Meer info
 

30/07/18 GDPR-wet
Wet van 30 juli 2018 betreffende de bescherming van natuurlijke personen met betrekking tot de verwerking van persoonsgegevens

Hoofdstuk III Rechten van de betrokkene

Artikel 36

§ 1

De verwerkingsverantwoordelijke neemt passende maatregelen om de in artikel 37 bedoelde informatie te verstrekken en mededelingen te doen bedoeld in de artikelen 35, 38 tot 41 en artikel 62 in een beknopte, begrijpelijke en gemakkelijk toegankelijke vorm en in duidelijke en eenvoudige taal. De informatie wordt op elke passende manier, ook elektronisch, verstrekt. Over het algemeen, verstrekt de verwerkingsverantwoordelijke de informatie in dezelfde vorm als het verzoek.

§ 2

De verwerkingsverantwoordelijke faciliteert de uitoefening van de rechten van de betrokkene uit hoofde van de artikelen 35 en 38 tot 41.

§ 3

De verwerkingsverantwoordelijke of de toezichthoudende autoriteit, in het geval bedoeld in artikel 41, informeert de betrokkene schriftelijk, zonder onnodige vertraging met betrekking tot de opvolging van zijn verzoek.

§ 4

Eenieder heeft het recht om kosteloos de informatie bedoeld in artikel 37, te verkrijgen en de maatregelen bedoeld in de artikelen 35, 38 tot 41 en 62, te laten nemen. Wanneer verzoeken van een betrokkene kennelijk ongegrond of buitensporig zijn, met name vanwege hun repetitieve karakter, mag de verwerkingsverantwoordelijke ofwel:
een redelijke vergoeding aanrekenen in het licht van de administratieve kosten waarmee het verstrekken van de gevraagde informatie of communicatie en het nemen van de gevraagde maatregelen gepaard gaan; ofwel
weigeren gevolg te geven aan het verzoek.
Het is aan de verwerkingsverantwoordelijke om de kennelijk ongegronde of buitensporige aard van het verzoek aan te tonen.

§ 5

Wanneer de verwerkingsverantwoordelijke redenen heeft om te twijfelen aan de identiteit van de natuurlijke persoon die het in artikel 38 of 39 bedoelde verzoek indient, kan hij om aanvullende informatie vragen die nodig is ter bevestiging van de identiteit van de betrokkene.

Artikel 37

§ 1

Teneinde de betrokkene de mogelijkheid te bieden zijn recht op informatie uit te oefenen, stelt de verwerkingsverantwoordelijke de betrokkene de volgende informatie ter beschikking:
de identiteit en de contactgegevens van de verwerkingsverantwoordelijke;
in voorkomend geval, de contactgegevens van de functionaris voor gegevensbescherming;
de doeleinden van de verwerking;
het bestaan van het recht om klacht in te dienen bij de toezichthoudende autoriteit, en de contactgegevens van voornoemde autoriteit;
het bestaan van het recht de verwerkingsverantwoordelijke te verzoeken om toegang tot en rectificatie of wissing van hem betreffende persoonsgegevens, en beperking van de verwerking van hem betreffende persoonsgegevens;
de rechtsgrond van de verwerking;
de termijn gedurende welke de persoonsgegevens zullen worden bewaard, of indien dat niet mogelijk is, de criteria om die termijn te bepalen;
in voorkomend geval, de categorieën van ontvangers van de persoonsgegevens;
indien noodzakelijk, bijkomende informatie, in het bijzonder wanneer de persoonsgegevens zonder medeweten van de betrokkene worden verzameld.

§ 2

De in paragraaf 1 bedoelde informatie kan bij wet worden uitgesteld of beperkt dan wel achterwege worden gelaten, voor zover een dergelijke maatregel in een democratische samenleving, met naar behoren inachtneming van de fundamentele rechten en de legitieme belangen van de natuurlijke persoon in kwestie, een noodzakelijke en evenredige maatregel is om:
belemmering van strafrechtelijke of andere gereglementeerde onderzoeken, opsporingen of procedures te voorkomen;
nadelige gevolgen voor de voorkoming, de opsporing, het onderzoek en de vervolging van strafbare feiten of de tenuitvoerlegging van straffen te voorkomen;
de openbare veiligheid te beschermen;
de nationale veiligheid te beschermen;
de rechten en vrijheden van anderen te beschermen.

