Meer info
 

30/07/18 GDPR-wet
Wet van 30 juli 2018 betreffende de bescherming van natuurlijke personen met betrekking tot de verwerking van persoonsgegevens

Hoofdstuk III Bevoegdheden van het Controleorgaan, van haar leden en van de leden van de dienst onderzoeken

Artikel 244

§ 1

Het Controleorgaan, zijn leden en de leden van de dienst onderzoeken hebben een onbeperkt recht op toegang tot alle informatie en gegevens verwerkt door de diensten voorzien in artikel 26, 7°, a), d), en f), en in het bijzonder de politiediensten overeenkomstig artikel 44/1 tot 44/11/13 van de wet van 5 augustus 1992 op het politieambt, hierin begrepen deze die bewaard worden in de Algemene Nationale Gegevensbank, in de basisgegevensbanken, in de bijzondere gegevensbanken, in de technische gegevensbanken en in de internationale gegevensbanken die door de Belgische politiediensten worden gevoed.
De politiediensten zenden uit eigen beweging aan het Controleorgaan reglementen en interne richtlijnen over, betreffende de verwerking van persoonsgegevens en de politionele informatie die zij noodzakelijk achten voor het vervullen van zijn opdracht. Het Controleorgaan en de dienst onderzoeken zijn ertoe gerechtigd alle teksten die zij noodzakelijk achten voor het vervullen van hun opdracht te laten overleggen.
Het Controleorgaan, zijn leden of de leden van de dienst onderzoeken kunnen een onderzoek ter plaatse doen. Te dien einde, beschikken zij over een onbeperkt recht op toegang tot de lokalen waarin en gedurende de tijd dat de in het eerste lid bedoelde informatie en gegevens verwerkt worden.

§ 2

Zij kunnen in deze plaatsen alle voorwerpen, documenten en gegevens van een informaticasysteem die nuttig zijn voor hun onderzoek in beslag nemen, behalve indien ze betrekking hebben op een lopend opsporings- of gerechtelijk onderzoek.
Indien de korpschef of zijn plaatsvervanger van oordeel is dat door het beslag een persoon fysiek gevaar kan lopen, wordt de kwestie voorgelegd aan de voorzitter van het Controleorgaan of de magistraat die hem vervangt, die uitspraak doet. De in beslag genomen voorwerpen en documenten worden vermeld in een daartoe speciaal bij te houden register.

§ 3

De leden van het Controleorgaan en de dienst onderzoeken doen, waar ook, alle nuttige vaststellingen.
Het Controleorgaan of zijn leden kunnen, voor het uitoefenen van haar opdrachten, de bijstand vorderen van de openbare macht.

§ 4

Het Controleorgaan, zijn leden of de leden van de dienst onderzoeken kunnen dwingende antwoordtermijnen opleggen aan de leden van de federale of van de lokale politie, waaraan ze vragen richten in de uitvoering van hun opdrachten.

§ 5

Het Controleorgaan heeft, voor de uitoefening van het toezicht dat door deze wet wordt georganiseerd, toegang tot de gegevens van artikel 3, eerste lid, 1° tot 6°, 9° en 9°/1, en tweede lid, van de wet van 8 augustus 1983 tot regeling van een Rijksregister van de natuurlijke personen.
Met het oog op de uitoefening van dit toezicht kan het Controleorgaan gebruikmaken van het rijksregisternummer.

Artikel 245

§ 1

Onverminderd de wettelijke bepalingen betreffende de onschendbaarheid en het voorrecht van rechtsmacht, kunnen de leden van het Controleorgaan en van de dienst onderzoeken elke persoon van wie zij het verhoor noodzakelijk achten, uitnodigen om hem te horen. De leden of gewezen leden van de politiediensten zijn gehouden gevolg te geven aan elke schriftelijke oproeping.
De leden of gewezen leden van de politiediensten mogen verklaringen afleggen over feiten die worden gedekt door het beroepsgeheim.

§ 2

De voorzitter van het Controleorgaan kan de leden of gewezen leden van de politiediensten dagvaarden door tussenkomst van een gerechtsdeurwaarder. Deze leden of gewezen leden getuigen na de eed te hebben afgelegd die is bepaald in artikel 934, tweede lid, van het Gerechtelijk Wetboek.
De leden of gewezen leden van de politiediensten maken geheimen waarvan zij kennis dragen, aan het Controleorgaan bekend, behalve indien ze betrekking hebben op een lopend opsporings- of gerechtelijk onderzoek.
Als het lid of gewezen lid van de politiedienst van oordeel is dat hij het geheim waarvan hij kennis draagt, moet bewaren omdat een persoon door de bekendmaking ervan fysiek gevaar zou kunnen lopen, wordt de kwestie voorgelegd aan de voorzitter van het Controleorgaan of de magistraat die hem vervangt, die uitspraak doet.
Als het lid of gewezen lid van de politiedienst van oordeel is dat hij het geheim waarvan hij kennis draagt, moet bewaren, wordt de kwestie voorgelegd aan de Commissaris-generaal of de korpschef in functie van de politiedienst waartoe de betrokkene behoort, die uitspraak doet.

§ 3

Het Controleorgaan kan de medewerking van deskundigen en tolken vorderen. Zij leggen de eed af bedoeld in artikel 290 van het Wetboek van strafvordering. De hen verschuldigde vergoedingen worden uitgekeerd overeenkomstig het tarief van de gerechtskosten in strafzaken.

