26/04/24 Wet HEDERA
Wet van 26 april 2024 houdende de oprichting, organisatie en werking van een publiekrechtelijke instelling die tot doel heeft de financiėle verantwoordelijkheid voor bepaalde nucleaire verplichtingen te dragen
Hoofdstuk 6 Nadere bepalingen betreffende het beheer van de middelen van de instelling
Afdeling 1 Investeringsstrategie
Artikel 27
De instelling neemt bij het beheer van haar activa de volgende investeringsstrategie in acht:
- 1°
- de instelling beheert haar middelen en investeringen op een wijze die voldoende opbrengsten genereert om de overgedragen financiėle verplichtingen te voldoen, rekening houdend met de lange termijn van die verplichtingen;
- 2°
- de activa zijn voldoende gediversifieerd teneinde een disproportionele afhankelijkheid van een bepaald actief, een bepaalde emittent, een bepaalde groep van ondernemingen, een bepaalde geografische zone, of een bepaalde sector en een bovenmatige accumulatie van risico's in de totale belegde portefeuille te vermijden;
- 3°
- de investeringsstrategie van de instelling is erop gericht onder meer de volgende risico's te beheersen:
- –
- waardevermindering als gevolg van inflatie;
- –
- macro-economische en (geo)politieke schokken;
- –
- een te hoge volatiliteit tussen de waarde van de activa en de overgedragen financiėle verplichtingen; en
- –
- onaangepaste liquiditeit in het licht van haar overgedragen financiėle verplichtingen;
- 4°
- zonder afbreuk te doen aan de bepalingen onder 1° tot 3°, streeft de instelling ernaar, in gepaste mate te investeren in de Belgische economie en in ondernemingen gevestigd in Belgiė, met het oog op hun blijvende verankering in Belgiė en hun ontwikkeling op de lange termijn;
- 5°
- zonder afbreuk te doen aan de bepalingen onder 1° tot 3°, houdt de investeringsstrategie van de instelling rekening met duurzame ontwikkelingsdoelstellingen en de negatieve impact op klimaat of biodiversiteit, zoals nader bepaald op advies van het investeringscomité;
- 6°
- de instelling investeert niet in de productie van of handel in: (i) wapens en/of munitie, (ii) sterke alcohol bestemd voor menselijke consumptie, (iii) tabaksindustrie en (iv) verdovende middelen en psychotrope stoffen bedoeld in het Koninklijk besluit van 6 september 2017 houdende regeling van verdovende middelen en psychotrope stoffen, alsook niet in enige handel verbonden met pornografie of prostitutie.
Artikel 28
Het directiecomité kan de investeringsstrategie nader invullen. Het investeringscomité geeft hierover advies.
Artikel 29
Ter uitvoering van de investeringsstrategie kan de instelling alle types investeringen verrichten en activa aanhouden.
Afdeling 2 Beheer van de activa
Artikel 30
§ 1
De instelling doet voor het beheer van haar activa beroep op het Agentschap, onverminderd de beheersopdracht van de FPIM zoals bedoeld in artikel 32.
De beheersopdracht van het Agentschap omvat de belegging, rechtstreeks of onrechtstreeks, in de volgende categorieėn activa:
- 1°
- kas- en liquiditeitsbeleggingen;
- 2°
- alle soorten obligaties en andere schuldinstrumenten;
- 3°
- alle soorten aandelenfondsen die hoofdzakelijk beleggen in genoteerde aandelen of vergelijkbare eigenvermogensinstrumenten met uitzondering van fondsen die enkel in Belgische aandelen beleggen;
- 4°
- alle soorten fondsen in obligaties en andere schuldinstrumenten met uitzondering van fondsen die enkel in Belgische obligaties beleggen;
- 5°
- alle soorten vastgoedfondsen met uitzondering van fondsen die enkel in Belgisch vastgoed beleggen;
- 6°
- alle soorten derivaten en afgeleide producten;
- 7°
- alle soorten gemengde fondsen met betrekking tot de categorieėn van activa bedoeld in de bepalingen onder 1° tot 6°; en
- 8°
- alle soorten vergelijkbare activa.
§ 2
Het Agentschap treedt voor rekening van de instelling op als kasbeheerder voor alle inkomende en uitgaande kasstromen.
Artikel 31
§ 1
De beheersopdracht van het Agentschap wordt geregeld in een overeenkomst met de instelling, gesloten voor een duur van ten minste 3 en ten hoogste 6 jaar.
Deze overeenkomst treedt slechts in werking na goedkeuring door de Koning, bij een besluit vastgesteld na overleg in de Ministerraad, vanaf de datum vastgesteld in dat besluit.
§ 2
De bestaande overeenkomst wordt van rechtswege verlengd zo lang geen nieuwe overeenkomst in werking is getreden.
De Koning kan tevens, zo lang geen nieuwe overeenkomst in werking is getreden, bij een besluit vastgesteld na overleg in de Ministerraad, regels vaststellen die als overeenkomst gelden tot op het ogenblik dat een nieuwe overeenkomst in werking treedt.
