2.1.4.1 Coördinatie en beleid op federaal niveau
In het kader van de federale fase van het crisisbeheer, zijn de federale autoriteiten verantwoordelijk voor de coördinatie en het crisisbeheer. Deze opdracht wordt verzekerd door de Beleidscel met de steun van het Federaal Coördinatiecomité. Dit comité wordt op zijn beurt ondersteund door verschillende organisaties en crisiscellen. De voorzitter van COFECO kan vragen om bijkomende crisiscellen op te richten. Deze bijkomende cellen worden beschreven in § 2.1.4.4. Als de situatie het vereist, kunnen andere ad-hoc crisiscellen worden opgericht als extra overleg- en coördinatieplatforms om specifieke aspecten van het nationaal crisisbeheer te ondersteunen.
De voorzitter van de verschillende crisiscellen:
- –
- bereidt de agenda van de vergaderingen voor en coördineert de werkzaamheden van de crisiscel;
- –
- zorgt ervoor dat tijdens de vergaderingen de nodige informatie wordt uitgewisseld;
- –
- zorgt voor een duidelijke taakverdeling tussen de verschillende leden, overeenkomstig hun respectievelijke bevoegdheden;
- –
- zorgt ervoor dat de (voorstellen van) beslissingen in overleg met alle leden worden opgesteld;
- –
- zorgt voor de opvolging van de beslissingen door de verschillende leden;
- –
- coördineert het secretariaat van de vergaderingen en legt een geconsolideerd verslag voor aan de leden van de crisiscel.
Elk lid van de verschillende crisiscellen:
- –
- verzekert zich ervan dat de voor zijn bevoegdheidsdomein relevante informatie wordt verzameld en aan de andere leden van de cel en de voorzitter wordt bezorgd;
- –
- is verantwoordelijk voor de uitvoering van de beslissingen en acties binnen zijn bevoegdheidsdomein, overeenkomstig de in de Beleidscel vastgestelde algemene strategie en gemaakte afspraken;
- –
- neemt, in overleg met de voorzitter, de nodige maatregelen om te garanderen dat de functie die hij binnen de cel vervult, voor de hele duur van de werkzaamheden wordt ingevuld, desgevallend, door in vervanging te voorzien.
De rollen en opdrachten van deze cellen worden in detail beschreven in de paragrafen hieronder.
Tenzij anders besloten door de voorzitters van de crisiscellen en als de situatie het toelaat, gaan de vergaderingen van de crisiscellen op nationaal niveau om organisatorische en logistieke redenen door in de lokalen van het NCCN. Als de veiligheidsvoorschriften het toelaten, kunnen de voorzitters van de crisiscellen besluiten om de vergaderingen virtueel of gedeeltelijk virtueel te organiseren.
2.1.4.1.1 Het Nationaal Crisiscentrum (NCCN)
Het NCCN staat 24u/24 ten dienste van de federale regering. Dit betekent dat het NCCN de gebeurtenissen opvolgt die volgens de verkregen inlichtingen kunnen leiden tot noodsituaties die een beheer op, of de ondersteuning van, het nationaal niveau noodzaken. Het verzamelt, analyseert en verspreidt op permanente basis relevante informatie aan de regering. Bijkomend biedt het NCCN zijn infrastructuur en expertise aan bij het interdepartementaal beheer van noodsituaties.
In het kader van het onderhavige noodplan en de acute periode van het crisisbeheer, hebben de opdrachten van het NCCN meer specifiek betrekking op:
Alarmering en mobilisatie van crisiscellen- en structuren.
Het NCCN brengt in eerste instantie onmiddellijk de interne organisatie en de minister van Binnenlandse Zaken op de hoogte, en verzekert de alarmering en mobilisatie van de nationale crisiscellen die samenkomen op het NCCN.
Het NCCN is tevens het internationaal contactpunt (National Warning Point - NWP) voor noodsituaties met mogelijks grensoverschrijdende impact en verzekert de alarmering van de (inter)nationale contactpunten van de buurlanden en van de internationale instanties (EU en het IAEA). De communicatie naar de Europese Commissie en het IAEA kan worden voorbereid door de Internationale cel (zie § 2.1.4.4.2) en wordt verzonden na goedkeuring door de voorzitter van COFECO.
Het beheer van informatie met betrekking tot de noodsituatie.
Het beheer van noodsituaties in het kader van een federale fase is een interactief proces dat verloopt binnen en tussen de op de diverse niveaus geactiveerde crisiscellen en -structuren. Het NCCN behoudt op ieder ogenblik een globaal overzicht met betrekking tot de noodsituatie en van toepassing zijnde maatregelen. Zij verzekert:
- –
- de verspreiding van officiële informatie omtrent de situatie en de besliste maatregelen naar de voorzitters van de crisiscellen, naar de federale departementale crisiscellen en de gefedereerde overheden/gewestelijke crisiscentra en naar de buurlanden en internationale instanties in samenwerking met de Internationale cel;
- –
- het beantwoorden van algemene vragen met betrekking tot de noodsituatie in samenwerking met de informatiecel;
- –
- het bezorgen van specifieke informatie en vragen aan de betrokken crisiscellen.
De logistieke ondersteuning: infrastructuur en personeel
Naast de infrastructuur voor crisisbeheer, biedt het NCCN aan de federale crisiscellen ook zijn personeel ter ondersteuning aan, in het bijzonder wat betreft:
- –
- de (digitale) verdeling van relevante documenten;
- –
- het gebruik van specifieke communicatietools en geďnformatiseerde applicaties;
- –
- de invulling van ondersteunende functies ten behoeve van het Federaal Coördinatiecomité (logboek, situatierapporten,. ..).
2.1.4.1.2 De Beleidscel
1 Opdrachten
De minister van Binnenlandse Zaken is bevoegd voor de afkondiging van de federale fase van het crisisbeheer.
In het kader van de federale fase van het crisisbeheer, neemt de Beleidscel de beslissingen over de directe en indirecte beschermingsmaatregelen voor de bevolking (zie § 6.3) op voorstel van het Federaal Coördinatiecomité en draagt er de politieke en juridische verantwoordelijkheid voor. Ze stelt een algemene strategie voor het crisisbeheer voor en ze kan elke maatregel nemen die ze nodig acht vanuit het algemeen belang.
2 Voorzitterschap en samenstelling
De Beleidscel wordt voorgezeten door de minister van Binnenlandse Zaken en is samengesteld uit de ministers en staatssecretarissen, of hun afgevaardigden, die directe verantwoordelijkheden hebben in geval van een nucleaire of radiologische noodsituatie. Indien nodig kunnen de eerste minister, andere federale ministers, ministers van gefedereerde overheden en staatssecretarissen, of hun vertegenwoordigers, uitgenodigd worden om de Beleidscel te vervoegen.
3 Werking
De werking van de Beleidscel is gebaseerd op akkoorden gemaakt op politiek niveau.
4 Interactie met andere crisiscellen en -structuren
De Beleidscel informeert het Federaal Coördinatiecomité over de beslissingen die op politiek niveau worden genomen. De interactiemechanismen tussen de Beleidscel en het Federaal Coördinatiecomité worden beschreven in de werkingsprocedures van het Federaal Coördinatiecomité.
