Meer info
 

15/04/94 FANC-wet
Wet van 15 april 1994 betreffende de bescherming van de bevolking en van het leefmilieu tegen de uit ioniserende stralingen voortspruitende gevaren en betreffende het Federaal Agentschap voor Nucleaire Controle

Hoofdstuk VI Bestuur van het Agentschap

Artikel 35

Het Agentschap wordt bestuurd door een raad van bestuur bestaande uit een voorzitter en dertien leden, allen stemgerechtigd en door de Koning aangewezen bij een in Ministerraad overlegd besluit op voorstel van de ministers onder wier bevoegdheid het Agentschap valt. Deze aanwijzing geschiedt op basis van hun bijzondere wetenschappelijke of professionele kwaliteiten vermeld in het aanwijzingsbesluit, op het vlak van de bescherming van de bevolking en het leefmilieu tegen de gevaren van ioniserende stralingen.
De raad van bestuur bestaat uit evenveel Nederlandstalige als Franstalige leden. Bij staking van stemmen, is de stem van de voorzitter of diens plaatsvervanger doorslaggevend.
[De Koning kan, bij in Ministerraad overlegd besluit, nadere regels bepalen omtrent de samenstelling en de werking van de bestuurs- en adviesorganen van het Agentschap.]
[De voorzitter en de leden van de raad van bestuur vertegenwoordigen de Staat.]

Artikel 36

De voorzitter en de leden van de raad van bestuur worden door de Koning aangewezen, voor een termijn van zes jaar. Hun mandaat is vernieuwbaar volgens de regels bepaald voor de benoeming. Het mandaat eindigt van rechtswege wanneer de titularis de leeftijd van [70 jaar] bereikt.
In afwijking van het eerste lid, eindigt het mandaat van de helft van de leden die deel uitmaken van de eerste raad van bestuur na een termijn van drie jaar.
Op gemotiveerd eensluidend advies van de raad van bestuur, goedgekeurd met tweederde meerderheid van de uitgebrachte stemmen, kunnen de bestuurders van het Agentschap worden ontslagen door een in de Ministerraad overlegd koninklijk besluit.

Artikel 37

Er wordt een Wetenschappelijke Raad ingesteld die tot taak heeft het Agentschap te adviseren over het toezichtsbeleid en meer bepaald, overeenkomstig artikel 16, vooraf advies uit te brengen voor het afgeven van vergunningen voor nieuwe nucleaire installaties of bij het hernieuwen van de vergunningen. De Koning regelt de samenstelling en de bevoegdheden van de Wetenschappelijke Raad, die bestaat uit specialisten op het gebied van de kernenergie en van de veiligheid.
De raad van bestuur staat in voor het overleg tussen het Agentschap en de geïnteresseerde kringen en meer bepaald de exploitanten van de nucleaire installaties.

Artikel 38

[Zonder afbreuk te doen aan de andere beperkingen door of krachtens een wet, is de uitoefening van het mandaat van voorzitter of bestuurder bij het Agentschap, of bij elke andere instelling of entiteit waarop het Agentschap beroep doet op grond [van de artikelen 14ter en 29bis], onverenigbaar met het mandaat of de functies van:]
lid van het Europees Parlement;
lid van de Kamer van Volksvertegenwoordigers of van de Senaat;
lid van de federale regering;
[lid van een Gemeenschaps- of Gewestparlement of van een gemeenschaps- of gewestregering;]
provinciegouverneur of lid van de bestendige deputatie van een provincieraad;
lid van een college van burgermeester en schepenen of voorzitter van een openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn;
personeelslid van het Agentschap of van een persoon of instelling die ofwel rechtstreeks ofwel onrechtstreeks door bemiddeling van een erkende instelling onder het toezicht van het Agentschap staat, met uitzondering van personeelsleden van universiteiten en hogescholen die geen rechtstreeks belang hebben bij de opdrachten van het Agentschap[;]
[voorzitter of lid van de raad van bestuur bij een instelling die aan het toezicht van het Agentschap wordt onderworpen, met uitzondering van de universiteiten en hogescholen die geen rechtstreeks belang hebben bij de opdrachten van het Agentschap en met uitzondering van de juridische entiteiten die het Agentschap speciaal heeft opgericht op grond [van de artikelen 14ter en 29bis].]
[Een personeelslid van het Agentschap kan geen lid van de raad van bestuur zijn van een instelling die onder het toezicht van het Agentschap staat.]
Deze onverenigbaarheden blijven gelden tot na het verstrijken van het jaar volgend op het beëindigen van het mandaat of de functie.
Wanneer een bestuurder bovenvermelde bepalingen overtreedt moet hij de betrokken mandaten of functies neerleggen. Indien hij nalaat dit te doen wordt hij van rechtswege geacht zijn mandaat in het Agentschap te hebben neergelegd.
[De hoedanigheid van lid van de Wetenschappelijke Raad is onverenigbaar met de volgende mandaten en hoedanigheden bij het Agentschap of bij de entiteiten die het Agentschap heeft opgericht:
het mandaat van directeur-generaal;
de hoedanigheid van lid van de raad van bestuur;
de hoedanigheid van personeelslid.
]

