Meer info
 

D 2009/71/Euratom - vaststelling communautair kader voor de nucleaire veiligheid van kerninstallaties
Richtlijn 2009/71/Euratom van 25 juni 2009 van de Raad tot vaststelling van een communautair kader voor de nucleaire veiligheid van kerninstallaties

Afdeling 1 Algemene verplichtingen

Artikel 4 Kader voor wetgeving, regelgeving en organisatie

1 [

Er wordt door de lidstaten een passend nationaal wettelijk, regelgevend en organisatorisch kader voor de veiligheid van kerninstallaties ingesteld en in stand gehouden (“nationale kader). In het nationale kader wordt met name voorzien in:
a)
de toewijzing van verantwoordelijkheden en de coördinatie tussen de betrokken overheidsinstanties;
b)
nationale nucleaire veiligheidsvoorschriften, die alle stadia van de levenscyclus van kerninstallaties omvatten;
c)
een stelsel van vergunningen en verboden op de bedrijfsvoering van kerninstallaties zonder vergunning;
d)
een stelsel voor regulerend toezicht op de nucleaire veiligheid door de bevoegde regelgevende autoriteit;
e)
doeltreffende en evenredige handhavingsmaatregelen, waaronder, indien nodig, corrigerende maatregelen of de schorsing van de bedrijfsvoering en de wijziging of intrekking van een vergunning.
De in punt b) bedoelde bepaling van de wijze van vaststelling van nationale nucleaire veiligheidsvoorschriften en het instrument met behulp waarvan zij worden toegepast, valt onder de bevoegdheid van de lidstaten.
]

2

De lidstaten zorgen ervoor dat het nationale kader in stand wordt gehouden en indien nodig verbeterd wordt waarbij rekening wordt gehouden met tijdens de bedrijfsvoering opgedane ervaring, de inzichten verkregen door veiligheidsanalyses voor reeds in bedrijf zijnde kerninstallaties, de ontwikkeling van de technologie en de resultaten van veiligheidsonderzoek, indien van toepassing en beschikbaar.

Artikel 5 De bevoegde regelgevende autoriteit

1

Er wordt door de lidstaten een bevoegde regelgevende autoriteit op het gebied van veiligheid van kerninstallaties ingesteld en in stand gehouden.

2 [

De lidstaten zorgen ervoor dat de bevoegde regelgevende autoriteit daadwerkelijk onafhankelijk is van ongewenste beïnvloeding van besluitvorming op regelgevingsgebied. Met dit doel voor ogen zorgen de lidstaten ervoor dat het nationale kader voorschrijft dat de bevoegde regelgevende autoriteit:
a)
functioneel gescheiden is van andere organen of organisaties die betrokken zijn bij de bevordering of het gebruik van kernenergie, en geen instructies vraagt of aanvaardt van zo'n orgaan of organisatie, bij de uitvoering van haar taken op regelgevingsgebied;
b)
regelgevingsbesluiten neemt die gegrond zijn op gedegen en transparante eisen op het gebied van nucleaire veiligheid;
c)
eigen, afdoende begrotingsmiddelen ontvangt, opdat zij haar regelgevende taken zoals vastgelegd in het nationale kader kan uitvoeren, en verantwoordelijk is voor de uitvoering van de toegewezen begroting;
d)
over een voldoende aantal personeelsleden beschikt met de nodige kwalificaties, ervaring en deskundigheid om aan haar verplichtingen te kunnen voldoen. Zij kan een beroep doen op externe wetenschappelijke en technische middelen en expertise ter ondersteuning van haar regelgevende taken;
e)
procedures vaststelt voor het voorkomen en beslechten van belangenconflicten;
f)
met nucleaire veiligheid verband houdende informatie verstrekt zonder vrijgave door enig ander orgaan of enige andere organisatie, mits daardoor geen andere, in de toepasselijke wetgeving of internationale instrumenten erkende overheersende belangen, onder meer inzake beveiliging, in het gedrang worden gebracht.
]

[3

De lidstaten zorgen ervoor dat de bevoegde regelgevende autoriteit de juridische bevoegdheden krijgt om haar verplichtingen in verband met het in artikel 4, lid 1, omschreven nationale kader te vervullen. Met dit doel voor ogen zorgen de lidstaten ervoor dat het nationale kader de bevoegde regelgevende autoriteiten met de volgende voornaamste regelgevingstaken belast:
a)
nationale voorschriften voor de nucleaire veiligheid voorstellen, omschrijven of deelnemen aan de omschrijving ervan;
b)
eisen dat de vergunninghouder de nationale voorschriften voor de nucleaire veiligheid en het bepaalde in de relevante vergunning in acht neemt en daarvan het bewijs levert;
c)
deze naleving verifiëren door middel van op de regelgeving stoelende evaluaties en inspecties;
d)
doeltreffende en evenredige handhavingsmaatregelen voorstellen of uitvoeren.
]