2.1.4.1.3 Het Federaal Coördinatiecomité (COFECO)
1 Opdrachten
Het Federaal Coördinatiecomité is de multidisciplinaire cel samengesteld uit deskundigen die de noodsituatie aanstuurt en coördineert met als opdrachten:
- –
- het creëren van een globaal beeld van de situatie, van haar evolutie en van de coördinatie van de noodsituatie in al zijn aspecten;
- –
- het voorbereiden en voorstellen van beslissingen met betrekking tot beschermingsmaatregelen aan de Beleidscel;
- –
- het prioriteren van de beslissingen gevalideerd door de Beleidscel;
- –
- informatie over de ondernomen maatregelen verspreiden onder de betrokken nationale en internationale instanties en diensten (inclusief de uitbater);
- –
- de coördinatie van de inzet van nationale of nationaal gegenereerde middelen (middelen via nationale hulpdiensten, via opvordering, via internationale bijstandsmechanismen, via federale departementen,. ..) ter ondersteuning van de uitvoering van de maatregelen op het terrein;
- –
- de opvolging van door de Beleidscel gevalideerde maatregelen;
- –
- ervoor zorgen dat wordt geanticipeerd op aspecten in verband met het herstel de Beleidscel hierover adviseren, zodat de post-crisis overzicht kan worden opgesteld.
2 Voorzitterschap en samenstelling
Onverminderd ieders wettelijke bevoegdheden, wordt het Federaal Coördinatiecomité voorgezeten door de directeur-generaal van het NCCN of zijn vertegenwoordiger. De basissamenstelling van het comité bestaat uit vertegenwoordigers van:
- –
- de Algemene Directie Civiele Veiligheid;
- –
- de FOD Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu
(29)
;
- –
- de Geďntegreerde Politie;
- –
- het Ministerie van Defensie;
- –
- het FANC voor de radiologisch/technische aspecten;
- –
- de informatiecel voor de communicatie aspecten;
- –
- het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen (FAVV) voor het aspect voedselveiligheid;
- –
- de minister van Binnenlandse Zaken, als verbindingspersoon met de Beleidscel;
- –
- de gouverneur(s) van de getroffen provincie(s) in functie van de noodzaak en beschikbaarheid.
Ongeacht de noodklasse dat leidt tot de activering van het nucleair noodplan, wordt het Federaal Coördinatiecomité geactiveerd in zijn basissamenstelling.
In functie van de noodzaak kan de voorzitter van het Federaal Coördinatiecomité beroep doen op andere deskundigen om deel te nemen aan de werkzaamheden van het comité, zoals:
- –
- de vertegenwoordigers van de betrokken gefedereerde overheden/gewestelijke crisiscentra
- –
- de vertegenwoordigers van andere federale departementen en diensten verantwoordelijk voor specifieke socio-economische sectoren
(30)
(zie Lexicon);
- –
- de nationale correspondenten van bedreigde of getroffen buurlanden;
- –
- verbindingspersonen verbonden aan internationale bijstandsmechanismen;
- –
- andere vertegenwoordigers van federale departementen en diensten in geval van een multirisico gebeurtenis.
3 Werking
Het Federaal Coördinatiecomité houdt rekening met de radiologisch-technische, operationele, en socio-economische aspecten, de communicatie met de bevolking en de internationale context (zie § 2.1). Het in overweging nemen van deze elementen vormt een interactief proces dat uiteindelijk moet leiden tot het uitbrengen van een geďntegreerd advies aan de Beleidscel en tot de opvolging van de genomen beslissingen. Het Federaal Coördinatiecomité zorgt ervoor dat er geanticipeerd wordt op aspecten met betrekking tot het herstel. De werking van het Federaal Coördinatiecomité moet worden beschreven in een interne werkingsprocedure.
4 Interactie met andere crisiscellen en -structuren
In kader van bovengenoemde opdrachten, staat het Federaal Coördinatiecomité in contact met andere crisiscellen en -structuren. Deze interacties verlopen via rechtstreeks contact, via geďnformatiseerde tools, via vertegenwoordigers of verbindingspersonen en via het NCCN.
De Beleidscel
Het Federaal Coördinatiecomité informeert de Beleidscel omtrent de situatie en geeft geďntegreerd advies over de te nemen beschermingsmaatregelen zoals beschreven in dit plan.
De Evaluatiecel (CELEVAL)
Het Federaal Coördinatiecomité staat in contact met de Evaluatiecel om zich een beeld te kunnen vormen van de technische en radiologische situatie op en buiten de site en de verwachte evolutie ervan. Het krijgt van de Evaluatiecel voorstellen met betrekking tot beschermingsmaatregelen op basis van de analyse van de radiologische gevolgen.
De informatiecel (INFOCEL)
Het Federaal Coördinatiecomité krijgt van de informatiecel analyses over de opvolging van de informatie verstrekt aan de bevolking en de media met betrekking tot de noodsituatie en de van toepassing zijnde beschermingsmaatregelen, evenals over hun perceptie hierop. Het ziet toe op de alarmering van en de informatieverstrekking aan de bevolking die gecoördineerd wordt door de informatiecel.
De provinciale crisiscellen (CC-PROV)
COFECO staat in contact met de provinciale crisiscellen over de beeldvorming van de situatie op lokaal niveau en de operationele haalbaarheid van de vooropgestelde beschermingsmaatregelen. Het verstrekt informatie over directe en/of indirecte beschermingsmaatregelen voor de bevolking, het interventiepersoneel en de voedselketen aan de provinciale crisiscellen.
De federale departementale crisiscellen
COFECO ziet toe op de verstrekking van informatie over de genomen maatregelen en de acties die ondernomen moeten worden op het niveau van de betrokken departementen. Het overlegt met de federale departementale crisiscellen omtrent de impact van de noodsituatie en van de beschermingsmaatregelen op specifieke socio-economische sectoren die onder hun bevoegdheid vallen. Indien nodig kan de voorzitter van COFECO beslissen om een Socio-economische cel te mobiliseren om het comité in deze taken te ondersteunen (zie § 2.1.4.4.3.).
De gefedereerde overheden/gewesteliike crisiscentra
COFECO ziet toe op de verstrekking van informatie over de genomen maatregelen en de acties die ondernomen moeten worden op het niveau van de betrokken gefedereerde overheden. Het overlegt met de gefedereerde overheden omtrent de impact van de noodsituatie en van de beschermingsmaatregelen op specifieke socio-economische sectoren die onder hun bevoegdheid vallen. Indien nodig kan de voorzitter van het Federaal Coördinatiecomité beslissen om een Socio-economische cel te mobiliseren om het comité in deze taken te ondersteunen (zie § 2.1.4.4.3.).
Nationale homologe crisisstructuren in de buurlanden
Het Federaal Coördinatiecomité ziet toe op de alarmering en informatieverstrekking aan nationale homologe crisisstructuren in de buurlanden. Indien nodig en, indien de situatie het toelaat, overlegt het met deze structuren omtrent de eventuele grensoverschrijdende impact en omtrent de afstemming en opvolging van grensoverschrijdende maatregelen en communicatie. Het overlegt over vragen met betrekking tot wederzijdse bijstand. Indien nodig kan de voorzitter van het Federaal Coördinatiecomité beslissen om een Internationale cel te mobiliseren om het comité in deze taken te ondersteunen (zie § 2.1.4.4.2).
De internationale instanties
Het Federaal Coördinatiecomité ziet toe op de alarmering en informatieverstrekking aan de internationale instanties (EU, IAEA) en verzekert indien nodig de activering van internationale bijstandsmechanismen, eventueel bijgestaan door een Internationale cel (zie § 2.1.4.4.2).
