22/04/24 KB Vergunningsstelsel berging radioactief afval
Koninklijk besluit van 22 april 2024 tot vaststelling van het vergunningsstelsel van de inrichtingen voor berging van radioactief afval
Afdeling III Sluitingsfase, controlefase en wijzigingen van de oprichtings- en exploitatievergunning
Artikel 8 Sluitingsfase
§ 1
De vergunningsaanvraag tot overgang tot de sluitingsfase van een inrichting of één van zijn installaties wordt door de exploitant, en ten laste van de exploitant, in afdrukbare digitale vorm gericht aan het Agentschap, nadat ze werd onderzocht en goedgekeurd door een deskundige erkend in de fysische controle van klasse I. Deze aanvraag omvat het bijgewerkte veiligheidsrapport en het bijgewerkte beveiligingsplan.
Wanneer het einde van de sluitingsfase is gepland binnen vijf jaar na het afleveren van de oprichtings- en exploitatievergunning, kan de aanvraag tot overgang tot de sluitingsfase gelijktijdig worden ingediend met de aanvraag tot oprichting en exploitatie, gegroepeerd in een enkel dossier.
Het Agentschap onderzoekt de aanvraag en vraagt het advies van de Wetenschappelijke Raad volgens de procedure voorzien in artikel 6.3.1§ 1 van het algemeen reglement.
Het openbaar onderzoek wordt gevoerd zoals voorzien in artikel 6.3.1 § 2 van het algemeen reglement. Het Agentschap wint de adviezen in volgens de procedure voorzien in de artikelen 6.3.4 en 6.4 van het algemeen reglement.
Eenmaal in het bezit van de resultaten van het openbaar onderzoek en de adviezen stelt het Agentschap een syntheseverslag op en vraagt het advies van de Wetenschappelijke Raad volgens de procedure voorzien in artikel 6.6 van het algemeen reglement.
Binnen de dertig kalenderdagen na ontvangst van het eindadvies van de Wetenschappelijke Raad legt het Agentschap het volledige dossier, met inbegrip van een voorstel van beslissing en het eindadvies van de Wetenschappelijke Raad, met desgevallend een voorstel van de voorwaarden tot overgang tot de sluitingsfase, voor aan de Minister tot wiens bevoegdheid de Binnenlandse Zaken behoren.
Wanneer de beslissing afwijkt van het advies van de Wetenschappelijke Raad, dient het besluit uitdrukkelijk de redenen te vermelden waarom van dat advies afgeweken wordt.
Op voorstel van de Minister tot wiens bevoegdheid de Binnenlandse Zaken behoren, kan door Ons beslist worden om een vergunning betreffende de overgang tot de sluitingsfase van de inrichting of één van zijn installaties op te stellen en eventueel de voorwaarden van de oprichtings- en exploitatievergunning aan te vullen of te wijzigen.
De sluitingswerken van de inrichting of één van zijn installaties kunnen niet starten zolang de vergunning tot overgang naar de sluitingsfase van de inrichting of van één van zijn installaties niet door Ons werd bevestigd.
§ 2
Deze beslissing wordt betekend en bekendgemaakt zoals voorzien in artikel 6.8 van het algemeen reglement.
Artikel 9 Beëindiging van de sluitingsfase en overgang naar de controlefase
§ 1
De exploitant organiseert de oplevering van de inrichting of van één van zijn installaties na de beëindiging van de sluitingsfase volgens de bepalingen van artikel 23.1.5, b), punt 4 van het algemeen reglement.
De aanvraag tot overgang naar de controlefase wordt door de exploitant, en ten laste van de exploitant, bij het Agentschap ingediend in afdrukbare digitale vorm. Deze aanvraag omvat het bijgewerkte veiligheidsrapport en het bijgewerkte beveiligingsplan. Het Agentschap voert een veiligheidsevaluatie uit van de oplevering en stelt een opleveringsrapport.
Indien het Agentschap geen volledig gunstig opleveringsverslag kan opstellen, dan stelt het de exploitant daarvan op voorhand in kennis en wijst het hem erop dat hij het recht heeft te worden gehoord binnen een termijn van dertig kalenderdagen vanaf voornoemde kennisgeving.
Indien de aanvrager wenst gebruik te maken van zijn recht gehoord te worden, dient hij dit uiterlijk op de vijftiende dag na de kennisgeving schriftelijk kenbaar te maken aan het Agentschap.
Het Agentschap stuurt het gunstig opleveringsrapport en een voorstel van beslissing onverwijld naar de Minister tot wiens bevoegdheid de Binnenlandse Zaken behoren. Deze Minister stelt dan aan Ons voor om de vergunning tot overgang tot de controlefase van de inrichting of van één van zijn installaties te bevestigen.
De controlefase van de inrichting of van één van zijn installaties kan niet plaatsvinden zolang de vergunning tot overgang naar de controlefase van de inrichting of van één van zijn installaties niet door Ons werd bevestigd.
§ 2
Deze beslissing wordt betekend en bekendgemaakt zoals voorzien in artikel 6.8 van het algemeen reglement.
Artikel 10 Wijziging van de inrichting
Van elke wijziging van de inrichting, waarvan het Agentschap van oordeel is dat ze een potentiële impact heeft op de stralingsbescherming of veiligheid, moet aangifte gedaan worden aan het Agentschap.
Het Agentschap stelt een technisch reglement op dat de wijzigingen aan de inrichting die aangegeven moeten worden en de aangiftecriteria en -modaliteiten vaststelt. De aangifte omvat minstens een gedetailleerde beschrijving van de geplande wijziging en een evaluatie van de radiologische impact ervan op de werkers, de bevolking en het leefmilieu, alsook een evaluatie van de impact ervan op het beveiligingsplan.
Het Agentschap beslist of deze wijziging het voorwerp moet uitmaken van een wijziging van de oprichtings- en exploitatievergunning. In voorkomend geval kan het Agentschap vragen elementen van de oorspronkelijke aanvraag te actualiseren.
Wanneer het Agentschap beslist dat de wijziging geen voorwerp moet uitmaken van een wijziging van de oprichtings- en exploitatievergunning wordt het ontwerp van wijziging goedgekeurd door de dienst voor fysische controle en door het Agentschap.
Wanneer het Agentschap beslist dat de wijziging het voorwerp moet uitmaken van een wijziging van de oprichtings- en exploitatievergunning, dan wordt de aangifte behandeld volgens de procedure voorzien in de artikelen 6.1 en 6.3 tot en met 6.8 van het algemeen reglement.
Artikel 11 Wijziging van de oprichtings- en exploitatievoorwaarden, de voorwaarden betreffende de overgang naar de sluitingsfase of de voorwaarden betreffende de overgang naar de controlefase
De Wetenschappelijke Raad of de Minister tot wiens bevoegdheid de Binnenlandse Zaken behoren kunnen op eigen initiatief, of op voorstel van het Agentschap, voorstellen om de voorwaarden van de oprichtings-en exploitatievergunning, de voorwaarden betreffende de overgang naar de sluitingsfase of de voorwaarden betreffende de overgang naar de controlefase te wijzigen. Het Agentschap en de Wetenschappelijke Raad handelen ten aanzien van de betrokken exploitant overeenkomstig artikel 8, § 1, vijfde lid.
De gewijzigde vergunning wordt betekend en bekendgemaakt zoals voorzien in 6.8 van het algemeen reglement.