Meer info
 

30/09/57 ADR 2013 - Bijlage A
Europees Verdrag van 30 september 1957 betreffende het internationaal vervoer van gevaarlijke goederen over de weg (ADR)

6.3.5.3 Valproef

6.3.5.3.1

Hoogte van de valproef en doel
De monsters moeten onderworpen worden aan een test met vrije val van een hoogte van 9 m op een stijf, niet elastisch, horizontaal, vlak, massief en stijf oppervlak conform de voorschriften van 6.1.5.3.4.

6.3.5.3.2

Aantal monsters en valoriëntatie

6.3.5.3.2.1

Indien de monsters kistvormig zijn, laat men er vijf vallen in de volgende oriëntaties:
a)
één plat op de bodem,
b)
één plat op het bovenvlak,
c)
één plat op één van de grote zijvlakken,
d)
één plat op één van de kleine zijvlakken,
e)
één op een hoek.

6.3.5.3.2.2

Indien de monsters vat-of jerrycanvormig zijn, laat men er drie vallen in de volgende oriëntaties:
a)
één overhoeks op de felsrand bovenaan, met het zwaartepunt recht boven het trefpunt,
b)
één overhoeks op de felsrand onderaan,
c)
één plat op het lichaam of de zijkant.

6.3.5.3.3

Het monster moet in de vereiste oriëntatie losgelaten worden, maar het is toegelaten dat de impact door aërodynamische oorzaken niet in die oriëntatie plaatsvindt.

6.3.5.3.4

Na de aangegeven reeks valproeven mag geen lekkage optreden vanuit het/de primair(e) recipiënt(en); dit/deze laatste moet(en) door het absorberend materiaal in de secundaire verpakking beschermd blijven.

6.3.5.3.5

Speciale voorbereiding van de monsters voor de valproef

6.3.5.3.5.1

Karton – Besproeiingsbeproeving met water
Buitenverpakkingen uit karton: het monster dient gedurende ten minste één uur blootgesteld te worden aan een besproeiing met water, die een regenbui van ongeveer 5 cm per uur simuleert. Daarna moet het aan de in 6.3.5.3.1 voorziene beproeving onderworpen worden;

6.3.5.3.5.2

Kunststof - Conditionering bij lage temperatuur
Primaire recipiënten of buitenverpakkingen uit kunststof: de temperatuur van het monster en zijn inhoud moet gedurende ten minste 24 uur tot – 18 °C of lager teruggebracht zijn; het monster dient binnen de 15 minuten die volgen op zijn verwijdering uit deze atmosfeer onderworpen te worden aan de in 6.3.5.3.1 beschreven test. Indien het monster droog ijs bevat dient de duur van de contitionering tot vier uur teruggebracht worden;

6.3.5.3.5.3

Verpakkingen die bestemd zijn om droog ijs te bevatten – Aanvullende valproef
Indien het de bedoeling is dat de verpakking droog ijs bevat, moet – naast de in 6.3.5.3.1 omschreven beproeving en, in voorkomend geval, deze omschreven in 6.3.5.3.6.1 of 6.3.5.3.6.2 – nog een aanvullende beproeving uitgevoerd worden. Een monster moet opgeslagen worden zodat het droog ijs volledig ontwijkt, en vervolgens onderworpen worden aan de valproef in die oriëntatie van deze die, naargelang het geval beschreven zijn in 6.3.5.3.5.1 of 6.3.5.3.5.2, waarbij de kans het grootst is dat de verpakking bezwijkt.