De uitbater van de betrokken installatie
De interactie tussen het nationaal niveau en de uitbater van de betrokken nucleaire installatie verloopt steeds via de Evaluatiecel. Als de openbare orde of de veiligheid van de bevolking het echter vereisen, kan het Federaal Coördinatiecomité rechtstreeks in contact treden met de uitbater om de maatregelen die nodig zijn voor de controle van de situatie op de uitgebate site (inclusief de bescherming van de personen aanwezig op de site) op te volgen (zie § 2.1.1.).
De CP-Ops
De interactie met de CP-Ops verloopt steeds via de gouverneur(s) van de betrokken provincie(s). Als de situatie het vereist, kan de voorzitter van het Federaal Coördinatiecomité echter om de aanwezigheid van de Dir-CP-Ops vragen tijdens vergaderingen tussen COFECO en het/de CC-Prov(s).
2.1.4.2 Radiologisch/technische analyse en adviesverstrekking
2.1.4.2.1 De Evaluatiecel (CELEVAL)
1 Opdrachten
De Evaluatiecel is ermee belast de relevante technische, meteorologische en radiologische informatie te verzamelen. Op basis van die informatie evalueert zij de situatie, in binnen- en buitenland, en de gevolgen ervan op radiologisch vlak om het Federaal Coördinatiecomité te adviseren over de beschermingsmaatregelen voor:
- –
- de bevolking;
- –
- de intervenanten;
- –
- de voedselketen;
- –
- het leefmilieu;
- –
- de drinkwatervoorziening.
Dit geldt voor het Belgisch grondgebied en/of voor Belgische onderdanen in het buitenland. Hierbij moet zij rekening houden met de verwachte evolutie van de situatie op technisch, meteorologisch en radiologisch vlak, alsook met de impact van verslechterende omstandigheden die zich eventueel zouden kunnen voordoen.
2 Voorzitterschap en samenstelling
De Evaluatiecel wordt voorgezeten door het FANC en bestaat uit deskundigen van overheidsdiensten met verantwoordelijkheden op radiologisch en wetenschappelijk vlak, alsook uit deskundigen van aangewezen diensten of instellingen:
- –
- het FANC en haar filiaal Bel V;
- –
- het FAW;
- –
- het Koninklijk Meteorologisch Instituut (KMI).
- –
- het Studiecentrum voor Kernenergie (SCK CEN);
- –
- het Nationaal Instituut voor Radio-elementen (IRE);
- –
- de betrokken uitbater.
In functie van de noodzaak, kan de voorzitter van de Evaluatiecel een beroep doen op andere deskundigen om deel te nemen aan de werkzaamheden van de Evaluatiecel.
3 Werking
De werking van de Evaluatiecel moet worden beschreven in een interne werkingsprocedure. Niettemin is het een cyclisch proces dat verschillende stappen omvat, waarvan de voornaamste de volgende zijn:
- –
- het verzamelen van informatie van de uitbater om zo nauwkeurig mogelijk de in rekening te nemen bronterm (zie Lexicon, vrijgekomen hoeveelheden en tijdelijke of verwachte ontwikkelingen, ) en de meteorologische omstandigheden op de plaats van uitbating vast te stellen (op basis van plaatselijke metingen);
- –
- het verzamelen van informatie van meteorologische organisaties en van de Meetcel;
- –
- de samenvatting van de beschikbare informatie op een welbepaald moment;
- –
- de evaluatie van de technische situatie en van de potentiële radiologische gevolgen op basis van deze informatie en van de resultaten van modellering;
- –
- de bepaling van een aangepaste meet- en staalnamestrategie, in samenwerking met de Meetcel;
- –
- de voorbereiding van de technische en radiologische samenvattingen en van de meetresultaten voor de buurlanden en voor de internationale instanties.
Deze stappen moeten mogelijk maken om zo snel mogelijk te komen tot:
- –
- de ontwikkeling van aanbevelingen aan COFECO, gebaseerd op de evaluatie;
- –
- de mededeling van deze aanbevelingen aan het Federaal Coördinatiecomité;
De Evaluatiecel komt samen in de lokalen van het NCCN. Indien deze niet beschikbaar zijn, moet ze zich kunnen organiseren in de lokalen van het FANC (CI2C).
4 Interacties met de andere cellen en instellingen
In het kader van bovengenoemde opdrachten, staat de Evaluatiecel in contact met andere crisiscellen en -structuren. Deze interacties verlopen via rechtstreeks contact, via geďnformatiseerde tools, via vertegenwoordigers of verbindingspersonen, en via het NCCN.
De crisiscel van de betrokken uitbater
De Evaluatiecel staat in contact met de crisiscel van de uitbater om zich een beeld te kunnen vormen van de technische en radiologische situatie op de site en de verwachte evolutie ervan.
Het Federaal Coördinatiecomité
De Evaluatiecel adviseert COFECO over de beschermingsmaatregelen voor de bevolking, het leefmilieu, de voedselketen en de drinkwatervoorziening. Ze geeft antwoorden op de bijzondere vragen en aanvragen van het Federaal Coördinatiecomité. Het Federaal Coördinatiecomité informeert de Evaluatiecel op zijn beurt over de daadwerkelijk genomen beslissingen door de Beleidscel en over de uitgevoerde acties. Deze informatie wordt opgenomen in de latere evaluaties van de Evaluatiecel.
De Meetcel
De Meetcel biedt rechtstreekse ondersteuning aan de Evaluatiecel. De Meetcel stuurt de beschikbare resultaten van de metingen op het terrein onmiddellijk door in een bruikbare en vooraf afgesproken vorm ongeacht hun herkomst (TELERAD [zie Lexicon], teams op het terrein, AGS, drones,. ..). Een lid van de Evaluatiecel verzekert, als verbindingspersoon met de Meetcel, de interface tussen beide cellen.
Interne crisiscel van het FANC (CI2C)
De CI2C is een structuur die door het FANC wordt opgericht en beheerd, in nauwe samenwerking met haar partners. Wanneer ze geactiveerd wordt op verzoek van de voorzitter van de Evaluatiecel, kan de ondersteuning van het CI2C (backoffice) gevraagd worden voor de uitvoering van aanvullende taken. De mechanismen voor interactie tussen de Evaluatiecel en de interne crisiscel van het FANC zijn beschreven in de interne werkingsprocedures van de Evaluatiecel.
Commandopost operaties (CP-Ops)
De interactie tussen de (crisis)cellen op nationaal niveau en de CP-Ops verloopt hoofdzakelijk via de provinciale crisiscel(len). Als de situatie het vereist, kan de Evaluatiecel echter contact opnemen met de CP-Ops om informatie en advies door te geven die nuttig zijn voor de beoordeling van het stralingsrisico waaraan de hulpverleners op de site worden of kunnen worden blootgesteld.
Internationale contacten
Indien de situatie dit vereist, kan de Evaluatiecel in direct contact treden met zijn homologen in andere landen voor de uitwisseling van technische/radiologische informatie. De communicatie van geplande of genomen beschermingsmaatregelen blijft echter het voorrecht van COFECO, hierin mogelijk ondersteund door een Internationale cel (zie § 2.1.7.3.).
2.1.4.2.2 De Meetcel
1 Opdrachten
De Meetcel levert de nodige expertise en meet- en staalnamemiddelen om de niveaus van het dosisdebiet van de omgeving en de radioactieve contaminatie in het leefmilieu te meten.
De Meetcel is belast met de uitvoering van de meetstrategie, die in overleg met de Evaluatiecel bepaald wordt.
Tijdens de acute periode van de noodsituatie kan de Meetcel op eigen initiatief metingen starten in afwachting van de instructies van de Evaluatiecel.