§ 4

Artikel 9 van de wet van 3 mei 1880 op het parlementair onderzoek is van toepassing op de leden of gewezen leden van de politiediensten die als getuige worden gehoord of gedagvaard door het Controleorgaan en op de deskundigen en tolken die worden gevorderd.
De processen-verbaal die gepleegde inbreuken vaststellen, worden opgesteld door een lid van het Controleorgaan of een lid van de dienst onderzoeken en worden overgezonden aan de procureur des Konings in wiens ambtsgebied ze zijn begaan.
De leden of gewezen leden van de politiediensten die weigeren te getuigen voor het Controleorgaan en die weigeren hun medewerking te verlenen, worden gestraft met een gevangenisstraf van één maand tot twee jaar en een geldboete van honderd euro tot duizend euro of met één van die straffen alleen.

Artikel 246

Onverminderd artikel 44/1 van de wet van 5 augustus 1992 op het politieambt, zijn alle diensten van de Staat, met inbegrip van de parketten en de griffies van de hoven en van alle rechtscolleges, de provincies, de gemeenten, de verenigingen waartoe zij behoren, de overheidsinstellingen die ervan afhangen, gehouden aan het Controleorgaan, haar leden of de leden van de dienst onderzoeken, op haar of hun verzoek, alle inlichtingen te geven die laatstgenoemden nuttig acht voor het toezicht op de naleving van de wetgeving waarmee zij belast zijn, alsmede gelijk welke informatiedragers ter inzage over te leggen en kopieën ervan te verstrekken onder gelijk welke vorm.
Indien deze inlichtingen deel uitmaken van een lopend opsporingsof gerechtelijk onderzoek worden ze slechts mits voorafgaande goedkeuring van het bevoegde openbaar ministerie verstrekt.

Artikel 247

Het Controleorgaan beslist over de opvolging die het aan een klacht in de zin van artikel 240, eerste lid, 4°, geeft en heeft de bevoegdheid om:
te besluiten dat de verwerking is uitgevoerd in overeenstemming met de bepalingen van de reglementering inzake de verwerking van persoonsgegevens;
de diensten bedoeld in artikel 26, 7°, a), d) en f), of diens verwerker te waarschuwen dat een voorgenomen verwerking van persoonsgegevens de reglementering inzake de verwerking van persoonsgegevens kan schenden;
de diensten bedoeld in artikel 26, 7°, a), d) en f), of diens verwerker te berispen wanneer een verwerking geresulteerd heeft in een schending van een bepaling van de reglementering inzake de verwerking van persoonsgegevens;
de diensten bedoeld in artikel 26, 7°, a), d) en f), of diens verwerker te gelasten om een verwerking in overeenstemming te brengen met de bepalingen van de reglementering inzake de verwerking van persoonsgegevens, in voorkomend geval, op een nader bepaalde manier en binnen een nader bepaalde termijn;
een tijdelijke of definitieve verwerkingsbeperking, waaronder een verwerkingsverbod, op te leggen;
het rectificeren of wissen van persoonsgegevens te gelasten;
het dossier over te zenden aan het bevoegde openbaar ministerie, die het informeert van het gevolg dat aan het dossier gegeven wordt;
een certificering bedoeld in artikel 240 intrekken of het certificeringsorgaan gelasten een afgegeven certificering in te trekken, of het certificeringsorgaan te gelasten geen certificering af te geven;
de diensten bedoeld in artikel 26, 7°, a), d) en f), of diens verwerker te gelasten een inbreuk in verband met persoonsgegevens aan de betrokkene mee te delen.

Artikel 248

§ 1

Het Controleorgaan stelt de partijen in kennis van haar beslissing en van de mogelijkheid om beroep aan te tekenen binnen een termijn van dertig dagen vanaf de kennisgeving van de beslissing, bij het Hof van Beroep van de woonplaats of de zetel van de eiser.
Behoudens de uitzonderingen die de wet bepaalt of tenzij het Controleorgaan bij met bijzondere redenen omklede beslissing anders beveelt is de beslissing uitvoerbaar bij voorraad, zulks niettegenstaande hoger beroep.

§ 2

Tegen de beslissingen van het Controleorgaan op grond van de artikel 247, 1°, 3°, 4°, 5°, 6°, 8° of 9° staat beroep open bij het Hof van Beroep van de woonplaats of de zetel van de eiser, die de zaak behandelt zoals in kort geding overeenkomstig de artikelen 1035 tot 1038, 1040 en 1041 van het Gerechtelijk Wetboek.

Artikel 249

Het Controleorgaan informeert de dienst bedoeld in artikel 26, 7°, a), d) en f), van de uitgevoerde onderzoeken naar de verwerking van persoonsgegevens van diens verwerkers en hun resultaten.
Wanneer het er kennis van neemt, informeert het Controleorgaan eveneens de diensten voorzien in artikel 26, 7°, a), d) en f), van de schendingen van de reglementering inzake de verwerking van persoonsgegevens door andere verwerkingsverantwoordelijken.

Artikel 250

Uiterlijk twee weken na ontvangst van het verzoek brengt het Controleorgaan ten behoeve van de bevoegde overheid, een omstandig advies uit over de aanwijzing, de bevordering, de benoeming of de mutatie van de personeelseden van de politiediensten belast met het beheer van de Algemene Nationale Gegevensbank.
Binnen de maand na ontvangst van het verzoek brengt het Controleorgaan ten behoeve van de bevoegde minister, een omstandig advies uit over de wenselijkheid van een tuchtrechtelijke procedure ten aanzien van het hoofd van de dienst die de Algemene Nationale Gegevensbank beheert, of ten aanzien van zijn adjunct.