Het verslag van het beschrijvend onderzoek wordt opgebouwd volgens de hieronder gebruikte indeling (delen A t.e.m. F).
Minstens de volgende punten dienen in het rapport te worden besproken en gestaafd.
- A.
- Administratieve gegevens m.b.t. de onderzochte terreinen
- B.
- Aanleiding tot uitvoeren van het beschrijvend onderzoek
- C.
- Evaluatie van de reeds beschikbare en nog te verzamelen gegevens m.b.t. het terrein en de verontreiniging waarvoor het beschrijvend bodemonderzoek wordt uitgevoerd
- D.
- Conceptueel Site Model en uitgewerkte onderzoeksstrategie
- E.
- Interpretatie en evaluatie van de onderzoeksresultaten / beoordeling van het radiologisch risico
Voor de beoordeling van het radiologisch risico dient te worden uitgegaan van minstens onderstaande scenario's:
- •
- een scenario dat overeenstemt met het huidig gebruik van de locatie, om het direct risico en de eventueel onmiddellijk te nemen maatregelen te beoordelen;
- •
- een “worstcasescenario”, d.w.z. het meest penaliserend realistisch scenario m.b.t. de doses. Doorgaans is dit het scenario voor woonlocaties of voor elk ander gevoelig gebruik;
- •
- een “waarschijnlijk” scenario dat niet overeenkomt met het huidig gebruik van de locatie, maar dat compatibel is met de in de gewestplannen voorziene bestemming van de locatie.
- F.
- samenvattende conclusies van het beschrijvend bodemonderzoek
Bijlagen bij het verslag
- I
- Indien deze nog niet in het bezit zijn van het Agentschap: een kopie van de besluiten van sinds het indienen van het oriënterend onderzoek uitgevoerde bodemonderzoeken en -saneringen/remediëringen;
- II
- Een door de bevoegde regionale overheid afgeleverd bodemattest dat bij indiening van het verslag maximaal 2 maand oud is.