Meer info
 

30/07/18 GDPR-wet
Wet van 30 juli 2018 betreffende de bescherming van natuurlijke personen met betrekking tot de verwerking van persoonsgegevens

Hoofdstuk VI Rechten van de betrokkene

Artikel 78
Iedere natuurlijke persoon heeft in verband met de verwerking van persoonsgegevens die op hem betrekking hebben, recht op bescherming van zijn fundamentele rechten en vrijheden, inzonderheid op de bescherming van zijn persoonsgegevens.

Artikel 79
De betrokkene heeft het recht te vragen:
om zijn onjuiste persoonsgegevens te laten verbeteren of verwijderen;
om de verificatie bij het Vast Comité I van de naleving van de bepalingen van deze ondertitel.

Artikel 80
De rechten bedoeld in artikel 79 worden kosteloos uitgeoefend via het Vast Comité I op initiatief van de betrokkene die zijn identiteit bewijst.
Het Vast Comité I voert de verificatie uit en deelt uitsluitend aan de betrokkene mee dat de nodige verificaties werden verricht.
De nadere regels voor de uitoefening van deze rechten worden bepaald in de wet.

Artikel 81
Het Vast Comité I en de inlichtingen- en veiligheidsdiensten houden een logbestand bij van alle aanvragen van betrokkenen tot uitoefening van hun rechten.

Artikel 82
Een besluit waaraan voor een persoon rechtsgevolgen verbonden zijn, mag niet louter worden genomen op grond van een geautomatiseerde persoonsgegevensverwerking die bestemd is om bepaalde aspecten van zijn persoonlijkheid te evalueren.
Het in het eerste lid vastgestelde verbod geldt niet indien het besluit zijn grondslag vindt in een bepaling voorgeschreven door of krachtens een wet of wanneer het noodzakelijk is vanwege een zwaarwegend algemeen belang.