24/10/24 Oriënterend en beschrijvend onderzoek

Gelet op de wet van 15 april 1994 betreffende de bescherming van de bevolking en van het leefmilieu tegen de uit ioniserende stralingen voortspruitende gevaren en betreffende het Federaal Agentschap voor Nucleaire Controle;

Gelet op de wet van 20 november 2022 betreffende het beheer van bodems verontreinigd door radioactieve stoffen, artikel 9§§ 1 en 4 en artikel 11§ 3,

(...)

Hoofdstuk 1 Toepassingsgebied en definities

Artikel 1

Dit technisch reglement geeft uitvoering aan de artikelen 9§§ 1 en 4 en artikel 11§ 3 van de wet van 20 november 2022 betreffende het beheer van bodems verontreinigd door radioactieve stoffen.

De definities in artikel 2 van de wet van 20 november 2022 betreffende het beheer van bodems verontreinigd door radioactieve stoffen zijn eveneens van toepassing op dit technisch reglement.

Voor de toepassing van onderhavig technisch reglement wordt bijkomend verstaan onder:

1°: wet: de wet van 20 november 2022 betreffende het beheer van bodems verontreinigd door radioactieve stoffen;
2°: Agentschap: het Federaal Agentschap voor Nucleaire Controle, opgericht bij de wet van 15 april 1994 betreffende de bescherming van de bevolking en van het leefmilieu tegen de uit ioniserende stralingen voortspruitende gevaren en betreffende het Federaal Agentschap voor Nucleaire Controle.

Hoofdstuk 2 Oriënterend onderzoek, beschrijvend onderzoek, gecombineerd oriënterend en beschrijvend onderzoek

Artikel 2

De criteria bedoeld in artikel 9 § 1 van de wet zijn:

1.: alle door het Agentschap gevalideerde wetenschappelijke gegevens die zijn verkregen op basis van metingen (dosistempo, activiteitsconcentratie, chemische analyse van bodem- of waterstalen) die op of aangrenzend aan het terrein werden uitgevoerd;
2.: alle door het Agentschap gevalideerde wetenschappelijke gegevens die zijn verkregen op basis van wetenschappelijke of historische aanwijzingen (rapporten, studies, artikels,. ..);
3.: Onderbouwd vermoeden van het Agentschap van de aanwezigheid van verontreiniging op basis van de historiek van de bestemming en het gebruik van het terrein.

Artikel 3

Artikel 4

Artikel 5

Het gecombineerd oriënterend en beschrijvend onderzoek bedoeld in artikel 11, § 1, vierde lid van de wet bevat de volgende delen:

1.: een deel “oriënterend onderzoek”, opgesteld overeenkomstig de bepalingen van artikel 3 van dit besluit;
2.: een deel “beschrijvend onderzoek”, opgesteld overeenkomstig de bepalingen van artikel 4 van dit besluit.

Bijlage 1 Vorm en inhoud verslag oriënterend onderzoek

Het verslag van het oriënterend onderzoek wordt opgebouwd volgens de hieronder gebruikte indeling (delen A t.e.m. F).

Minstens de volgende punten dienen in het rapport te worden besproken en gestaafd.

A.

Administratieve gegevens m.b.t. de onderzochte terreinen

B.

Voorstudie

a.: Afbakening van de onderzoekslocatie
b.: Omgevingskenmerken
c.: Geologische en hydrogeologische gegevens
d.: Historisch onderzoek
e.: Resultaten van eerder uitgevoerde (chemische en/of radiologische) bodemonderzoeken en - saneringen/-remediëringen
f.: Verslag terreinbezoek

C.

Overzicht van de beschikbare radiologische gegevens

D.

Opstellen verontreinigingshypothese en uitgewerkte bemonsteringsstrategie

E.

Interpretatie en evaluatie van de onderzoeksresultaten

a.: Toetsingskader
b.: Bron van de verontreiniging
c.: Evaluatie van de analyseresultaten
d.: Noodzaak tot het uitvoeren van een beschrijvend onderzoek
e.: Noodzaak veiligheids- of voorzorgsmaatregelen

F.

Samenvattende conclusies van het oriënterend onderzoek

Bijlagen bij het verslag:

I.: In voorkomend geval: een kopie van het besluit van eerder, in het kader van de geldende regionale regelgeving uitgevoerde bodemonderzoeken en - saneringen;
II.: In voorkomend geval: een kopie van de verslagen van eerder uitgevoerde radiologische onderzoeken die nog niet bij het Agentschap werden ingediend;
III.: Een door de bevoegde regionale overheid afgeleverd bodemattest dat bij indiening van het verslag maximaal 2 maanden oud is.

Bijlage 2 Vorm en inhoud verslag beschrijvend onderzoek

Het verslag van het beschrijvend onderzoek wordt opgebouwd volgens de hieronder gebruikte indeling (delen A t.e.m. F).

Minstens de volgende punten dienen in het rapport te worden besproken en gestaafd.

A.

Administratieve gegevens m.b.t. de onderzochte terreinen

B.

Aanleiding tot uitvoeren van het beschrijvend onderzoek

C.

Evaluatie van de reeds beschikbare en nog te verzamelen gegevens m.b.t. het terrein en de verontreiniging waarvoor het beschrijvend bodemonderzoek wordt uitgevoerd

D.

Conceptueel Site Model en uitgewerkte onderzoeksstrategie

E.

Interpretatie en evaluatie van de onderzoeksresultaten / beoordeling van het radiologisch risico

Voor de beoordeling van het radiologisch risico dient te worden uitgegaan van minstens onderstaande scenario's:

•: een scenario dat overeenstemt met het huidig gebruik van de locatie, om het direct risico en de eventueel onmiddellijk te nemen maatregelen te beoordelen;
•: een “worstcasescenario”, d.w.z. het meest penaliserend realistisch scenario m.b.t. de doses. Doorgaans is dit het scenario voor woonlocaties of voor elk ander gevoelig gebruik;
•: een “waarschijnlijk” scenario dat niet overeenkomt met het huidig gebruik van de locatie, maar dat compatibel is met de in de gewestplannen voorziene bestemming van de locatie.

F.

samenvattende conclusies van het beschrijvend bodemonderzoek

Bijlagen bij het verslag

I: Indien deze nog niet in het bezit zijn van het Agentschap: een kopie van de besluiten van sinds het indienen van het oriënterend onderzoek uitgevoerde bodemonderzoeken en -saneringen/remediëringen;
II: Een door de bevoegde regionale overheid afgeleverd bodemattest dat bij indiening van het verslag maximaal 2 maand oud is.