Artikel 39

De raad van bestuur vertegenwoordigt het Agentschap in gerechtelijke procedures.
De raad van bestuur kan, op eigen verantwoordelijkheid, een gedeelte van zijn bevoegdheden overdragen aan de directeur-generaal. De bevoegdheidsoverdrachten kunnen alleen geschieden krachtens bijzondere beslissingen van de raad van bestuur die het voorwerp en de omvang van elke overgedragen bevoegdheid bepaalt. De voorzitter en de directeur-generaal vertegenwoordigen het Agentschap in authentieke en onderhandse akten.

Artikel 40

De Koning bepaalt het bedrag van de vergoedingen die aan de leden van de raad van bestuur kunnen worden toegekend. Hij bepaalt het bedrag van de vergoedingen voor reis- en verblijfkosten.

Artikel 41

Het dagelijks bestuur van het Agentschap, zijn vertegenwoordiging voor wat betreft het beheer en de uitvoering van de beslissingen van de raad van bestuur, worden toevertrouwd aan de directeur-generaal, die voor een vernieuwbare termijn van zes jaar, door de Koning, bij een in Ministerraad overlegd besluit, wordt aangewezen. Hij kan alleen worden afgezet bij een in Ministerraad overlegd koninklijk besluit, op eensluidend gemotiveerd advies van twee derden van de leden van de raad van bestuur.
De voorzitter en de directeur-generaal behoren tot een verschillende taalrol.
De wederzijdse rechten en plichten van de directeur-generaal en van het Agentschap worden geregeld in een arbeidsovereenkomst opgesteld overeenkomstig de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten. Tijdens de onderhandelingen over deze overeenkomst wordt het Agentschap vertegenwoordigd door de raad van bestuur.
De directeur-generaal die zich, op het ogenblik van zijn benoeming, in een statutaire band bevindt met de Staat of met enige andere publiekrechtelijke rechtspersoon die onder de Staat ressorteert, wordt van rechtswege ter beschikking gesteld overeenkomstig de nadere regelen van het betrokken statuut voor de gehele duur van zijn mandaat. Gedurende deze periode behoudt hij evenwel zijn rechten op bevordering en op weddeverhoging.
Indien de directeur-generaal, op het ogenblik van zijn benoeming, contractueel verbonden is met de Staat of met enige andere publiekrechtelijke rechtspersoon die onder de Staat ressorteert, wordt de betrokken overeenkomst van rechtswege geschorst voor de gehele duur van zijn mandaat. Gedurende deze periode behoudt hij evenwel zijn rechten op bevordering en op weddeverhoging.

Artikel 42

Het Agentschap is onderworpen aan de wetgeving betreffende de overheidsopdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten.

Artikel 43

Het Agentschap wordt derwijze georganiseerd dat de reglementerende functie en de toezichtsfunctie onafhankelijk van elkaar worden uitgeoefend.