§ 3
De Koning kan, bij een besluit vastgesteld na overleg in de Ministerraad, de nadere regels met betrekking tot de inhoud van de overeenkomst bedoeld in paragraaf 1 vaststellen.
Artikel 32
§ 1
De instelling doet voor het beheer van een deel van haar activa beroep op de FPIM. Deze beheersopdracht betreft een opdracht in de zin van artikel 2, § 3, tweede lid, van de wet van 2 april 1962 betreffende de Federale Participatie- en Investeringsmaatschappij en de gewestelijke investeringsmaatschappijen.
De beheersopdracht van de FPIM omvat de belegging, rechtstreeks of onrechtstreeks, in Belgiė of in het buitenland, in alle in artikel 2, §§ 1 en 2, van de wet van 2 april 1962 betreffende de Federale Participatie- en Investeringsmaatschappij en de gewestelijke investeringsmaatschappijen bedoelde activa, instrumenten en financiėle technieken.
§ 2
De instelling stelt, voor de in paragraaf 1 bedoelde beheersopdracht aan de FPIM, een percentage van haar middelen ter beschikking dat passend is in het licht van de investeringsstrategie. Voor de middelen bedoeld in artikel 18 gaat het om maximaal twintig procent, berekend op de daadwerkelijk overgedragen bedragen, en dit, naarmate de investeringsopportuniteiten zich voordoen, over een periode van maximaal vijf jaar vanaf de overdracht.
De activa die de FPIM verwerft worden aangehouden voor rekening van de instelling en opgenomen in een post buiten de balans van de FPIM, overeenkomstig artikel 2, § 3, derde lid, van de wet van 2 april 1962 betreffende de Federale Participatie- en Investeringsmaatschappij en de gewestelijke investeringsmaatschappijen.
§ 3
De FPIM kan tijdelijk beleggen in effecten als bedoeld in artikel 2, 31°, van de wet van 2 augustus 2002 betreffende het toezicht op de financiėle sector en de financiėle diensten of tijdelijk liquide middelen bezitten met de bedoeling ze te investeren of te herinvesteren.
§ 4
De FPIM kan samen met de instelling participaties nemen en activa verwerven. De FPIM kan ook participaties of activa aan de instelling verkopen of participaties of activa van de instelling verwerven.
Artikel 33
§ 1
De beheersopdracht van de FPIM wordt geregeld in een overeenkomst tussen de instelling en de FPIM, gesloten voor een duur van ten minste 3 en ten hoogste 6 jaar. Deze overeenkomst regelt onder andere de vergoeding aan de FPIM voor de vervulling van haar beheersopdracht.
Deze overeenkomst treedt slechts in werking na goedkeuring door de Koning, bij een besluit vastgesteld na overleg in de Ministerraad, vanaf de datum vastgesteld in dat besluit.
§ 2
De bestaande overeenkomst wordt van rechtswege verlengd zo lang geen nieuwe overeenkomst in werking is getreden.
De Koning kan tevens, zo lang geen nieuwe overeenkomst in werking is getreden, bij een besluit vastgesteld na overleg in de Ministerraad, regels vaststellen die als overeenkomst gelden tot op het ogenblik dat een nieuwe overeenkomst in werking treedt.
§ 3
De Koning kan, bij een besluit vastgesteld na overleg in de Ministerraad, de nadere regels met betrekking tot de inhoud van de overeenkomst bedoeld in paragraaf 1 vaststellen.
Artikel 34
Het Agentschap en de FPIM kunnen, in de gevallen en onder de voorwaarden bepaald in de overeenkomsten bedoeld in respectievelijk artikel 31 of 33, een beroep op de diensten van derden doen voor bepaalde aspecten van hun beheersopdracht, op voorwaarde dat die derden daartoe over de nodige kwalificaties en expertise beschikken.
De Koning kan, bij een besluit vastgesteld na overleg in de Ministerraad, de nadere regels met betrekking tot het beroep op de diensten van derden en de inhoud van de met hen te sluiten overeenkomsten, vaststellen.
Afdeling 3 Compartimenten
Artikel 35
De instelling organiseert zich zodanig dat de activa die tot dekking van de verschillende overgedragen financiėle verplichtingen bedoeld in de artikelen 13, eerste lid, 1°, 2°, 3° en 4°, en 14 zijn bestemd ten opzichte van elkaar minstens boekhoudkundig als afzonderlijk compartiment worden behandeld.
De middelen die overeenkomstig artikel 17 aan de instelling worden overgedragen en die overeenkomstig artikel 21ter, § 1, van de wet van 29 april 1999 betreffende de organisatie van de elektriciteitsmarkt aan de instelling worden toegewezen, worden toegewezen tot dekking van de financiėle verplichtingen uit artikel 13 waarvoor zij zijn bestemd.
De Koning kan, bij een besluit vastgesteld na overleg in de Ministerraad, de nadere regels met betrekking tot de verdeling bedoeld in het eerste lid vaststellen.