Gelet op de Grondwet, artikel 108;
Gelet op de wet van 15 april 1994 betreffende de bescherming van de bevolking en van het leefmilieu tegen de uit ioniserende stralingen voortspruitende gevaren en betreffende het Federaal Agentschap voor Nucleaire Controle, artikel 37;
Gelet op het koninklijk besluit van 18 december 2002 tot regeling van de samenstelling en bevoegdheden van de Wetenschappelijke Raad voor Ioniserende Stralingen opgericht bij het Federaal Agentschap voor Nucleaire Controle, artikel 12, gewijzigd bij koninklijk besluit van 28 augustus 2011;
Gelet op het voorstel van de Raad van Bestuur van het Federaal Agentschap voor nucleaire controle, gegeven op 4 december 2015;
Gelet op het advies van de inspectie van financiën, gegeven op 7 januari 2016;
Gelet op het akkoord van de Minister van Begroting, gegeven op 15 februari 2016;
Gelet op het advies nr. 59.027/3 van de Raad van State, gegeven op 10 maart 2016, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2° van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973,
(...)
De voorzitter van de Wetenschappelijke Raad voor Ioniserende Stralingen van het Federaal Agentschap voor Nucleaire Controle ontvangt een jaarlijkse forfaitaire vergoeding van 33.363,20 euro.
[Het lid dat de Voorzitter overeenkomstig artikel 6, § 1, vierde lid vervangt, ontvangt een jaarlijkse forfaitaire vergoeding van 33.363, 20 euro.
De in het eerste en het tweede lid bedoelde bedragen worden uitbetaald a rato van het aantal maanden per jaar dat het mandaat wordt uitgeoefend.]
Per zitting van de wetenschappelijke raad ontvangen de aanwezige leden bedoeld in artikel 3, § 1, 1° en 2°[, artikel 3, § 2] en artikel 8 van het koninklijk besluit van 18 december 2002 tot regeling van de samenstelling en bevoegdheden van de Wetenschappelijke Raad voor Ioniserende Stralingen opgericht bij het Federaal Agentschap voor Nucleaire Controle een zitpenning van 214,82 euro.
De in de artikelen 1 en 2 bedoelde vergoedingen zijn gekoppeld aan de index van toepassing op de bezoldigingen van het rijkspersoneel. De in de artikelen 1 en 2 vermelde bedragen, zijn de bedragen van toepassing voor het jaar 2016. Een verhoging of vermindering wordt toegepast met ingang van het burgerlijk jaar dat volgt op de maand waarvan het indexcijfer de spilindex bereikt die een wijziging rechtvaardigt.