§ 3

Behoudens de gevallen waarin de Europese regelgeving of de internationale overeenkomst dit bepaalt, kan de wet, het decreet of de ordonnantie bepalen welke verwerkingscategorieën geheel of gedeeltelijk onder één van de punten opgesomd in paragraaf 2 kunnen vallen.

§ 4

De rechten bedoeld in dit hoofdstuk, voor wat betreft de gegevensverwerkingen van de hoven en rechtbanken van het gemeen recht en het openbaar ministerie, worden uitsluitend uitgeoefend binnen de grenzen en conform de regels en nadere regels van het Gerechtelijk Wetboek, het Wetboek van strafvordering, de bijzondere wetten die betrekking hebben op de strafrechtspleging en de uitvoeringsbesluiten ervan.

Artikel 38

§ 1

Teneinde de betrokkene de mogelijkheid te bieden zijn recht op verzoek tot toegang tot zijn persoonsgegevens uit te oefenen, stelt de verwerkingsverantwoordelijke de betrokkene de volgende informatie ter beschikking:
de bevestiging dat de hem betreffende persoonsgegevens al dan niet worden verwerkt en toegang tot die gegevens;
de doeleinden en de rechtsgrond van de verwerking;
de betreffende categorieën van persoonsgegevens;
de ontvangers of categorieën van ontvangers aan wie de persoonsgegevens zijn bekendgemaakt;
de bewaartermijn, of indien dat niet mogelijk is, de criteria om die termijn te bepalen;
dat hij het recht heeft van de verwerkingsverantwoordelijke de rectificatie of wissing van hem betreffende persoonsgegevens of beperking van verwerking van hem betreffende persoonsgegevens te vragen;
dat hij het recht heeft klacht in te dienen bij de toezichthoudende autoriteit, en de contactgegevens van deze autoriteit;
de persoonsgegevens die worden verwerkt, en alle beschikbare informatie over de oorsprong van die gegevens.

§ 2

De wet, het decreet of de ordonnantie kan het recht op toegang van de betrokkene geheel of gedeeltelijk beperken, voor zover en zolang die volledige of gedeeltelijke beperking in een democratische samenleving, met inachtneming van de grondrechten en legitieme belangen van de natuurlijke persoon in kwestie, een noodzakelijke en evenredige maatregel is om:
belemmering van strafrechtelijke of andere gereglementeerde onderzoeken, opsporingen of procedures te voorkomen;
nadelige gevolgen voor de voorkoming, de opsporing, het onderzoek en de vervolging van strafbare feiten of de tenuitvoerlegging van straffen te voorkomen;
de openbare veiligheid te beschermen;
de nationale veiligheid te beschermen;
de rechten en vrijheden van anderen te beschermen.

§ 3

In de in paragraaf 2 bedoelde gevallen stelt de verwerkingsverantwoordelijke de betrokkene zonder onnodige vertraging schriftelijk in kennis van een eventuele weigering of beperking van de toegang en van de redenen voor die weigering of beperking. Die informatie kan achterwege worden gelaten wanneer de verstrekking daarvan een van de doeleinden van paragraaf 2 zou ondermijnen. De verwerkingsverantwoordelijke licht de betrokkene in over de mogelijkheid om klacht in te dienen bij de bevoegde toezichthoudende autoriteit of om een beroep in te stellen bij de rechter.

§ 4

De verwerkingsverantwoordelijke documenteert de feitelijke of juridische redenen die aan het besluit ten grondslag liggen. Die informatie wordt ter beschikking gesteld van de bevoegde toezichthoudende autoriteit.

Artikel 39

§ 1

De betrokkene heeft het recht om zonder onnodige vertraging van de verwerkingsverantwoordelijke de rectificatie en eventueel de aanvulling te verkrijgen van hem betreffende onjuiste persoonsgegevens.

§ 2

De verwerkingsverantwoordelijke wist de persoonsgegevens zonder onnodige vertraging wanneer de verwerking indruist tegen de bepalingen goedgekeurd krachtens artikelen 28, 29, 33 of 34 of wanneer de persoonsgegevens moeten worden gewist om te voldoen aan een wettelijke verplichting waaraan de verwerkingsverantwoordelijke gehouden is.

§ 3

In plaats van tot wissing over te gaan, mag de verwerkingsverantwoordelijke de verwerking beperken wanneer:
de juistheid van de persoonsgegevens door de betrokkene wordt betwist en niet kan worden geverifieerd of de gegevens al dan niet juist zijn; of
de persoonsgegevens als bewijsmateriaal moeten worden bewaard.
Wanneer de verwerking op grond van het eerste lid, 1°, van het eerste lid wordt beperkt, informeert de verwerkingsverantwoordelijke de betrokkene alvorens de verwerkingsbeperking op te heffen.