De metingen die ze verzamelt moeten toelaten om de risicozoneste bepalen en af te bakenen, om het niveau van contaminatie te verifiëren in de producten van de voedselketen inclusief het drinkwater, om het niveau van contaminatie in geďmporteerde producten of deze bestemd voor export te verifiëren, om de dosissen opgelopen door de bevolking te reconstrueren, enz.
2 Voorzitterschap en samenstelling
De Meetcel wordt voorgezeten door het FANC en bestaat uit vertegenwoordigers van de overheidsdiensten, instellingen en organen die over de voornaamste meetmiddelen beschikken en die over de nodige competenties en een expertise inzake nucleaire metingen, en/of staalafnames beschikken.
De vertegenwoordigers van de overheidsdiensten behoren tot de volgende instellingen:
- –
- het FANC;
- –
- het FAVV;
- –
- de operationele eenheden van de Civiele Bescherming;
- –
- het ministerie van Defensie
(31)
.
De deskundigen van de aangewezen diensten of instellingen zijn vertegenwoordigers van:
- –
- het SCK CEN;
- –
- het IRE.
Indien nodig kan, op vraag van het FANC of de Evaluatiecel, de deelname van andere organismen en instituten geëist worden door de minister van Binnenlandse Zaken, om aan de opdrachten van de Meetcel deel te nemen, bijvoorbeeld:
- –
- de uitbaters van andere installaties dan de betrokken installatie,
- –
- laboratoria en fysische controlediensten van de universiteiten;
- –
- erkende instellingen voor fysische controle;
- –
- andere partners die een overeenkomst hebben gesloten om interventies voor het FANC uit te voeren.
Tot slot kan er eveneens een beroep gedaan worden op internationale teams, overeenkomstig de internationale bijstandsakkoorden (zie rubriek 2.1.7.2.2), eventueel via de Internationale cel (zie § 2.1.4.1.5), indien deze gemobiliseerd werd.
3 Werking
Om de opdrachten die haar toevertrouwd werden, te verzekeren, bestaat de Meetcel uit twee operationele niveaus:
- –
- een federaal niveau;
- –
- een lokaal niveau.
Het federale niveau (“federale Meetcel”) staat in voor de algemene coördinatie van de werkzaamheden van de cel. Deze staat in rechtstreeks contact met de coördinator van de mobiele meetteams om het operationele plan voor de metingen en de staalnames op het terrein vast te stellen.
Het lokale niveau (“lokale Meetcel”) is samengesteld uit de mobiele meet- en staalnameploegen op het terrein, alsook de middelen en toestellen voor aanvullende metingen op het land, maritieme metingen en metingen in de lucht.
Detectie- en meetmiddelen vanuit de lucht door middel van gammaspectrometrie (behorend tot de FOD Binnenlandse Zaken en beheerd door het SCK CEN en het IRE) kunnen op beslissing van de minister van Binnenlandse Zaken worden ingezet. Ze worden geďnstalleerd in een luchtvaartuig van Defensie (indien beschikbaar), van de politie of, bij gebrek daaraan, van een particuliere onderneming, en worden begeleid door een operator die door het SCK CEN of door het IRE ter beschikking wordt gesteld.
De Civiele Bescherming is belast met de vestiging en de coördinatie van het basiskamp voor de mobiele meetploegen. De lokalisatie ervan wordt gekozen tussen vooraf bepaalde locaties. De aspecten verbonden aan de persoonlijke dosimetrie van de leden van de meetploegen worden eveneens op het niveau van het basiskamp beheerd.
De werking van de Meetcel moet worden beschreven in een interne werkingsprocedure.
4 Interacties met de andere cellen en instellingen
In het kader van bovengenoemde opdrachten, staat de Meetcel in contact met andere crisiscellen en structuren. Deze interacties verlopen via rechtstreeks contact, via geďnformatiseerde tools of via vertegenwoordigers of verbindingspersonen.
De Evaluatiecel
De Meetcel biedt rechtstreekse ondersteuning aan de Evaluatiecel om de radiologische gevolgen van een noodsituatie te beoordelen.
Interne crisiscel van het FANC (CI2C)
Wanneer CI2C geactiveerd wordt op verzoek van de voorzitter van de Evaluatiecel, kan de Meetcel ondersteuning van CI2C vragen bij de uitvoering van haar taken.
De uitbater van de betrokken installatie
De Meetcel neemt in haar verzameling de relevante resultaten op van de metingen die op de site en in de omgeving van de site uitgevoerd werden door de meetteams van de uitbater van de betrokken installatie.
Intervenanten op het terrein (via de CP-Ops)
De lokale Meetcel neemt in haar verzameling de relevante resultaten op van de metingen van het dosisdebiet en van de contaminatie van de intervenanten tijdens hun interventie. Deze resultaten worden via de CP-Ops aan de lokale coördinator van de mobiele meetteams en aan de federale Meetcel overgemaakt.
2.1.4.3 Alarmeren en informeren van de bevolking tijdens de noodsituatie
De alarmering is de eerste actie inzake crisiscommunicatie. Ze heeft tot doel de betrokken bevolking die bedreigd wordt door een noodsituatie binnen een zo kort mogelijke termijn te verwittigen. Dit met een uniforme, duidelijke en concrete boodschap afkomstig van een officiële bron die duidelijk geďdentificeerd wordt, zodanig dat de bevolking kan handelen als eerste actor voor de eigen veiligheid. De alarmering kan gebeuren via diverse redundante en complementaire communicatiekanalen die toelaten dat dringende boodschappen voor de bevolking zo ruim mogelijk verspreid worden. Informatieverstrekking aan de bevolking houdt in dat de overheden de (in)direct betrokken bevolking regelmatig informeren via een snelle, eenduidige, duidelijke en gestructureerde crisiscommunicatie over (de evolutie van) de situatie, over de afgekondigde beschermingsmaatregelen en over de aanbevelingen omtrent het aan te nemen gedragspatroon.
De bevoegde overheden waken samen over een coherente crisiscommunicatie bij een noodsituatie, onder meer via:
- –
- een strategie voor nucleaire crisiscommunicatie waarin de organisatie van discipline 5, de kanalen voor de alarmering en informatieverspreiding en de taakverdeling tussen de belangrijkste actoren zijn vastgelegd;
- –
- provinciale en gemeentelijke nood- en interventieplannen (zie Lexicon);
- –
- monodisciplinaire interventieplannen eigen aan discipline 5, die de operationalisering van de voormelde strategie op het lokaal niveau vertalen.
De coördinatie van de crisiscommunicatie bij noodsituaties wordt op nationaal niveau aangestuurd door de Informatiecel.
2.1.4.3.1 De Informatiecel (INFOCEL)
1 Opdrachten
De Informatiecel waakt over de alarmering van en de informatieverstrekking aan de bevolking. Ze organiseert de coördinatie van de acties met betrekking tot crisiscommunicatie met de diverse betrokken overheden en diensten. De Informatiecel waakt eveneens van dichtbij over de opvolging en analyse van de informatie aan en de perceptie bij de bevolking en de media aangaande de noodsituatie, de afgekondigde beschermingsmaatregelen en de gecommuniceerde aanbevelingen.
Iedere actor binnen het onderhavige plan draagt bij aan de crisiscommunicatie in functie van zijn bevoegdheden.
2 Voorzitterschap en samenstelling
De Informatiecel wordt voorgezeten door het NCCN. De basissamenstelling van de cel bestaat uit vertegenwoordigers belast met de communicatie van:
- –
- de minister van Binnenlandse Zaken;
- –
- het NCCN;
- –
- de FOD Volksgezondheid;
- –
- het FANC;
- –
- het FAVV.
