De verwerkingsverantwoordelijke of de verwerker, zijn aangestelde of gemachtigde, de bevoegde overheid, zoals bedoeld in titels 1 en 2, wordt gestraft met een geldboete van tweehonderdvijftig euro tot vijftienduizend euro wanneer:
- 1°
- de persoonsgegevens verwerkt worden zonder wettelijke basis in overeenstemming met artikel 6 van de Verordening en de artikelen 29, § 1, en 33, § 1, van deze wet, inbegrepen de voorwaarden voor de toestemming en verdere verwerking;
- 2°
- de persoonsgegevens verwerkt worden in overtreding van de voorwaarden opgelegd door artikel 5 van de Verordening en artikel 28 van deze wet, met ernstige nalatigheid of kwaadwillig;
- 3°
- de verwerking waartegen ingevolge artikel 21.1 van de Verordening bezwaar is gemaakt, wordt gehandhaafd zonder dwingende wettige redenen;
- 4°
- de doorgifte van persoonsgegevens aan een ontvanger in een derde land of een internationale organisatie, gebeurt in overtreding van de waarborgen, voorwaarden of uitzonderingen voorzien in de artikelen 44 tot 49 van de Verordening of de artikelen 66 tot 70 van deze wet met ernstige nalatigheid of kwaadwillig;
- 5°
- de door de toezichthoudende autoriteit vastgestelde corrigerende maatregel voor de tijdelijke of definitieve beperking van stromen in overeenstemming met artikel 58.2.f) van de Verordening niet wordt gerespecteerd;
- 6°
- de door de toezichthoudende autoriteit vastgestelde corrigerende maatregel in de zin van artikel 58.2.d) van de Verordening niet wordt gerespecteerd;
- 7°
- de wettelijke verificatie- en controle-opdrachten van de bevoegde toezichthoudende overheid, haar leden of deskundigen werden belemmerd;
- 8°
- weerspannigheid, in de zin van artikel 269 van het Strafwetboek, werd gepleegd ten aanzien van de leden van de toezichthoudende autoriteit;
- 9°
- de certificering bedoeld in artikel 42 van de Verordening wordt opgeëist of certificeringszegels voor gegevensbescherming worden openbaar gebruikt, ook al zijn die certificeringen, zegels of merktekens niet afgeleverd door een geaccrediteerde entiteit of worden ze gebruikt nadat de geldigheid van de certificering, de zegel of het merkteken is verlopen;
- 10°
- de certificering bedoeld in artikel 42 van de Verordening is verkregen op basis van valse documenten of onjuiste documenten;
- 11°
- taken worden uitgevoerd als een certificeringsorgaan, ook al is deze niet geaccrediteerd door de bevoegde nationale accreditatie-instantie;
- 12°
- het certificeringsorgaan niet voldoet aan de beginselen en taken waaraan het onderworpen is, zoals bepaald in de artikelen 42 en 43 van de Verordening;
- 13°
- de taken van het in artikel 41 van de Verordening bedoelde orgaan worden uitgevoerd zonder accreditatie van de bevoegde toezichthoudende autoriteit;
- 14°
- het geaccrediteerde orgaan bedoeld in artikel 41 van de Verordening niet de passende maatregelen heeft genomen in geval van een inbreuk op de gedragscode zoals bedoeld in artikel 41.4 van de Verordening.