Meer info
 

R 1334/2000/EG - Controle uitvoer van producten en technologie voor tweeërlei gebruik
Verordening (EG) 1334/2000 van 22 juni 2000 van de Raad tot instelling van een communautaire regeling voor controle op de uitvoer van producten en technologie voor tweeërlei gebruik Verordening (EG) 1334/2000 van 22 juni 2000 van de Raad tot instelling van een communautaire regeling voor controle op de uitvoer van producten en technologie voor tweeërlei gebruik

Artikel 21

1.
Voor de intracommunautaire overbrenging van producten voor tweeërlei gebruik van de lijst in bijlage IV is een vergunning vereist. Producten van de lijst in deel 2 van bijlage IV vallen niet onder een algemene vergunning.
2.
a)
Een lidstaat kan een vergunningsvereiste instellen voor de overbrenging van andere producten voor tweeërlei gebruik van zijn grondgebied naar een andere lidstaat indien op het tijdstip van de overbrenging:
de exporteur weet dat de eindbestemming van die producten buiten de Gemeenschap ligt;
voor de export van de producten naar die eindbestemming in de lidstaat waaruit de producten moeten worden uitgevoerd, een vergunning vereist is krachtens artikel 3, 4 of 5 en deze export, rechtstreeks vanaf zijn grondgebied, niet is toegestaan bij een algemene of globale vergunning;
op de producten geen handeling uit artikel 24 van het communautair douanewetboek hoeft te worden verricht in de lidstaat waarnaar de producten zullen worden overgebracht.
b)
De overbrengingsvergunning moet worden aangevraagd in de lidstaat van waaruit de goederen voor tweeërlei gebruik zullen worden overgebracht.
c)
In gevallen waarin de export van producten voor tweeërlei gebruik reeds door de lidstaat van waaruit de producten zullen worden uitgevoerd, is aanvaard in de overlegprocedures van artikel 7, wordt de overbrengingsvergunning onmiddellijk aan de exporteur afgegeven, tenzij de omstandigheden drastisch zijn veranderd.
d)
Een lidstaat die wetgeving aanneemt welke in een dergelijk vereiste voorziet, brengt de Commissie en de overige lidstaten op de hoogte van de maatregelen die hij heeft genomen. De Commissie maakt deze informatie bekend in de C-serie van het Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen.
3.
De maatregelen krachtens de leden 1 en 2 geven geen aanleiding tot controles aan de binnengrenzen van de Gemeenschap, maar vergen slechts controles die in het kader van de normale, op niet-discriminerende wijze over het gehele grondgebied van de Gemeenschap uitgevoerde controleprocedures passen.
4.
De toepassing van de maatregelen van de leden 1 en 2 mag er in geen geval toe leiden dat voor overbrenging van de ene lidstaat naar de andere strengere voorwaarden gelden dan voor de export van dezelfde producten naar derde landen.
5.
De bescheiden en dossiers in verband met intracommunautaire overbrengingen van de in de lijst van bijlage I vermelde producten voor tweeërlei gebruik worden gedurende ten minste drie jaar na afloop van het jaar waarin de overbrenging is geschied, bewaard en dienen op verzoek van de bevoegde autoriteiten van de lidstaat van waaruit die producten werden overgebracht, aan hen te worden voorgelegd.
6.
Een lidstaat kan bij nationale wetgeving vereisen dat voor intracommunautaire overbrengingen vanuit die lidstaat van producten van bijlage I, categorie 5 , deel 2, die niet in bijlage IV voorkomen, aan de bevoegde autoriteiten van die lidstaat aanvullende informatie over de betrokken producten wordt verstrekt.
7.
In relevante handelsbescheiden die betrekking hebben op de overbrenging binnen de Gemeenschap van in de lijst van bijlage I vermelde producten voor tweeërlei gebruik dient duidelijk te worden vermeld dat die producten bij uitvoer uit de Gemeenschap aan controle worden onderworpen. De relevante handelsbescheiden omvatten met name een verkoopcontract, een orderbevestiging, een factuur of een verzendingsborderel.