§ 4

De verwerkingsverantwoordelijke stelt de betrokkene schriftelijk in kennis van een eventuele weigering tot rectificatie of wissing van persoonsgegevens of verwerkingsbeperking, en van de redenen voor die weigering. Deze informatie kan bij wet, decreet of ordonnantie, worden beperkt, voor zover een dergelijke verwerkingsbeperking in een democratische samenleving, met inachtneming van de grondrechten en legitieme belangen van de natuurlijke persoon in kwestie, een noodzakelijke en evenredige maatregel is om:
belemmering van strafrechtelijke of andere gereglementeerde onderzoeken, opsporingen of procedures te voorkomen;
nadelige gevolgen voor de voorkoming, de opsporing, het onderzoek of de vervolging van strafbare feiten of de tenuitvoerlegging van straffen te voorkomen;
de openbare veiligheid te beschermen;
de nationale veiligheid te beschermen;
de rechten en vrijheden van anderen te beschermen.
De verwerkingsverantwoordelijke licht de betrokkene in over de mogelijkheid om klacht in te dienen bij de bevoegde toezichthoudende autoriteit of om beroep in rechte in te stellen.

§ 5

De verwerkingsverantwoordelijke deelt de rectificatie van de onjuiste persoonsgegevens mee aan de overheid van wie de onjuiste persoonsgegevens afkomstig zijn.

§ 6

In geval van rectificatie, wissing of verwerkingsbeperking bedoeld in paragrafen 1 tot 3, stelt de verwerkingsverantwoordelijke de ontvangers daarvan in kennis, en rectificeren of wissen de ontvangers de persoonsgegevens of beperken ze de onder hun bevoegdheid vallende verwerking van persoonsgegevens.

Artikel 40

De verwerkingsverantwoordelijke die een verzoek ontvangt om een recht uit te oefenen bedoeld in de artikelen 36 tot 39, bezorgt de verzoeker onverwijld en in ieder geval binnen een maand na ontvangst van het verzoek een gedagtekend ontvangstbewijs.

Artikel 41

In de in de artikelen 37, § 2, 38, § 2, 39, § 4, en 62, § 1, bedoelde gevallen, kan de wet, het decreet of de ordonnantie, bepalen dat de rechten van de betrokkene door de bevoegde toezichthoudende autoriteit worden uitgeoefend, met respect voor de principes van noodzakelijkheid en proportionaliteit in een democratische samenleving.
Onverminderd artikel 44, in het geval bedoeld in het eerste lid stelt de verwerkingsverantwoordelijke de betrokkene ervan in kennis dat hij zijn rechten door de bevoegde toezichthoudende autoriteit uitoefent.
In het geval bedoeld in het eerste lid, dient de betrokkene het verzoek om zijn rechten uit te oefenen in bij de bevoegde toezichthoudende autoriteit.

Artikel 42

Het verzoek tot uitoefening van de rechten bedoeld in dit hoofdstuk voor wat betreft de politiedienst in de zin van artikel 2, 2°, van de wet van 7 december 1998 tot organisatie van een geïntegreerde politie gestructureerd op twee niveaus of de algemene inspectie van de federale politie en de lokale politie, wordt aan de toezichthoudende autoriteit bedoeld in artikel 71 gericht.
In de in de artikelen 37, § 2, 38, § 2, 39, § 4, en 62, § 1, bedoelde gevallen deelt de toezichthoudende autoriteit bedoeld in artikel 71 uitsluitend mee aan de betrokkene dat de nodige verificaties werden verricht.
Niettegenstaande het tweede lid kan de toezichthoudende autoriteit bedoeld in artikel 71 aan de betrokkene bepaalde contextuele informatie verstrekken.
De Koning, na advies van de toezichthoudende autoriteit bedoeld in artikel 71, bepaalt de categorieën van contextuele informatie die door deze toezichthoudende autoriteit aan de betrokkene kunnen worden medegedeeld.