In functie van de noodzaak kan de informatiecel uitgebreid worden met:
- –
- communicatieverantwoordelijken van andere ministers, overheden en diensten betrokken bij de coördinatie en het beheer van de noodsituatie in functie van hun bevoegdheidsdomein;
- –
- een wetenschappelijke raadgever aangeduid door het FANC, die kan helpen bij de voorlichting van technisch-radiologische elementen van de communicatie;
- –
- een vertegenwoordiger van de betrokken uitbater, voor de coherentie en volledigheid van de informatie verbonden aan de betrokken site en aan de uitgevoerde acties;
- –
- elke andere relevante deskundige.
3 Werking
De alarmering van de leden van de informatiecel, de eigen organisatie, werkmethode van de cel en de interactie met de andere vertegenwoordigers van discipline 5 en de communicatieverantwoordelijke van de uitbater moeten worden beschreven binnen interne werkingsprocedures.
4 Interactie met andere crisiscellen en -structuren
In het kader van bovengenoemde opdrachten, staat de Informatiecel in contact met het Federaal Coördinatiecomité. Deze interactie verloopt via vertegenwoordigers of verbindingspersonen, en via het NCCN.
Aangezien de alarmering van en de informatieverstrekking aan de bevolking integraal deel uitmaken van het crisisbeheer, heeft deze vertegenwoordiging van de Informatiecel in het Federaal Coördinatiecomité als doel:
- –
- het delen van de analyse van de situatie gerealiseerd via de opvolging van de informatie en van de percepties vanwege de bevolking en de media;
- –
- het strategisch adviseren inzake crisiscommunicatie;
- –
- het waken over de uitvoering van de genomen beslissingen inzake alarmering en informatieverstrekking aan de bevolking.
Voor een optimale crisiscommunicatie, is er regelmatig contact tussen de communicatoren van de betrokken overheden en diensten om samen te waken over een duidelijke, coherente en gestructureerde informatie aan de bevolking. Daartoe heeft er ook contact plaats met de (communicatoren van de) betrokken exploitant.
Op internationaal niveau, wordt de benodigde informatie bezorgd en uitgewisseld met de (communicatoren van de) homologe overheden in de buurlanden, in samenwerking met de Internationale cel (indien gemobiliseerd).
2.1.4.4 Bijkomende cellen
2.1.4.4.1 De Nationale Logistieke Hub (NatLogHub)
De Nationale Logistieke Hub is een bijkomende crisiscel die gemobiliseerd wordt op beslissing van de voorzitter van het Federaal Coördinatiecomité.
1 Opdrachten
De Nationale Logistieke Hub is een overleg- en coördinatieplatform ter ondersteuning van de opdrachten van COFECO betreffende het beheer van de logistieke middelen op nationaal en internationaal niveau en dit in nauwe samenwerking met de betrokken partners. De aspecten waarmee rekening moet worden gehouden omvatten onder andere:
- –
- het consolideren en beoordelen van de logistieke behoeften;
- –
- de inventarisatie op te stellen van de bestaande verdeling van de logistieke steun op het terrein, van de beschikbaarheid van nog niet-ingezette logistieke middelen en van de vermoedelijke noden in het verdere crisisbeheer;
- –
- te zorgen voor een efficiënte toewijzing van nationale en internationale middelen, door middel van een aanvraagprocedure;
- –
- een (her)verdeling voor te stellen van de middelen op het terrein, de strategie voor de inzet van de nog niet-ingezette middelen en de verwerving van de aanvullende middelen;
- –
- een overzicht bij te houden van de reeds ingezette middelen en te anticiperen op toekomstige logistieke behoeften in functie van de evolutie van de toestand;
- –
- de activatie van internationale bijstandsmechanismen voor te stellen, in overleg met de Internationale cel (indien deze gemobiliseerd werd);
- –
- te zorgen voor de gecoördineerde uitvoering en de opvolging van de genomen beslissingen en de te ondernemen acties;
- –
- aan het Federaal Coördinatiecomité te rapporteren voor wat betreft de hierboven beschreven elementen.
De oprichting van de NatLogHub heeft tot doel te zorgen voor een optimale coördinatie van de nationale en internationale middelen tussen de verschillende betrokken diensten, zonder afbreuk te doen aan de opdrachten van deze laatsten, die verantwoordelijk blijven voor de uitvoering van beslissingen en acties binnen hun bevoegdheidsdomein. Deze uitvoering gebeurt overeenkomstig de in de Beleidscel vastgestelde algemene strategie en gemaakte afspraken.
2 Voorzitterschap en samenstelling
Onverminderd ieders wettelijke bevoegdheden, wordt de NatLogHub voorgezeten door het NCCN. De basissamenstelling van de Hub bestaat uit vertegenwoordigers van:
- –
- de Algemene Directie Civiele Veiligheid;
- –
- het Ministerie van Defensie;
- –
- de hulpverleningszones;
- –
- en van het NCCN.
In functie van de noodzaak, kan de voorzitter van de NatLogHub een beroep doen op andere deskundigen om deel te nemen aan de werkzaamheden van de Hub.
3 Werking
De werking van de Nationale Logistieke Hub moet worden beschreven in een interne werkingsprocedure.
4 Interactie met andere crisiscellen en -structuren
Het Federaal Coördinatiecomité
De Nationale Logistieke Hub werkt ter ondersteuning van het Federaal Coördinatiecomité. De voorzitter van de Hub bezorgt aan het Federaal Coördinatiecomité de analyses en voorstellen tot acties in verband met de logistieke aspecten van de noodsituatie. Het Federaal Coördinatiecomité informeert de NatLogHub op zijn beurt over de validatie of de wijzigingen van deze voorstellen.
De Internationale cel
De Nationale Logistieke Hub werkt samen met de Internationale cel om informatie uit te wisselen over aspecten met betrekking tot de behoeften voor materieel en personeel die gevraagd moeten worden in het kader van de internationale bijstand.
2.1.4.4.2 De Internationale cel
De Internationale cel is een bijkomende crisiscel die gemobiliseerd wordt op beslissing van de voorzitter van het Federaal Coördinatiecomité.
1 Opdrachten
De Internationale cel is een overleg- en coördinatieplatform ter ondersteuning van de opdrachten van COFECO betreffende de opvolging en de coördinatie van alle internationale aspecten waarmee rekening moet worden gehouden in de context van de noodsituatie, in nauwe samenwerking met de betrokken partners. Deze aspecten omvatten onder andere:
- –
- Het beheer van de formulieren op de platformen WebECURIE (EC) en USIE (IAEA) (zie Lexicon);
- –
- Het delen van informatie met buurlanden (de alarmering wordt uitgevoerd door het NCCN, in overeenstemming met de alarmeringsprocedures beschreven in § 2.1.3).
- –
- Het delen van informatie met internationale partners;
- –
- Het voorbereiden en/of ondersteunen en opvolgen van verzoeken om internationale bijstand;
- –
- Het voorbereiden en opvolgen van aanbiedingen van internationale bijstand;
- –
- Het ondersteunen van de crisiscel van de FOD Buitenlandse Zaken.
De oprichting van de Internationale cel heeft tot doel te zorgen voor een optimale coördinatie tussen de verschillende betrokken diensten, zonder afbreuk te doen aan de opdrachten van deze laatsten, die verantwoordelijk blijven voor de uitvoering van beslissingen en acties binnen hun bevoegdheidsdomein. Deze uitvoering gebeurt overeenkomstig de in de Beleidscel vastgestelde algemene strategie en gemaakte afspraken.