Artikel 44

Onverminderd de bepalingen van artikel 46, wordt het personeel van het Agentschap aangeworven door middel van een arbeidsovereenkomst, opgesteld overeenkomstig de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten en dit in afwijking van artikel 8, § 2 en § 3, van het koninklijk besluit nr. 56 van 16 juli 1982 betreffende de werving in sommige overheidsdiensten.
Op de voordracht van de directeur-generaal en met de goedkeuring van de ministers tot wier bevoegdheid het Agentschap behoort, bepaalt de raad van bestuur:
de personeelsformatie;
de regeling inzake aanwerving, loopbaan, bezoldiging en sociale voordelen van het personeel;
[een eventuele bijkomende premie voor de leden van het statutair personeel ter beschikking gesteld van het Agentschap krachtens het artikel 46bis.]
De arbeidsvoorwaarden van het personeel zijn ten minste gelijkwaardig aan die bepaald bij de wet van 20 februari 1990 betreffende de ambtenaren van de administraties en van sommige instellingen van openbaar nut.
Het Agentschap moet op permanente wijze de opleiding van zijn personeelsleden verzekeren op internationaal niveau, in functie van de aan hen toevertrouwde opdrachten.
[...]

Artikel 45

[§ 1

De statutaire en contractuele personeelsleden van het Ministerie van Tewerkstelling en Arbeid, het Ministerie van Sociale Zaken, Volksgezondheid en Leefmilieu, het Ministerie van Binnenlandse Zaken, het Ministerie van Buitenlandse Zaken, het Ministerie van Economische Zaken, en het Ministerie van Justitie, verbonden aan de diensten bevoegd voor de nucleaire sector, [...] met opdrachten in de nucleaire sector, kunnen naar het Agenschap overgeplaatst worden, na selectie door zijn Raad van bestuur. Deze overplaatsing gebeurt minstens met behoud van hun arbeidsvoorwaarden.
[De overgeplaatste personeelsleden die de hoedanigheid hebben van officier van gerechtelijke politie verliezen deze hoedanigheid van rechtswege bij hun overplaatsing naar het Agentschap.]

§ 2

De Koning bepaalt, bij in Ministerraad overlegd besluit, de modaliteiten van de overdracht aan het Agentschap van personeelsleden van instellingen van openbaar nut met opdrachten in de nucleaire sector.

§ 3

Het Agentschap kan het geldelijk en administratief statuut van de overgedragen personeelsleden aanpassen, ter harmonisering van de verschillende statuten van toepassing op het personeel van het Agentschap, overeenkomstig de bepalingen van artikel 44.]

Artikel 46

[...]

Artikel 46bis

§ 1

In afwijking van de artikelen 45, § 1, en 46, worden de statutaire personeelsleden van de overheidsdiensten vermeld in artikel 45, § 1, die geselecteerd werden door de raad van bestuur, na een oproep in het Belgisch Staatsblad, ter beschikking gesteld van het Agentschap.

§ 2

De ter beschikking gestelde personeelsleden bedoeld in § 1, blijven onderworpen aan het administratief en geldelijk statuut en aan de pensioenregeling die in hun dienst van oorsprong van kracht zijn. Zij behouden in hun dienst van oorsprong hun aanspraken op bevordering.

§ 3

De duur van de terbeschikkingstelling bij het Agentschap wordt beschouwd als een periode van dienstactiviteit.

§ 4

De ter beschikking gestelde personeelsleden zijn onderworpen aan het gezag van de directeur-generaal van het Agentschap.

§ 5 [

De ter beschikking gestelde personeelsleden van de Federale Overheidsdienst Justitie die de hoedanigheid hebben van officier van gerechtelijke politie behouden deze hoedanigheid uiterlijk tot 1 januari 2015.
In afwijking van artikel 9, kunnen de personeelsleden van de andere overheidsdiensten bedoeld in artikel 45, § 1, tijdens de terbeschikkingstelling door de Koning bekleed worden met de hoedanigheid van officier van gerechtelijke politie. Zij behouden deze hoedanigheid uiterlijk tot 1 januari 2015.
De Koning kan voor het verlies van de hoedanigheid van officier van gerechtelijke politie een datum vooropstellen voorafgaand aan deze vermeld in het eerste en tweede lid.
]

§ 6

Tijdens zijn terbeschikkingstelling kan de betrekking die het statutair personeelslid heeft achtergelaten op geen enkele wijze toegewezen worden.

