Meer info
 

12/07/22 Wet Voorzieningen ontmanteling kerncentrales
Wet van 12 juli 2022 tot versterking van het kader dat van toepassing is op de voorzieningen aangelegd voor de ontmanteling van de kerncentrales en voor het beheer van verbruikte splijtstof en tot gedeeltelijke opheffing en wijziging van de wet van 11 april 2003 betreffende de voorzieningen aangelegd voor de ontmanteling van de kerncentrales en voor het beheer van splijtstoffen bestraald in deze kerncentrales Wet van 12 juli 2022 tot versterking van het kader dat van toepassing is op de voorzieningen aangelegd voor de ontmanteling van de kerncentrales [voor het beheer van verbruikte splijtstof en voor het beheer van operationeel afval] en tot gedeeltelijke opheffing en wijziging van de wet van 11 april 2003 betreffende de voorzieningen aangelegd voor de ontmanteling van de kerncentrales en voor het beheer van splijtstoffen bestraald in deze kerncentrales

Hoofdstuk 4 Sancties

Artikel 21

§ 1

Onverminderd de bevoegdheden van de Commissie voor nucleaire voorzieningen krachtens artikel 6, kunnen de inbreuken op de verplichtingen opgenomen in de artikelen 6, § 3, 7, 11, 12, § 2, 13, 14, 15, 16, 17, 18, 20[, 20/1, 20/4] en 27 van deze wet of haar uitvoeringsbesluiten, het voorwerp uitmaken van strafsancties of administratieve sancties.

§ 2

De in paragraaf 1 bedoelde inbreuken worden gestraft met een geldboete van 2 500 euro tot 5 000 000 euro en met een gevangenisstraf van drie maanden tot twee jaar, of met één van deze straffen alleen.
Worden met dezelfde straffen gestraft, zij die de Commissie voor nucleaire voorzieningen, de leden en hun respectievelijke plaatsvervangers, en de leden van het vast secretariaat bij de uitoefening van hun opdracht krachtens deze wet belemmeren, zij die weigeren hun informatie te verstrekken die zij gehouden zijn mee te delen krachtens deze wet, of hun bewust verkeerde of onvolledige informatie verstrekken.
Alle bepalingen van boek I van het Strafwetboek zijn van toepassing op de bij deze wet of haar uitvoeringsbesluiten omschreven inbreuken.

§ 3

Onverminderd de ambtsbevoegdheden van de officieren van gerechtelijke politie, bedoeld in artikel 8 van het Wetboek van strafvordering, wijst de Koning de leden van de Commissie voor nucleaire voorzieningen, de plaatsvervangers en de leden van het vast secretariaat van de Commissie voor nucleaire voorzieningen aan die bevoegd zijn om de inbreuken op deze wet en haar uitvoeringsbesluiten op te sporen en vast te stellen. Hun proces-verbaal heeft bewijskracht tot het tegenbewijs wordt geleverd.
De overeenkomstig het eerste lid aangewezen personen leggen, voorafgaand aan de uitoefening van hun functie, de eed af, in de termen bepaald bij artikel 2 van het decreet van 20 juli 1831 betreffende de eedaflegging bij de aanvang der grondwettelijke vertegenwoordigende monarchie, in handen van de minister bevoegd voor Energie of van de voorzitter van de Commissie voor nucleaire voorzieningen.
De overeenkomstig het eerste lid aangewezen personen kunnen:
gebouwen, werkplaatsen en hun aanhorigheden tijdens de openings- of werkuren betreden, wanneer zulks voor de uitoefening van hun opdracht noodzakelijk is;
alle dienstige vaststellingen doen, zich documenten, stukken, boeken en voorwerpen die bij de opsporing en vaststelling van inbreuken nodig zijn, doen vertonen en die in beslag nemen.
Wanneer deze handelingen de kenmerken van een huiszoeking vertonen, mogen ze door de overeenkomstig het eerste lid aangewezen personen enkel worden gesteld met machtiging van de onderzoeksrechter of de voorzitter van de rechtbank van eerste aanleg die daartoe bij verzoekschrift is aangezocht.

§ 4

De Commissie voor nucleaire voorzieningen kan, wanneer zij een in paragraaf 1 bedoelde inbreuk vaststelt, nadat de betrokkene werd gehoord of naar behoren werd opgeroepen, een administratieve geldboete opleggen. De Commissie voor nucleaire voorzieningen bepaalt het bedrag van de administratieve geldboete en motiveert haar beslissing. De boete mag niet lager zijn dan 1 250 euro, noch hoger dan 5 000 000 euro. De administratieve boete wordt ten gunste van de schatkist geïnd door de algemene administratie van de inning en de invordering van de Federale Overheidsdienst Financiën die daartoe over een uitvoerbare titel moet beschikken.

§ 5

De krachtens paragraaf 1 bestrafbare feiten worden door de overeenkomstig paragraaf 3, eerste lid aangewezen personen in een proces-verbaal vastgesteld. Het origineel van het proces-verbaal wordt aan de procureur des Konings verstuurd.

§ 6

De procureur des Konings beschikt over een termijn van zes maanden, te rekenen van de dag van ontvangst van het proces-verbaal, om de Commissie voor nucleaire voorzieningen in te lichten dat er een strafrechtelijke vervolging is ingeleid.
De Commissie voor nucleaire voorzieningen kan krachtens paragraaf 4 geen administratieve geldboete opleggen vóór de termijn van zes maanden verstreken is, behalve indien de procureur des Konings daarvóór meedeelt dat hij het feit geen verder gevolg geeft.
De betaling van de krachtens paragraaf 4 opgelegde administratieve boete dooft de mogelijkheid om een strafrechtelijke vervolging in te zetten voor de bedoelde feiten.

§ 7

Het besluit van de Regent van 18 maart 1831 is van toepassing op de krachtens paragraaf 4 opgelegde administratieve geldboeten.

§ 8

De Koning bepaalt de nadere procedureregels die van toepassing zijn op de krachtens paragraaf 4 opgelegde administratieve geldboeten, met inbegrip van de uitoefening van de rechten van de verdediging.