Artikel 43

Voor wat betreft de gegevensverwerkingen van de douanediensten bedoeld in artikel 26, 7°, e), en de Cel voor financiële informatieverwerking bedoeld in artikel 26, 7°, g), worden de rechten van de betrokkene zoals bedoeld in dit hoofdstuk uitgeoefend door de bevoegde toezichthoudende autoriteit.
De bevoegde toezichthoudende autoriteit deelt uitsluitend aan de betrokkene mede dat de nodige verificaties werden verricht.
In afwijking van het tweede lid kan de bevoegde toezichthoudend autoriteit aan de betrokkene bepaalde contextuele informatie verstrekken.
De Koning bepaalt na advies van de bevoegde toezichthoudende autoriteit de categorieën van contextuele informatie die door de bevoegde toezichthoudende autoriteit aan de betrokkene kunnen worden medegedeeld.

Artikel 44

Wanneer de persoonsgegevens in een rechterlijke beslissing of een gerechtelijk dossier zijn opgenomen of in het kader van strafrechtelijke onderzoeken en procedures worden verwerkt, worden de in de artikelen 37, 38, § 1, 39 en 41, tweede lid, bedoelde rechten uitgeoefend overeenkomstig het Gerechtelijk Wetboek, het Wetboek van strafvordering, de bijzondere wetten die betrekking hebben op de strafrechtspleging en de uitvoeringsbesluiten ervan.

Artikel 45

§ 1

De artikelen 36 tot 44 en 62 zijn niet van toepassing op de verwerkingen van persoonsgegevens die rechtstreeks of onrechtstreeks afkomstig zijn van de overheden bedoeld in titel 3 van deze wet, met betrekking tot de verwerkingsverantwoordelijken en de bevoegde overheden bedoeld in deze titel naar wie deze gegevens werden overgebracht.

§ 2

De verwerkingsverantwoordelijke of de bevoegde overheid bedoeld in deze titel die in het bezit is van zulke gegevens deelt deze niet mee aan de betrokkene tenzij:
de wet hem hiertoe verplicht in het kader van een geschillenprocedure; of
de betrokken overheid bedoeld in titel 3 hem dit toestaat.

§ 3

De verwerkingsverantwoordelijke of de bevoegde overheid deelt niet mee dat hij of zij in het bezit is van gegevens die van overheden bedoeld in titel 3 afkomstig zijn.

§ 4

De verwerkingsverantwoordelijke bedoeld in deze titel die gegevens verwerkt die rechtstreeks of onrechtstreeks afkomstig zijn van de overheden bedoeld in titel 3 beantwoordt minstens aan de volgende voorwaarden:
hij neemt nemen de gepaste technische of organisatorische maatregelen om ervoor te zorgen dat de toegang tot de gegevens en de verwerkingsmogelijkheden beperkt zijn tot hetgeen de personen nodig hebben om hun functies uit te oefenen of tot hetgeen nodig is voor de behoeften van de autoriteit bedoeld in titel 3;
hij neemt de gepaste technische of organisatorische maatregelen om de persoonsgegevens te beschermen tegen toevallige of niet-toegestane vernietiging, tegen toevallig verlies en tegen wijziging of elke andere niet-toegestane verwerking van die gegevens.
De leden van het personeel van de verwerkingsverantwoordelijke die de gegevens bedoeld in het eerste lid verwerken, zijn gebonden door de discretieplicht.

§ 5

De beperkingen bedoeld in paragraaf 1 hebben eveneens betrekking op de logbestanden van de verwerkingen van een overheid bedoeld in titel 3 in de gegevensbanken van de verwerkingsverantwoordelijken en van de bevoegde overheden bedoeld in deze titel waartoe de overheid bedoeld in titel 3 rechtstreeks toegang heeft.

§ 6

Wanneer een verzoek of een klacht aanhangig wordt gemaakt bij de bevoegde toezichthoudende autoriteit waarbij de verwerkingsverantwoordelijke zich beroept op de toepassing van dit artikel, wendt deze toezichthoudende autoriteit zich tot het Vast Comité I opdat het de nodige verificaties bij de overheid bedoeld in titel 3 verricht.
Na ontvangst van het antwoord van het Vast Comité I brengt de bevoegde toezichthoudende autoriteit de betrokkene enkel op de hoogte van de resultaten van de verificatie, die betrekking hebben op persoonsgegevens die niet van een overheid bedoeld in titel 3 afkomstig zijn, die ze wettelijk gehouden is mee te delen.
Indien het verzoek of de klacht enkel betrekking heeft op persoonsgegevens afkomstig van een overheid bedoeld in titel 3, antwoordt de bevoegde toezichthoudende autoriteit, na ontvangst van het antwoord van het Vast Comité I, dat de nodige verificaties werden verricht.