§ 7

De bezoldiging van het ter beschikking gestelde personeelslid is deze waarop het recht heeft in zijn dienst van oorsprong, met inbegrip van de eventuele toelagen en vergoedingen. Zij wordt uitbetaald door het Agentschap. Daartoe geeft de dienst van oorsprong alle nuttige inlichtingen aan het Agentschap.
Nochtans mag de dienst van oorsprong de uitbetaling van de bezoldiging van het terbeschikkinggestelde personeelslid voortzetten. In dit geval vraagt hij de terugbetaling van de vereffende bedragen door middel van een driemaandelijkse staat van verzoek tot terugbetaling.
Het Agentschap betaalt de totale budgettaire last terug. De werkgeversbijdragen voor de sociale zekerheid, de kinderbijslag, het vakantiegeld en de eindejaarstoelage zijn in ieder geval in de totale budgettaire last inbegrepen.

§ 8

Het ter beschikking gestelde personeelslid kan vragen dat aan zijn terbeschikkingstelling een einde wordt gemaakt, mits een vooropzeg van één maand.
De raad van bestuur van het Agentschap kan aan de terbeschikkingstelling een einde stellen mits een vooropzeg van drie maanden. Hij brengt de dienst van oorsprong van het ter beschikking gestelde personeelslid hiervan op de hoogte.

§ 9

Het personeelslid wiens terbeschikkingstelling wordt beëindigd, stelt zich ter beschikking van de minister of van de overheid waaronder hij ressorteert. Indien het zonder geldige reden weigert of verwaarloost dit te doen, wordt het na een afwezigheid van tien dagen als ontslaggevend beschouwd.]

Artikel 47

§ 1

Het Agentschap en zijn personeel gebruiken de gegevens waarvan ze kennis krijgen enkel voor de uitoefening van de taken van het Agentschap.
Ze nemen de nodige maatregelen om de vertrouwelijkheid van deze gegevens te verzekeren, onder voorbehoud van de verplichting om een getuigenis af te leggen in rechte en deze gegevens mee te delen bij toepassing van een wettelijke of reglementaire bepaling, een norm of een beslissing van het internationaal of Europees recht of een definitieve beslissing in rechte of een definitieve arbitrale uitspraak.

§ 2

Het Agentschap mag vertrouwelijke informatie betreffende de kernreactoren bestemd voor de productie van elektrische energie meedelen aan de Commissie voor de Regulering van de Elektriciteit en het Gas, de Commissie voor nucleaire voorzieningen, de Nationale Instelling voor Radioactief Afval en verrijkte Splijtstoffen en aan Hedera, op voorwaarde dat de mededeling van die informatie geen afbreuk doet aan de taken van het Agentschap en het voorwerp heeft uitgemaakt van een schriftelijk en gemotiveerd verzoek, dat deze informatie bestemd is voor de uitvoering van de taken van voornoemde instanties en dat de ontvangende instantie ten minste hetzelfde vertrouwelijkheidsniveau verzekert als het niveau zoals vereist van het Agentschap.

Artikel 48

Het Agentschap staat onder het [...] toezicht van [de minister bevoegd voor Binnenlandse Zaken].
Het in het vorige lid bedoelde toezicht [...] wordt uitgeoefend door bemiddeling van één regeringscommissaris, door de Koning benoemd bij een in Ministerraad overlegd besluit. Deze commissaris vervult eveneens de functie van gemachtigde van de minister van Financiën, zoals bepaald in artikel 9, § 4, van de wet van 16 maart 1954 betreffende de controle op sommige instellingen van openbaar nut.