrosheid kunnen veroorzaken, de letter “H” die de compatibiliteit van het staal aangeeft (zie ISO 11114-1:2020);
- q)
- voor de composietflessen en -cylinders waarvan de nominale levensduur beperkt is, de letters “FINAL” gevolgd door de datum van het einde van deze levensduur, aangegeven door het jaar (vier cijfers) gevolgd door de maand (twee cijfers) en gescheiden door een schuine streep (d.w.z. “/”);
- r)
- voor de compososietflessen en -cylinders waarvan de nominale levensduur beperkt is, maar meer is dan 15 jaar en voor de composietflessen en -cylinders waarvan de nominale levensduur onbeperkt is, de letters “SERVICE” gevolgd door de datum die overeenstemt met 15 jaar na de fabricagedatum (initiële controle), aangegeven door het jaar (vier cijfers) gevolgd door de maand (twee cijfers) en gescheiden door een schuine streep (d.w.z. “/”).
Opmerking: Eens het constructietype voldaan heeft aan het beproevingsprogramma van de bedrijfsduur in overeenstemming met opmerking 2 van 6.2.2.1.1 of met opmerking 2 van 6.2.2.1.2, is het niet meer noodzakelijk om deze initiële bedrijfsduur aan te geven op de flessen en cylinders die vervolgens vervaardigd worden. Het merkteken van de initiële bedrijfsduur moet onleesbaar gemaakt worden op de flessen en cylinders waarvan het modeltype voldaan heeft aan de vereisten van het beproevingsprogramma van de bedrijfsduur.
6.2.2.7.5
De voornoemde merktekens moeten in drie groepen aangebracht worden:
- –
- de fabricagemerktekens moeten in de bovenste groep voorkomen en dienen achter elkaar in dezelfde volgorde als in 6.2.2.7.4 aangebracht te worden, met uitzondering van de merktekens die beschreven zijn in alinea q) en r) van 6.2.2.7.4, die moeten aangebracht worden naast de kenmerken betreffende de periodieke controles en beproevingen die beoogd worden in 6.2.2.7.7;
- –
- de operationele merktekens van 6.2.2.7.3 moeten in de middenste groep voorkomen en de beproevingsdruk f) moet onmiddellijk voorafgegaan worden door de bedrijfsdruk i) wanneer die vereist is;
- –
- de certificatiemerktekens moeten in de onderste groep voorkomen, in de volgorde zoals die in 6.2.2.7.2 is aangegeven.
Voorbeeld van de op een gasfles aangebrachte merktekens:
6.2.2.7.6
Andere merktekens zijn toegelaten in andere zones dan de zijwanden, op voorwaarde dat ze aangebracht zijn in zones met weinig spanningen en dat hun afmetingen en diepte dusdanig zijn dat ze geen concentratie van gevaarlijke spanningen veroorzaken. In het geval van gesloten cryogene recipiënten mogen deze merktekens op een afzonderlijke plaat voorkomen die aan de buitenmantel is vastgehecht. Ze mogen niet onverenigbaar zijn met de voorgeschreven merktekens.
6.2.2.7.7
Buiten de bovenvermelde merktekens moet elk hervulbaar drukrecipiënt, dat voldoet aan de voorschriften inzake periodieke onderzoeken en beproevingen van 6.2.2.4, voorzien zijn van:
- a)
- de identificatieletter(s) van het land dat de instelling heeft erkend die belast is met het verrichten van de periodieke onderzoeken en beproevingen, conform kenteken gebruikt voor de voertuigen in het internationaal wegverkeer
(136)
. Dit merkteken is niet verplicht indien deze instelling erkend werd door de bevoegde overheid van het land dat de fabricage goedkeurt;
- b)
- het gedeponeerd waarmerk van de door de bevoegde overheid erkende instelling voor het verrichten van de periodieke onderzoeken en beproevingen;
- c)
- de datum van de periodieke onderzoeken en beproevingen, bestaande uit het jaar (twee cijfers), gevolgd door de maand (twee cijfers) en gescheiden door een schuine streep (d.w.z. “/”). Het jaar mag aangegeven worden door vier cijfers.
De bovenvermelde merktekens moeten in de aangegeven volgorde voorkomen.
6.2.2.7.8
De merktekens in overeenstemming met 6.2.2.7.7 mogen gegraveerd worden in een metalen ring die zodanig aan de fles of het drukvat vastgemaakt wordt op het ogenblik dat de kraan wordt geplaatst, zodat hij enkel verwijderd kan worden door de kraan te demonteren.
6.2.2.7.9
(Afgeschaft)
(134)
|
Kenteken van de staat van inschrijving dat gebruikt wordt op auto's en aanhangwagens in het internationaal wegverkeer, bijvoorbeeld krachtens het Verdrag van Genève inzake het wegverkeer van 1949 of krachtens het Verdrag van Wenen inzake het wegverkeer van 1968.
|
(135)
|
Kenteken van de staat van inschrijving dat gebruikt wordt op auto's en aanhangwagens in het internationaal wegverkeer, bijvoorbeeld krachtens het Verdrag van Genève inzake het wegverkeer van 1949 of krachtens het Verdrag van Wenen inzake het wegverkeer van 1968.
|
(136)
|
Kenteken van de staat van inschrijving dat gebruikt wordt op auto's en aanhangwagens in het internationaal wegverkeer, bijvoorbeeld krachtens het Verdrag van Genève inzake het wegverkeer van 1949 of krachtens het Verdrag van Wenen inzake het wegverkeer van 1968.
|