2 Voorzitterschap en samenstelling
Onverminderd ieders wettelijke bevoegdheden, wordt de Internationale cel voorgezeten door het NCCN. De basissamenstelling van de cel bestaat uit vertegenwoordigers van:
- –
- het Federaal Agentschap voor Nucleaire Controle;
- –
- de federale overheidsdienst Buitenlandse Zaken;
- –
- en het Nationaal Crisiscentrum.
In functie van de noodzaak, kan de voorzitter van de Internationale cel een beroep doen op andere deskundigen om deel te nemen aan de werkzaamheden van deze cel.
3 Werking
De werking van de Internationale cel moet worden beschreven in een interne werkingsprocedure.
4 Interactie met andere crisiscellen en -structuren
Het Federaal Coördinatiecomité
De Internationale cel werkt ter ondersteuning van het Federaal Coördinatiecomité. Hij bezorgt aan het Federaal Coördinatiecomité zijn analyses en voorstellen tot acties in verband met de internationale aspecten van de noodsituatie. Het Federaal Coördinatiecomité informeert de Internationale cel op zijn beurt over de validatie of de wijzigingen van deze voorstellen.
De Evaluatiecel
De Internationale cel werkt samen met CELEVAL om informatie uit te wisselen over de technische, radiologische en meteorologische aspecten die nodig zijn om haar missies uit te voeren.
De Nationale Logistieke Hub
De Internationale cel werkt samen met de NatLogHub om informatie uit te wisselen over aspecten met betrekking tot de behoeften voor materieel en personeel die gevraagd moeten worden in het kader van de internationale bijstand.
2.1.4.4.3 De Socio-economische cel (ECOSOC)
In de acute periode van het crisisbeheer zijn radiologisch-technische analyses en operationele analyses prioritair. De impact van de noodsituatie op specifieke sectoren van het maatschappelijk en economisch leven, moet echter ook in overweging worden genomen. De voorzitter van het Federaal Coördinatiecomité kan daarom beslissen om een Socio-economische cel (ECOSOC) te mobiliseren om hem te ondersteunen in zijn coördinerende rol.
De opvolging van de socio-economische gevolgen van de noodsituatie wordt in eerste instantie op lokaal niveau verzekerd door de gouverneurs en burgemeesters in het kader van de uitvoering op het terrein van op nationaal niveau besliste maatregelen.
1 Opdrachten
De Socio-economische cel is een overleg- en coördinatieplatform ter ondersteuning van de opdrachten van COFECO betreffende de opvolging en de coördinatie van alle socio-economische aspecten waarmee rekening moet worden gehouden in de context van de noodsituatie, in nauwe samenwerking met de betrokken partners. Deze aspecten omvatten onder andere:
- –
- de directe gevolgen van de noodsituatie en de genomen maatregelen of maatregelen die overwogen worden in het kader van de strategische coördinatie voor specifieke (kwetsbare) sectoren van de samenleving identificeren en analyseren;
- –
- het overkoepelend overleg van een specifieke socio-economische sector organiseren;
- –
- gecoördineerde maatregelen gericht op het beperken van de socio-economische impact van de noodsituatie ontwikkelen en voorstellen aan het Federaal Coördinatiecomité;
- –
- zorgen voor de gecoördineerde uitvoering en de opvolging van de genomen beslissingen en de te ondernemen acties op basis van de in de Beleidscel vastgestelde algemene strategie en gemaakte afspraken.
De oprichting van de Socio-economische cel heeft tot doel een optimale coördinatie tussen de verschillende betrokken diensten mogelijk te maken, zonder afbreuk te doen aan de taken van deze laatsten die verantwoordelijk blijven voor de uitvoering van de beslissingen en acties op hun bevoegdheidsgebied. Deze uitvoering gebeurt overeenkomstig de in de Beleidscel vastgestelde algemene strategie en gemaakte afspraken.
2 Voorzitterschap en samenstelling
Onverminderd ieders wettelijke bevoegdheden wordt de Socio-economische cel voorgezeten door de voorzitter van de Federale Overheidsdienst Economie, K.M.O., Middenstand en Energie of zijn vertegenwoordiger. De Socio-economische cel is samengesteld uit de:
- –
- Voorzitter van de FOD Economie, K.M.O., Middenstand en Energie;
- –
- Voorzitter van de FOD Volksgezondheid;
- –
- Voorzitter van de FOD Mobiliteit en Transport;
- –
- Voorzitter van de FOD Financiën;
- –
- Voorzitter van de FOD Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg;
- –
- Voorzitter van de FOD Sociale Zekerheid;
- –
- Voorzitter van de Programmatorische FOD Maatschappelijke Integratie.
Elk lid kan zijn bevoegdheden delegeren aan een naar behoren geďnformeerde en gemachtigde vertegenwoordiger. De voorzitter verzoekt om de deelname van de vertegenwoordigers van de departementen van de gefedereerde entiteiten aan de vergaderingen van de Socio-economische cel wanneer hun deelname noodzakelijk is voor de uitvoering van de opdrachten van de Socio-economische cel. De voorzitter van de Socio-economische cel kan voor de vergaderingen van deze cel elke andere persoon, dienst, overheid of deskundige die nodig is, oproepen.
3 Werking
De voorzitter van de cel:
- –
- bereidt de agenda van de vergaderingen voor en coördineert de werkzaamheden van de cel;
- –
- zorgt ervoor dat de noodzakelijke informatie gedeeld wordt in de vergaderingen;
- –
- zorgt voor een duidelijke taakverdeling tussen de verschillende leden, overeenkomstig ieders bevoegdheden;
- –
- coördineert het secretariaat van de vergaderingen en legt een geconsolideerd verslag voor aan de leden van de cel alsook aan het Federaal Coördinatiecomité;
- –
- vertegenwoordigt de Socio-economische cel in de vergaderingen van COFECO.
De werking van de Socio-economische cel moet worden beschreven in een interne werkingsprocedure.
4 Interactie met andere crisiscellen en -structuren
Het Federaal Coördinatiecomité
De Socio-economische cel werkt ter ondersteuning van COFECO. De voorzitter van de Socio-economische cel zetelt in dit comité. De Socio-economische cel bezorgt aan het Federaal Coördinatiecomité zijn analyses en voorstellen van acties in verband met de socio-economische aspecten en gevolgen van de noodsituatie.
2.1.4.5 Departementale crisiscellen
Departementale crisiscellen kunnen op aangeven van de voorzitter van het Federaal Coördinatiecomité worden gealarmeerd door het NCCN, met het oog op hun in stand-by plaatsing of activering door de federale overheidsdienst waaronder de departementale crisiscel valt.
1 Opdrachten
De departementale crisiscellen:
- –
- organiseren de inzet van de medewerkers die naar het Federaal Coördinatiecomité worden gestuurd, of naar crisisstructuren op andere niveaus;
- –
- coördineren specifieke acties binnen betrokken socio-economische sectoren die onder hun bevoegdheidsdomein vallen, indien nodig in overleg en samenwerking met gefedereerde overheden die verantwoordelijkheden dragen binnen hetzelfde bevoegdheidsdomein;
- –
- verzekeren de strategische ondersteuning van acties genomen door de gouverneurs en burgemeesters naar specifieke sectoren op lokaal niveau in het kader van de uitvoering van de beschermingsmaatregelen zoals beschreven in het onderhavige plan;
- –
- ondersteunen de informatieverstrekking naar de sector waarover zij bevoegdheid hebben.
2 Werking
De werking van de departementale crisiscellen is een prerogatief van de federale overheid waaronder de departementale crisiscel behoort.