Artikel 6 Vergunninghouders

De lidstaten zorgen ervoor dat met het ingestelde nationale kader wordt vereist dat:
a)
de hoofdverantwoordelijkheid voor de nucleaire veiligheid van een kerninstallatie bij de vergunninghouder berust. Die verantwoordelijkheid kan niet worden overgedragen en omvat mede de verantwoordelijkheid voor de activiteiten van aannemers en onderaannemers waarvan de activiteiten van invloed kunnen zijn op de nucleaire veiligheid van een kerninstallatie;
b)
wanneer een vergunning wordt aangevraagd, de aanvrager de nucleaire veiligheid moet aantonen. De reikwijdte en het niveau van detail moeten evenredig zijn met de potentiële omvang en aard van het gestelde risico voor de kerninstallatie en de vestigingsplaats ervan;
c)
vergunninghouders op systematische en verifieerbare wijze de nucleaire veiligheid van hun kerninstallaties regelmatig beoordelen, onderzoeken en, zoveel als redelijkerwijs mogelijk is, continu verbeteren. Tijdens de in lid 3 bedoelde beoordelingen wordt ook nagegaan of er maatregelen zijn genomen ter voorkoming van ongevallen en de verdere beperking van de gevolgen ervan, inclusief de verificatie van de toepassing van bepalingen met het oog op verdediging in de diepte;
d)
vergunninghouders beheerssystemen met gepaste voorrang voor nucleaire veiligheid instellen en uitvoeren;
e)
vergunninghouders voorzien in passende locatiegebonden procedures en regelingen voor noodsituaties, waaronder richtsnoeren of vergelijkbare regelingen voor het beheer van ernstige ongevallen, opdat doeltreffend op ongevallen kan worden gereageerd om de gevolgen ervan te voorkomen of te beperken. Deze procedures dienen met name:
i)
te stroken met andere operationele procedures en moeten regelmatig worden geoefend om hun praktische uitvoerbaarheid te controleren;
ii)
betrekking te hebben op ongevallen, met inbegrip van ernstige ongevallen, die zich zouden kunnen voordoen in alle operationele modi, en op ongevallen, met inbegrip van ernstige ongevallen, waarbij verscheidene eenheden tegelijkertijd betrokken zijn of die van invloed zijn op verscheidene eenheden tegelijkertijd;
iii)
regelingen te omvatten voor het ontvangen van externe bijstand;
iv)
periodiek te worden getoetst en regelmatig te worden geactualiseerd, rekening houdend met de ervaringen van oefeningen en de lessen die uit ongevallen zijn geleerd;
f)
vergunninghouders zorgen voor personele en financiële middelen, met toereikende kwalificaties en vaardigheden om te kunnen voldoen aan de verplichtingen inzake de nucleaire veiligheid van een kerninstallatie. Vergunninghouders zorgen er ook voor dat de aannemers en onderaannemers die onder hun verantwoordelijkheid vallen en waarvan de activiteiten van invloed kunnen zijn op de nucleaire veiligheid van een kerninstallatie, over de nodige personele middelen met de vereiste kwalificaties en vaardigheden beschikken om aan hun verplichtingen te voldoen.

Artikel 7 Deskundigheid en bekwaamheid inzake nucleaire veiligheid

De lidstaten zorgen ervoor dat overeenkomstig het nationale kader van alle partijen wordt geëist dat zij voorzien in regelingen voor opleiding en training van hun personeelsleden die verantwoordelijk zijn voor de nucleaire veiligheid van kerninstallaties, teneinde een deskundigheid en bekwaamheid op het gebied van nucleaire veiligheid en een locatiegebonden paraatheid te verwerven, in stand te houden en verder te ontwikkelen.

Artikel 8 Transparantie

1

De lidstaten zorgen ervoor dat de nodige informatie met betrekking tot de nucleaire veiligheid van kerninstallaties en de regulering ervan beschikbaar wordt gesteld voor de werkers en het publiek, met speciale aandacht voor de lokale autoriteiten, bevolking en belanghebbende partijen in de nabijheid van een nucleaire installatie. Deze verplichting houdt in dat de bevoegde regelgevende autoriteit en de vergunninghouders, elk binnen hun verantwoordelijkheidsgebied, in het kader van hun voorlichtingsbeleid:
a)
aan de werkers en het publiek informatie verstrekken over de normale bedrijfsomstandigheden van kerninstallaties, en
b)
in het geval van een incident of ongeval meteen informatie verstrekken aan de werkers en het publiek, alsook aan de bevoegde regelgevende autoriteiten van andere lidstaten in de nabijheid van een kerninstallatie.

2

De informatie wordt aan het publiek beschikbaar gesteld overeenkomstig de vigerende wetgeving en de internationale instrumenten, mits hiermee geen andere, in de toepasselijke wetgeving en de internationale instrumenten erkende en overheersende belangen, onder meer inzake beveiliging, in het gedrang worden gebracht.

3

Onverminderd artikel 5, lid 2, zorgen de lidstaten ervoor dat de bevoegde regelgevende autoriteit, indien nodig, een samenwerking op het gebied van de nucleaire veiligheid van kerninstallaties aangaat met de bevoegde regelgevende autoriteiten van andere lidstaten in de nabijheid van een kerninstallatie, onder meer door het uitwisselen en/of delen van informatie.

4

De lidstaten zorgen ervoor dat het publiek de nodige kansen krijgt om daadwerkelijk deel te nemen aan het besluitvormingsproces inzake vergunningen voor kerninstallaties, in overeenstemming met de toepasselijke wetgeving en met hun internationale verplichtingen.