Meer info
 

30/09/57 ADR 2013 - Bijlage A
Europees Verdrag van 30 september 1957 betreffende het internationaal vervoer van gevaarlijke goederen over de weg (ADR)

6.8.3.5 Merkteken

6.8.3.5.1

De hierna volgende gegevens moeten bovendien op de in 6.8.2.5.1 bedoelde plaat ingeslagen of op een gelijkaardige wijze aangebracht zijn, of rechtstreeks op de wanden van de houder zelf indien die zodanig versterkt zijn dat de sterkte van de tank er niet door vermindert.

6.8.3.5.2

Bij de tanks die bestemd zijn voor het vervoer van één enkele stof:
de officiële vervoersnaam van het gas en – voor de gassen die bij een n.e.g. rubriek ingedeeld zijn – bovendien de technische benaming (292) .
Deze vermelding:
moet, bij de tanks die bestemd zijn voor het vervoer van samengeperste gassen die op volume (druk) gevuld worden, aangevuld worden met de maximaal toegelaten vuldruk van de tank bij 15 °C; en
moet, bij de tanks die bestemd zijn voor het vervoer van samengeperste gassen die op massa gevuld worden en van vloeibaar gemaakte gassen, van sterk gekoelde vloeibaar gemaakte gassen en van opgeloste gassen, aangevuld worden met de maximaal toelaatbare vulmassa in kg en met de vultemperatuur indien deze laatste lager is dan -20 °C.

6.8.3.5.3

Indien de tanks bestemd zijn voor verscheiden gebruik:
voor alle gassen waarvoor de tank goedgekeurd is, de officiële vervoersnaam van de gassen en – voor de bij een n.e.g.-rubriek ingedeelde gassen – bovendien de technische benaming (293) .
Deze vermelding moeten aangevuld worden met de aanduiding van de maximaal toelaatbare vulmassa in kg voor elk van die gassen.

6.8.3.5.4

Indien de tanks bestemd zijn voor het vervoer van de sterk gekoelde vloeibaar gemaakte gassen:
de maximale bedrijfsdruk (294) ;
 
 –  de referentie verblijfstijd (in dagen of in uren) voor elk gas (1) ;
 –  de geassocieerde initiële drukken (in bar of in kPa) (1) .
(1)
De meeteenheden toevoegen na de numerieke waarden.

6.8.3.5.5

Indien de tanks voorzien zijn van een warmteisolatie:
de vermelding “geïsoleerd” of “vacuum-geïsoleerd”.

6.8.3.5.6

In aanvulling op de in 6.8.2.5.2 voorgeschreven opschriften moeten nog de volgende vermeldingen voorkomen op het tankvoertuig (op de tank zelf of op een bord) (13) :
In aanvulling op de in 6.8.2.5.2 voorgeschreven opschriften moeten nog de volgende vermeldingen voorkomen op de tank-container (op de tank zelf of op een bord) (13) :
(13)
Achter de numerieke waarde moet de eenheid aangegeven worden.
a)
de tankcode volgens het certificaat (zie 6.8.2.3.2) met de effectieve proefdruk van de tank;
het opschrift “toegelaten minimale vultemperatuur: ...”;
b)
indien de tanks bestemd zijn voor het vervoer van één enkele stof:
de officiële vervoersnaam van de gassen en – voor de bij een n.e.g.-rubriek ingedeelde gassen – bovendien de technische benaming (295) ;
voor de samengeperste gassen die op massa gevuld worden en voor de vloeibaar gemaakte gassen, de sterk gekoelde vloeibaar gemaakte gassen en de opgeloste gassen, de maximaal toegelaten vulmassa in kg;
c)
Indien de tanks bestemd zijn voor verscheiden gebruik:
voor alle gassen waarvoor de tank goedgekeurd is, de officiële vervoersnaam van de gassen en – voor de bij een n.e.g.-rubriek ingedeelde gassen – bovendien de technische benaming (296) ; deze vermelding moet aangevuld worden met de aanduiding van de maximaal toelaatbare vulmassa in kg voor elk van die gassen;
d)
voor de houders voorzien van een warmte-isolatie:
de vermelding “geïsoleerd” (of “vacuüm-geïsoleerd”) in een officiële taal van het land van inschrijving en bovendien, indien dit geen Engels, Frans of Duits is, in het Engels, in het Frans of in het Duits, tenzij overeenkomsten tussen de bij het vervoer betrokken landen anders bepalen.