3 Interactie met andere crisiscellen- en structuren
Vanuit de voormelde opdrachten, staan departementale crisiscellen in verbinding met het Federaal Coördinatiecomité en de Informatiecel. Deze interactie kan verlopen via het NCCN of via vertegenwoordigers in de respectieve cellen.
De interactie met gouverneurs en burgemeesters met betrekking tot ondersteuning van acties naar specifieke socio-economische sectoren op lokaal niveau, verloopt via het Federaal Coördinatiecomité.
Voor de samenwerking met gefedereerde overheden binnen hetzelfde bevoegdheidsdomein, kunnen de bestaande structuren worden gebruikt. Indien nodig kunnen vertegenwoordiger(s) van de betrokken gefedereerde overheden opgenomen worden in de departementale crisiscellen (gefedereerde overheden en federaal niveau samen, zie § 2.1.6).
(29)
|
Hierna aangeduid als “FOD Volksgezondheid”
|
(30)
|
Bijvoorbeeld: Belgische belangen in het buitenland, mobiliteit, risicovolle industriële installaties in de onmiddellijke omgeving (zie Lexicon), vitale economische activiteiten, energievoorziening, telecommunicatie, gevangenissen, enz.
|
(31)
|
De operationele eenheden of middelen van Defensie zullen alleen interveniëren waar mogelijk, als hun middelen beschikbaar en operationeel zijn.
|
2.1.5.1 De ondersteuning van de nationale beleidscoördinatie door het provinciaal en lokaal niveau
De aansturing van het crisisbeheer en de verantwoordelijkheid voor het nemen van de beschermingsmaatregelen voor de bevolking, zijn op het nationaal niveau gesitueerd. Dit doet evenwel geen afbreuk aan de verantwoordelijkheid van de betrokken gouverneur(s) en burgemeester(s) met betrekking tot het beheer van de situatie op hun grondgebied.
Ongeacht de ernst van het evenement dat leidt tot de activering van het huidige plan en tot de eventuele afkondiging van de federale fase van het crisisbeheer, worden de provinciale en gemeentelijke crisiscellen (eventueel in beperkte samenstelling) van de betrokken provincies en de geďmpacteerde gemeenten die zich binnen een noodplanningszone bevinden onmiddellijk gemobiliseerd.
In functie van de noodzaak, kunnen de gouverneurs, die niet betrokken zijn bij de noodplanningszone, worden gealarmeerd door het NCCN met het oog op de activering van hun provinciale crisiscel, met betrekking tot:
- –
- mogelijke ondersteuning aan het crisisbeheer en aan de uitvoering van de beschermingsmaatregelen in de getroffen provincies (bijvoorbeeld met betrekking tot de controle en decontaminatiecentra of de opvangcentra [zie Lexicon] in geval van evacuatie);
- –
- indien de noodsituatie dit vereist, het uitvoeren van de beschermingsmaatregelen op hun grondgebied.
2.1.5.1.1 De provinciale en gemeentelijke crisiscellen
De ondersteuning van de beleidscoördinatie van het lokaal niveau wordt verzekerd op provinciaal niveau door de gouverneur in samenwerking met de betrokken burgemeester(s).
Deze beleidscoördinatie richt zich in eerste instantie op het nemen van de nodige beslissingen:
- –
- met het oog op de uitvoering op het terrein van de beschermingsmaatregelen gevalideerd door de Beleidscel;
- –
- rekening houdend met de specifieke lokale situatie.
1 Opdrachten
In het kader van deze beleidscoördinatie op lokaal niveau, is de provinciale crisiscel (in samenwerking met de betrokken gemeentelijke crisiscellen) verantwoordelijk voor de volgende taken:
- –
- het adviseren van het Federaal Coördinatiecomité omtrent de operationele haalbaarheid van vooropgestelde beschermingsmaatregelen,
- –
- de informatieverstrekking aan het Federaal Coördinatiecomité omtrent de stand van zaken van de uitvoering op het terrein van besliste beschermingsmaatregelen;
- –
- indien nodig of volgens specifieke akkoorden, het vragen voor de ontplooiing van operationele of thematische antennes;
- –
- de informatieverstrekking aan de bevolking over de situatie op lokaal niveau, in het kader van de werkzaamheden van Discipline 5;
- –
- de alarmering van en uitwisseling van informatie met de homologe crisisstructuren in de buurlanden met het oog op de coherente uitvoering van maatregelen op het terrein in de grensstreek;
- –
- de kennisgeving aan het Federaal Coördinatiecomité van de noodzaak aan bijkomende nationale middelen en ondersteuning, met name wat betreft operationele middelen voor de uitvoering van acties op het terrein
- –
- de kennisgeving van de nood aan ondersteuning en bijkomende middelen met betrekking tot de opvolging van acties naar specifieke socio-economische sectoren;
2 Voorzitterschap en samenstelling
De betrokken gouverneur(s) en burgemeester(s) worden bijgestaan door hun provinciale of gemeentelijke crisiscel en zitten deze voor.
Indien nodig:
- –
- kunnen beide structuren samengevoegd worden in een geďntegreerde provinciale crisiscel, voorgezeten door de gouverneur en met deelname van de betrokken burgemeester(s);
- –
- twee of meer gemeentelijke crisiscellen kunnen bij besluit van de betrokken burgemeesters worden samengevoegd tot een gezamenlijke gemeentelijke crisiscel onder gezamenlijk voorzitterschap van de betrokken burgemeesters.
3 Werking
De werking van de provinciale of gemeentelijke crisiscellen wordt beschreven in de nood- en interventieplannen en interne werkingsprocedures.
Met betrekking tot volgende specifieke situaties, zijn volgende afspraken van toepassing:
- –
- In geval van een “Site area emergency” of “General emergency”, verzekert de gouverneur van de provincie waar de site zich bevindt, dat de bevolking in de onmiddellijke omgeving van de site (blokS, zie § 5.2.3) verwittigd wordt, schuilt en de berichtgeving van de overheden opvolgt via de media;
- –
- in geval van de situatie “General emergency - Reflex mode”, verzekert de gouverneur, van de provincie waar de site zich bevindt, de onmiddellijke implementatie van vooraf bepaalde reflexmaatregelen (waarschuwen van de bevolking, schuilen en de berichtgeving van de overheden via de media volgen) in de vooraf bepaalde reflex zone en zorgt ook voor de opvolging ervan.
Dit initiatief van de gouverneur wordt genomen in afwachting van de effectieve samenkomst van de crisiscellen- en structuren op de verschillende niveaus en de overgang naar een andere noodklasse (zie Tabel 1) beslist door de Beleidscel op basis van het advies van het Federaal Coördinatiecomité;
Indien de specifieke lokale situatie dringende maatregelen voor de bescherming van de bevolking vereist, in afwachting van beslissingen vanwege de Beleidscel of wanneer beleidsbeslissingen vereist zijn die niet helemaal coherent zijn met de beslissingen van de Beleidscel, kunnen de gouverneurs en burgemeesters deze acties desgevallend nemen, mits:
- –
- voorafgaand overleg daaromtrent heeft plaatsgevonden tussen de voorzitter van het Federaal Coördinatiecomité en de gouverneur;
- –
- voorafgaand overleg daaromtrent heeft plaatsgevonden tussen de burgemeester en zijn gouverneur.