Artikel 46

Een verwerkingsverantwoordelijke of een bevoegde overheid bedoeld in deze titel die persoonsgegevens meedeelt aan een overheid bedoeld in ondertitels 2 en 4 van titel 3 van deze wet is niet onderworpen aan de artikelen 37, § 1, 8° en 38, § 1, 4° en mag de betrokkene niet van deze overdracht op de hoogte brengen.

Artikel 47

Wanneer een overheid bedoeld in ondertitels 1 en 6 van titel 3 van deze wet over een rechtstreekse toegang of over een rechtstreekse bevraging van een gegevensbank van de publieke sector beschikt, wordt de verwerking van de persoonsgegevens beschermd door technische, organisatorische en persoonlijke beveiligingsmaatregelen zodat alleen de volgende actoren toegang kunnen hebben tot de inhoud van deze verwerkingen in het kader van de doeleinden bedoeld in artikel 56, § 2:
de functionaris voor gegevensbescherming van de verwerkingsverantwoordelijke van de gegevensbank of de persoon die hij daartoe machtigt;
de functionaris voor gegevensbescherming van de overheid bedoeld in ondertitels 1 en 6 van titel 3;
de verwerkingsverantwoordelijke van de gegevensbank of de persoon die hij daartoe machtigt;
de verwerkingsverantwoordelijke van de overheid bedoeld in ondertitels 1 en 6 van titel 3;
elke andere persoon bepaald in een protocol tussen de verwerkingsverantwoordelijken, voor wie de toegang noodzakelijk is om de wettelijke toezichtsopdrachten te vervullen.
De beveiligingsmaatregelen bedoeld in het eerste lid zijn bedoeld om de wettelijke verplichtingen met betrekking tot de bescherming van bronnen, de bescherming van de identiteit van de agenten of het geheim van de onderzoeken van de overheden bedoeld in titel 3, ondertitels 1 en 6, na te komen.
De verwerkingen bedoeld in het eerste lid mogen enkel toegankelijk zijn voor andere doeleinden dan diegene die verband houden met het toezicht indien deze doeleinden, uit de door of krachtens een wet vastgelegde doeleinden, zijn vastgelegd in een protocolakkoord tussen de betrokken verwerkingsverantwoordelijken.
Het protocolakkoord bedoeld in het derde lid wijst de persoon of de personen aan waarvoor de toegang tot de logbestanden noodzakelijk is om elk van de doeleinden vermeld in het derde lid te vervullen.
De logbestanden en de daaraan gekoppelde technische, organisatorische en persoonlijke veiligheidsmaatregelen worden ter beschikking gesteld van het Vast Comité I.
De betrokken overheid bedoeld in ondertitels 1 en 6 van titel 3 kan afwijken van het eerste lid wanneer de toegang tot haar verwerkingen in een gegevensbank en tot de logbestanden hiervan geen afbreuk kan doen aan de belangen bedoeld in het tweede lid.

Artikel 48

Een verwerkingsverantwoordelijke bedoeld in deze titel die persoonsgegevens meedeelt aan een gezamenlijke databank mag de betrokkene niet van deze overdracht op de hoogte brengen.
Onder “gezamenlijke databank” wordt het gemeenschappelijk uitoefenen van de opdrachten uitgevoerd in het kader van titels 2 en 3 door meerdere overheden, gestructureerd met behulp van geautomatiseerde procedés en toegepast op persoonsgegevens, bedoeld.

Artikel 49

De artikelen 36 tot 44 en 62 zijn niet van toepassing op de verwerkingen van persoonsgegevens door de Passagiersinformatie-eenheid.
De verwerkingsverantwoordelijke deelt de gegevens bedoeld in het eerste lid niet mee aan de betrokkene tenzij de wet hem hiertoe verplicht in het kader van een geschillenprocedure.
De verwerkingsverantwoordelijke doet geen enkele melding aan de betrokkene dat hij in het bezit is van gegevens die betrekking hebben op hem.
De beperkingen bedoeld in het eerste lid hebben eveneens betrekking op de logbestanden van de verwerkingen door de Passagiersinformatie-eenheid, in de gegevensbanken van de verwerkingsverantwoordelijken bedoeld in deze titel.
Wanneer een verzoek of een klacht aanhangig wordt gemaakt bij de bevoegde toezichthoudende autoriteit waarbij de verwerkingsverantwoordelijke zich beroept op de toepassing van dit artikel, antwoordt deze alleen dat de nodige verificaties zijn verricht.