6.8.3.5.7

(Voorbehouden)

6.8.3.5.8

Deze aanduidingen zijn niet vereist voor een dragend voertuig met afneembare tanks
 

6.8.3.5.9

(Voorbehouden)

Markeren van de batterijvoertuigen en MEGC's

6.8.3.5.10

Elke batterijvoertuig en elke MEGC moet voorzien zijn van een kenplaatje uit corrosievast metaal, dat op permanente wijze bevestigd is op een plaats die gemakkelijk bereikbaar is voor controle. Op dat plaatje moeten ten minste de volgende gegevens ingeslagen of op een gelijkaardige wijze aangebracht zijn 13:
goedkeuringsnummer;
naam of merk van de fabrikant;
serienummer van de fabricage;
bouwjaar;
beproevingsdruk (manometerdruk);
berekeningstemperatuur (enkel indien deze meer dan + 50 °C of minder dan -20 °C bedraagt);
datum (maand, jaar) van de initiële controle en van de laatste periodieke controle volgens 6.8.3.4.12 tot en met 6.8.3.4.15;
waarmerk van de controle-instelling die de controle heeft uitgevoerd ;

6.8.3.5.11

De volgende gegevens moeten op het batterijvoertuig zelf of op een bord worden aangebracht (13) :
De volgende gegevens moeten op de MEGC zelf of op een bord worden aangebracht (13) :
 –  het merkteken van de eigenaar of de naam van de exploitant
 –  de naam van de eigenaar en van de exploitant;
 –  het aantal elementen;
 –  het aantal elementen;
 –  de totale capaciteit van de elementen;
 –  de totale capaciteit van de elementen;
 
 –  de maximaal toegelaten massa in gevulde toestand;
en voor de batterijvoertuigen die op massa gevuld worden:
 –  de massa in lege toestand;
 –  de maximaal toegelaten massa.
 –  de tankcode volgens het goedkeu-ringscertificaat (zie 6.8.2.3.2) met de effectieve beproevingsdruk van de MEGC ;
 
 –  de officiële vervoersnaam en voor de bij een n.e.g. rubriek ingedeelde gassen bovendien de technische benaming (16) van de gassen voor het vervoer waarvan de MEGC gebruikt wordt;
 
en voor de MEGC's die op massa gevuld worden:
 
 –  de tarra.
(13)
Achter de numerieke waarde moet de eenheid aangegeven worden.
(16)
In plaats van de officiële vervoersnaam of, in voorkomend geval, van de officiële vervoersnaam van de n.e.g.-rubriek gevolgd door de technische benaming, mag een van de hiernavolgende benamingen gebruikt worden:
voor UN 1078 koelgas, n.e.g.: mengsel F1, mengsel F2, mengsel F3;
voor UN 1060 mengsel van methylacetyleen en propadieen, gestabiliseerd: mengsel P1, mengsel P2;
voor UN 1965 mengsel van koolwaterstofgassen, vloeibaar gemaakt, n.e.g.: mengsel A, mengsel A01, mengsel A02, mengsel AO, mengsel A1, mengsel B1, mengsel B2, mengsel B, mengsel C. De handelsbenamingen die in 2.2.2.3 aangegeven zijn bij classificatiecode 2F, UN-nummer 1965, OPMERKING 1, mogen slechts als aanvulling gebruikt worden.
voor UN 1010 butadiënen, gestabiliseerd: 1,2-butadieen, gestabiliseerd, 1,3-butadieen, gestabiliseerd.
voor UN 1012 buteen: 1-buteen, cis-2-buteen, trans-2-buteen, mengsels van butenen.

6.8.3.5.12

Op het raamwerk van de batterijvoertuigen moet dicht bij de vulopening een plaat aangebracht zijn met de volgende vermeldingen:
de maximaal toegelaten vuldruk bij 15 °C voor de elementen die bestemd zijn voor samengeperste gassen (297) ;
de officiële vervoersnaam van het gas volgens hoofdstuk 3.2 en – voor de gassen die bij een n.e.g. rubriek ingedeeld zijn – bovendien de technische benaming (298) ; voor vloeibaar gemaakte gassen bovendien:
de maximaal toegelaten vulmassa per element (299) .

6.8.3.5.13

De flessen, cylinders en drukvaten, en de flessen die deel uitmaken van een flessenbatterij, moeten overeenkomstig 6.2.2.7 van opschriften voorzien zijn. Deze recipiënten moeten niet noodzakelijk elk afzonderlijk voorzien worden van de in hoofdstuk 5.2 voorgeschreven gevaarsetiketten.
De batterijvoertuigen en MEGC's moeten overeenkomstig hoofdstuk 5.3 van grote etiketten en van een oranje signalisatie voorzien worden.

