Meer info
 

27/07/66 Wederzijdse erkenning vervoersvergunningen binnen Benelux
Koninklijk besluit van 27 juli 1966 betreffende de wederzijdse erkenning van vergunningen inzake invoer, vervoer en doorvoer en de distributie van radioactieve stoffen tussen de landen van de Benelux Economische Unie

Gelet op de wet van 29 maart 1958 betreffende de bescherming van de bevolking tegen de uit ioniserende stralingen voortspruitende gevaren gewijzigd bij de wet van 29 mei 1963, inzonderheid op artikel 2;
Gelet op het koninklijk besluit van 28 februari 1963 houdende algemeen reglement op de bescherming van de bevolking en van de werknemers tegen het gevaar van de ioniserende stralingen, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 17 mei 1966, inzonderheid op de hoofdstukken IV en VII;
Gelet op de wet van 20 juni 1960 houdende goedkeuring van het Verdrag tot instelling van de Benelux Economische Unie en op de Overgangsovereenkomst, beide ondertekend te 's-Gravenhage op 3 februari 1958, inzonderheid op de artikelen 6 en 7 van het Unieverdrag en op artikel 9 van de Overgangsovereenkomst;
Gelet op de aanbeveling van 18 april 1966 van het Comité van Ministers van de Benelux Economische Unie betreffende de wederzijdse erkenning van vergunningen en het uitwisselen van gegevens tussen de bevoegde diensten inzake invoer, vervoer, doorvoer en distributie van radioactieve stoffen;

Artikel 1

In de zin van dit besluit wordt verstaan onder:
“invoer”: de invoer uit landen, niet gebonden aan de Benelux Economische Unie;
“distributie”: leveringen vanuit een land van de Benelux Economische Unie naar een ander land van deze Unie.

Artikel 2

In afwijking van de bepalingen van de artikelen 38 en 57 van het koninklijk besluit van 28 februari 1963 houdende algemeen reglement op de bescherming van de bevolking en van de werknemers tegen het gevaar van de ioniserende stralingen, wordt de geldigheid van vergunningen voor invoer, doorvoer en vervoer van radioactieve stoffen of toestellen die er bevatten, verleend door de bevoegde Dienst van Nederland of van het Groot-Hertogdom Luxemburg en die eveneens het Belgische grondgebied betreffen, op dit grondgebied erkend.

Artikel 3

De distributeur van de radioactieve stoffen of toestellen die er bevatten, gaat na of de in Nederland of in het Groot-Hertogdom Luxemburg verblijvende bestemmeling, in het bezit is van de krachtens zijn nationale wet voorgeschreven vergunning voor het onder zich houden van de te distribueren radioactieve stoffen.

Artikel 4

Dit besluit treedt in werking op 1 augustus 1966.

Artikel 5

Onze Minister van Volksgezondheid en Onze Minister van Financiën zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.