§ 1
De in artikel 10, § 1, bedoelde forfaitaire bedragen worden door de kernprovisievennootschap aan Hedera in contanten betaald.
§ 2
De in artikel 10, § 1, 2°, en artikel 10, § 1, 3°, bedoelde forfaitaire bedragen met betrekking tot afval van de categorieėn B en C en verbruikte kernbrandstof worden betaald op de datum van closing.
De in artikel 10, § 1, 1°, bedoelde forfaitaire bedragen voor categorie A-afval worden betaald op de LTO-doorstartdatum van de twee LTO-eenheden.
§ 3
De in artikel 10, § 1, bedoelde forfaitaire bedragen zijn exclusief belasting op de toegevoegde waarde. Indien over een van deze bedragen belasting over de toegevoegde waarde verschuldigd is, wordt het te betalen bedrag verhoogd met de belasting over de toegevoegde waarde tegen het geldende tarief.
§ 4
De nucleaire voorzieningen ten tijde van de laatste driejaarlijkse herziening in het advies van de Commissie voor nucleaire voorzieningen van 7 juli 2023 bedragen op 31 december 2022 respectievelijk 9.070.000.000 euro voor het beheer van de verbruikte kernbrandstof en 8.122.000.000 euro op 31 december 2022 voor de ontmanteling.
§ 5
Op de datum van closing en onverminderd artikel 11 van de wet van 12 juli 2022, zijn de nucleaire voorzieningen, uitgedrukt in waarde op 31 december 2022, als volgt opgesplitst:
- 1°
- 6.727.000.000 euro aan voorzieningen voor ontmanteling, met uitzondering van overgedragen verplichtingen inzake het beheer van radioactief afval en verbruikte kernbrandstof;
Dit bedrag wordt aangepast vanaf 1 januari 2023 tot de datum van closing met de deactualisering overeenkomstig het advies van de Commissie voor nucleaire voorzieningen van 7 juli 2023 en met de in aanmerking komende uitgaven die zijn gedaan overeenkomstig artikel 11 van de wet van 12 juli 2022;
- 2°
- 1.683.000.000 euro aan voorzieningen voor de benedenfase van de splijtstofcyclus, met uitsluiting van de overgedragen verplichtingen inzake het beheer van radioactief afval en verbruikte kernbrandstof;
Dit bedrag wordt aangepast vanaf 1 januari 2023 tot de datum van closing, met de deactualisering overeenkomstig het advies van de Commissie voor nucleaire voorzieningen van 7 juli 2023, en met de in aanmerking komende uitgaven gedaan overeenkomstig artikel 11 van de wet van 12 juli 2022 en met de aanvullende voorzieningen aangelegd voor nieuwe verbruikte kernbrandstof tijdens de periode vanaf 1 januari 2023 tot de datum van closing.
- 3°
- 8.011.000.000 euro voor de overgedragen financiėle verplichtingen inzake het categorie B-afval, categorie C-afval en de categorie verbruikte kernbrandstof. Dit bedrag wordt aangepast vanaf 1 januari 2023 tot de datum van closing, met de deactualisering overeenkomstig het advies van de Commissie voor nucleaire voorzieningen van 7 juli 2023 en met de in aanmerking komende gemaakte kosten overeenkomstig artikel 11 van de wet van 12 juli 2022;
- 4°
- 771.000.000 euro voor de overgedragen financiėle verplichtingen inzake het beheer van categorie A-afval. Dit bedrag wordt aangepast vanaf 1 januari 2023 tot de datum van closing, met de deactualisering overeenkomstig het advies van de Commissie voor nucleaire voorzieningen van 7 juli 2023 en met de in aanmerking komende uitgaven gedaan overeenkomstig artikel 11 van de wet van 12 juli 2022;
De opsplitsing bedoeld in deze paragraaf doet geen afbreuk aan de toepassing van artikel 12 van de wet van 12 juli 2022 vanaf de datum van closing.
§ 6
De kernprovisievennootschap betaalt de forfaitaire bedragen bedoeld in artikel 10. Daartoe:
- 1°
- kan de kernprovisievennootschap de financiėle activa van haar keuze te gelde maken, die overeenstemmen met de voorzieningen voor overgedragen financiėle verplichtingen geļnvesteerd door de kernprovisievennootschap overeenkomstig artikel 15, § 5, van de wet van 12 juli 2022, ten belope van de bedragen bedoeld in paragraaf 5, 3° en 4°;
- 2°
- zijn de kernexploitant en de bijdragende vennootschappen, ten belope van hun aandeel overeenkomstig artikel 20 van de wet van 12 juli 2022, en met uitsluiting van de gezamenlijke vennootschap, ertoe gehouden aan de kernprovisievennootschap tijdig het saldo te betalen van de forfaitaire bedragen bedoeld in artikel 10.