(292)
In plaats van de officiële vervoersnaam of, in voorkomend geval, van de officiële vervoersnaam van de n.e.g.-rubriek gevolgd door de technische benaming, mag een van de hiernavolgende benamingen gebruikt worden:
voor UN 1078 koelgas, n.e.g.: mengsel F1, mengsel F2, mengsel F3;
voor UN 1060 mengsel van methylacetyleen en propadieen, gestabiliseerd: mengsel P1, mengsel P2;
voor UN 1965 mengsel van koolwaterstofgassen, vloeibaar gemaakt, n.e.g.: mengsel A, mengsel A01, mengsel A02, mengsel AO, mengsel A1, mengsel B1, mengsel B2, mengsel B, mengsel C. De handelsbenamingen die in 2.2.2.3 aangegeven zijn bij classificatiecode 2F, UN-nummer 1965, OPMERKING 1, mogen slechts als aanvulling gebruikt worden.
voor UN 1010 butadiënen, gestabiliseerd: 1,2-butadieen, gestabiliseerd, 1,3-butadieen, gestabiliseerd.
voor UN 1012 buteen: 1-buteen, cis-2-buteen, trans-2-buteen, mengsels van butenen.
(293)
In plaats van de officiële vervoersnaam of, in voorkomend geval, van de officiële vervoersnaam van de n.e.g.-rubriek gevolgd door de technische benaming, mag een van de hiernavolgende benamingen gebruikt worden:
voor UN 1078 koelgas, n.e.g.: mengsel F1, mengsel F2, mengsel F3;
voor UN 1060 mengsel van methylacetyleen en propadieen, gestabiliseerd: mengsel P1, mengsel P2;
voor UN 1965 mengsel van koolwaterstofgassen, vloeibaar gemaakt, n.e.g.: mengsel A, mengsel A01, mengsel A02, mengsel AO, mengsel A1, mengsel B1, mengsel B2, mengsel B, mengsel C. De handelsbenamingen die in 2.2.2.3 aangegeven zijn bij classificatiecode 2F, UN-nummer 1965, OPMERKING 1, mogen slechts als aanvulling gebruikt worden.
voor UN 1010 butadiënen, gestabiliseerd: 1,2-butadieen, gestabiliseerd, 1,3-butadieen, gestabiliseerd.
voor UN 1012 buteen: 1-buteen, cis-2-buteen, trans-2-buteen, mengsels van butenen.
(294)
De meeteenheden toevoegen na de numerieke waarden.
(295)
In plaats van de officiële vervoersnaam of, in voorkomend geval, van de officiële vervoersnaam van de n.e.g.-rubriek gevolgd door de technische benaming, mag een van de hiernavolgende benamingen gebruikt worden:
voor UN 1078 koelgas, n.e.g.: mengsel F1, mengsel F2, mengsel F3;
voor UN 1060 mengsel van methylacetyleen en propadieen, gestabiliseerd: mengsel P1, mengsel P2;
voor UN 1965 mengsel van koolwaterstofgassen, vloeibaar gemaakt, n.e.g.: mengsel A, mengsel A01, mengsel A02, mengsel AO, mengsel A1, mengsel B1, mengsel B2, mengsel B, mengsel C. De handelsbenamingen die in 2.2.2.3 aangegeven zijn bij classificatiecode 2F, UN-nummer 1965, OPMERKING 1, mogen slechts als aanvulling gebruikt worden.
voor UN 1010 butadiënen, gestabiliseerd: 1,2-butadieen, gestabiliseerd, 1,3-butadieen, gestabiliseerd.
voor UN 1012 buteen: 1-buteen, cis-2-buteen, trans-2-buteen, mengsels van butenen.
(296)
In plaats van de officiële vervoersnaam of, in voorkomend geval, van de officiële vervoersnaam van de n.e.g.-rubriek gevolgd door de technische benaming, mag een van de hiernavolgende benamingen gebruikt worden:
voor UN 1078 koelgas, n.e.g.: mengsel F1, mengsel F2, mengsel F3;
voor UN 1060 mengsel van methylacetyleen en propadieen, gestabiliseerd: mengsel P1, mengsel P2;
voor UN 1965 mengsel van koolwaterstofgassen, vloeibaar gemaakt, n.e.g.: mengsel A, mengsel A01, mengsel A02, mengsel AO, mengsel A1, mengsel B1, mengsel B2, mengsel B, mengsel C. De handelsbenamingen die in 2.2.2.3 aangegeven zijn bij classificatiecode 2F, UN-nummer 1965, OPMERKING 1, mogen slechts als aanvulling gebruikt worden.
voor UN 1010 butadiënen, gestabiliseerd: 1,2-butadieen, gestabiliseerd, 1,3-butadieen, gestabiliseerd.
voor UN 1012 buteen: 1-buteen, cis-2-buteen, trans-2-buteen, mengsels van butenen.
(297)
Achter de numerieke waarde moet de eenheid aangegeven worden.
(298)
In plaats van de officiële vervoersnaam of, in voorkomend geval, van de officiële vervoersnaam van de n.e.g.-rubriek gevolgd door de technische benaming, mag een van de hiernavolgende benamingen gebruikt worden:
voor UN 1078 koelgas, n.e.g.: mengsel F1, mengsel F2, mengsel F3;
voor UN 1060 mengsel van methylacetyleen en propadieen, gestabiliseerd: mengsel P1, mengsel P2;
voor UN 1965 mengsel van koolwaterstofgassen, vloeibaar gemaakt, n.e.g.: mengsel A, mengsel A01, mengsel A02, mengsel AO, mengsel A1, mengsel B1, mengsel B2, mengsel B, mengsel C. De handelsbenamingen die in 2.2.2.3 aangegeven zijn bij classificatiecode 2F, UN-nummer 1965, OPMERKING 1, mogen slechts als aanvulling gebruikt worden.
voor UN 1010 butadiënen, gestabiliseerd: 1,2-butadieen, gestabiliseerd, 1,3-butadieen, gestabiliseerd.
voor UN 1012 buteen: 1-buteen, cis-2-buteen, trans-2-buteen, mengsels van butenen.
(299)
Achter de numerieke waarde moet de eenheid aangegeven worden.