De kandidaat-stagemeester die wenst erkend te worden om de opleiding van kandidaat-specialisten in de nucleaire geneeskunde te verzekeren, moet aan de volgende erkenningscriteria beantwoorden:
1.
De stagemeester moet aan de algemene erkenningscriteria voor stagemeesters beantwoorden.
2.
De stagemeester moet met volle dagtaak (ten minste acht tiende van de normale beroepsactiviteit) in zijn dienst werkzaam zijn en er het grootste deel van zijn activiteit besteden aan klinisch werk in zijn specialiteit.
3.
Voor een jaarlijks minimum van 3000 diagnostische en therapeutische toepassingen in vivo en 4000 diverse toepassingen in vitro, mag de stagemeester de opleiding van één kandidaat-specialist verzekeren met een maximum van twee, als dit laatste aantal gerechtvaardigd wordt door de belangrijkheid van de werkzaamheden van de dienst.
Voor ditzelfde minimum aantal jaarlijkse prestaties moet de stagemeester één medewerker hebben die sinds minstens vijf jaar in de nucleaire geneeskunde erkend is. Deze medewerker moet voltijds in de dienst werken (ten minste acht tiende van de normale beroepsactiviteit), blijk geven van volgehouden wetenschappelijke activiteit en effectief betrokken zijn bij de vorming van de kandidaat-specialist of -specialisten.
4.
Per bijkomende schijf van 3000 toepassingen in vivo en 8000 toepassingen in vitro boven het minimum vereist in punt 3, kan de stagemeester één kandidaat-specialist meer aanvaarden dan het aantal voorzien in punt 3, maar moet zich dan laten bijstaan door een bijkomende medewerker die sinds vijf jaar in de nucleaire geneeskunde erkend is.
Deze medewerker moet voltijds werken (ten minste acht tiende van de normale beroepsactiviteit), blijk geven van volgehouden wetenschappelijke activiteit, en effectief betrokken zijn bij de vorming van de kandidaat-specialisten.
5.
Daarenboven kan de stagemeester de opleiding in de nucleaire geneeskunde in vitro verzekeren van kandidaat-specialisten in de klinische biologie naar rato van één kandidaat-specialist per 4000 onderzoekingen in vitro per jaar boven het minimum in vitro vereist in punt 3.
6.
Een groter aantal medewerkers dient verantwoord te worden door het belang van de bedrijvigheid van de dienst. In geen geval mag de persoonlijke deelneming van de kandidaat-specialisten aan de werkzaamheden van de dienst worden gehinderd; hun opleiding moet voltijds verzekerd worden.
7.
De stagemeester zal erop toezien dat de kandidaat-specialisten die hij opleidt zich vertrouwd maken met de pathologische en klinische aspecten van de zieken uit de verschillende ziekenhuisdiensten bij wie de nucleaire-geneeskunde toepassing vindt.
8.
De anciënniteit van de stagemeester en van diens medewerkers die werden erkend als geneesheer-specialisten in de nucleaire geneeskunde en aan wie de vergunning werd verleend tot het bezitten en het gebruiken van radio-isotopen voor medische doeleinden, overeenkomstig artikel 54, § 3, van het koninklijk besluit van 28 februari 1963 houdende algemeen reglement op de bescherming van de bevolking en van de werknemers tegen het gevaar van de ioniserende stralingen, gaat in op de datum van voormelde vergunning.