4 Interactie met andere crisiscellen en -structuren
Het Federaal Coördinatiecomité
De betrokken provinciale crisiscellen staan in contact met het Federaal Coördinatiecomité over de perceptie van de situatie op lokaal niveau en de operationele haalbaarheid van de voorgestelde beschermingsmaatregelen en de informatieverstrekking over de voortgang van de uitvoering op het terrein van de besliste beschermingsmaatregelen.
De CP-Ops en de operationele antennes
De betrokken gouverneurs staan in contact met de CP-Ops over de genomen beschermingsmaatregelen en de uitvoering ervan op het terrein en over de bescherming van het interventiepersoneel.
De interactie tussen de gouverneur(s) en - indien gemobiliseerd - de operationele antennes wordt beschreven in de bijzondere nood- en interventieplannen.
De Informatiecel
De provinciale en gemeentelijke crisiscellen staan in contact met de Informatiecel over de verspreiding van informatie naar de bevolking op lokaal niveau, in het kader van het werk van discipline 5.
De homologe crisisstructuren in de buurlanden
De provinciale crisiscellen staan in contact met homologe crisisstructuren in de buurlanden in verband met de alarmering en het uitwisselen van informatie met het oog op een coherente uitvoering van acties op het terrein in de grensregio.
De gefedereerde autoriteiten/regionale crisiscentra
De provinciale crisiscellen werken samen met de betrokken gefedereerde overheden/regionale crisiscentra voor de ondersteuning van de opvolging van acties in de specifieke socio-economische sectoren waarvoor ze verantwoordelijk zijn.
2.1.5.2 De operationele coördinatie
De operationele coördinatie (zie Lexicon) op lokaal niveau wordt, afhankelijk van de behoeften, verzekerd op verschillende niveaus:
- –
- binnen de CP-Ops;
- –
- binnen multidisciplinaire operationele en/of thematische antennes.
Een CP-Ops wordt niet automatisch opgericht bij de activatie van het nucleair noodplan. Dit hangt af of er acties op de site of op het terrein vereist zijn.
Het besluit om een CP-Ops op te richten is gebaseerd op ofwel:
- –
- de operationele uitwisselingen die voortvloeien uit het motorkapoverleg (zie Lexicon) dat wordt georganiseerd na de mobilisatie van de hulpdiensten op de site;
- –
- het Bijzonder Nood- en Interventieplan waarin de operationele criteria worden vastgelegd die moeten worden toegepast vanaf de alarmering.
De plaatsbepaling van de CP-Ops moet worden voorbereid door vooraf verschillende mogelijke lokalen of plaatsen (minstens 2 tot 3) te identificeren. Die mogelijke plaatsen moeten zich bevinden in de verschillende geografische sectoren rond de desbetreffende site om, bij een noodsituatie, op het moment zelfde beste plaatste kunnen kiezen, dit rekening houdend met de windrichting.
Een operationele of thematische antenne kan worden opgericht op verzoek van de Dir-CP-Ops of van de gouverneur(s). Deze beslissing moet worden meegedeeld aan de betrokken NC112 en aan alle partners in het nationaal veiligheidsportaal (zie Lexicon). Het is mogelijk dat een operationele antenne wordt opgesteld in een andere provincie dan die waar de betrokken nucleaire site zich bevindt.
De plaatsbepaling van de antennes moet worden voorbereid door vooraf verschillende mogelijke lokalen of plaatsen te identificeren en dit op te nemen in de bijzondere nood- en interventieplannen.
2.1.5.2.1 De CP-Ops en de operationele of thematische antennes
1 Opdrachten
De CP-Ops en de antennes zijn verantwoordelijk voor de operationele coördinatie op en rond de nucleaire site, dit wil zeggen bron- en effectbestrijding. Naast de algemene taken die zijn vastgelegd in het Koninklijk besluit van 22 mei 2019 betreffende de noodplanning en het beheer van noodsituaties op het gemeentelijk en provinciaal niveau en betreffende de rol van de burgemeesters en de provinciegouverneurs in geval van crisisgebeurtenissen en -situaties die een coördinatie of een beheer op nationaal niveau vereisen
(35)
, moeten de volgende taken worden uitgevoerd:
- –
- de dosimetrische opvolging en evaluatie van intervenanten en het doorgeven van de nodige gegevens aan het FANC (zie § 6.2.5);
- –
- jodiumtabletten beschikbaar stellen aan de hulpdiensten (al dan niet rechtstreeks betrokken bij de interventie).
Het doel van een operationele of thematische antenne is het ondersteunen van de CP-Ops en de provinciale crisiscellen om te zorgen voor een lokale of thematische operationele coördinatie. De specifieke opdrachten van de antennes moeten worden bepaald in de bijzondere nood- en interventieplannen.
2 Voorzitterschap en samenstelling
De CP-Ops is samengesteld uit operationele directeurs van de disciplines en elke andere persoon die door de Dir-CP-Ops wordt uitgenodigd. In het kader van het huidige plan moet de uitbater fysiek vertegenwoordigd zijn in de CP-Ops wanneer een interventie op de site vereist is. De CP-Ops staat onder leiding van de Dir-CP-Ops, waarvan de aanstellingsvoorwaarden en opdrachten worden beschreven in het KB van 22 mei 2019 en de bijzondere nood- en interventieplannen. De samenstelling en de organisatie van de operationele of thematische antennes worden beschreven in de nood- en interventieplannen, in overeenstemming met de principes die zijn vastgelegd in het huidig noodplan en het KB van 22 mei 2019.
3 Werking
De werking van de CP-Ops en de operationele en thematische antennes worden beschreven in het KB van 22 mei 2019, en/of in de (bijzondere) nood- en interventieplannen.
4 Interactie met andere crisiscellen -en structuren
Zo snel mogelijk na hun installatie richten de CP-Ops en de operationele en thematische antennes een onderlinge verbinding op voor de coördinatie en communicatiedoorstroming. Deze verbindingen worden tot stand gebracht om de samenhang van de operationele acties en een goede verdeling van de middelen te waarborgen. Het maakt bovendien de organisatie van eventuele wederzijdse versterkingen tussen lokale structuren mogelijk.
(De crisiscel van) de uitbater
De coördinatie met de uitbater op operationeel niveau is essentieel om interventies op de site zo efficiënt mogelijk te beheren. De uitbater voorziet een fysieke vertegenwoordiger om ervoor te zorgen dat de interventiediensten over de juiste informatie beschikken over de omstandigheden op de betrokken site.
De provinciale en gemeentelijke crisiscellen
De coördinatie tussen de CP-Ops, de operationele en thematische antennes en de provinciale en gemeentelijke crisiscellen staat beschreven in de provinciale en gemeentelijke nood- en interventieplannen.
De andere operationele structuren op het terrein
Een interactie kan nodig zijn tussen de CP-Ops of de operationele of thematische antennes en andere operationele structuren op het terrein. De logistieke ondersteuningsstructuur van de uitbater en het basiskamp van de Meetcel zijn hier voorbeelden van. In de voorafgaandelijke beschouwing van mogelijke locaties voor de oprichting van de CP-Ops of van de operationele en thematische antennes is het aangewezen hiermee rekening te houden.
De operationele structuren in het kader van de internationale bijstand
Er moet ook rekening worden gehouden met de mogelijke interactie tussen de CP-Ops en/of de operationele en thematische antennes en operationele structuren die op lokaal niveau kunnen worden opgericht in het kader van internationale bijstandsverlening en “Host Nation Support” (HNS).
Andere crisiscellen
Als de situatie het vereist, kan de CP-Ops contact opnemen met andere crisiscellen zoals het Federaal Coördinatiecomité of de Evaluatiecel om specifieke informatie of verzoeken door te geven, maar dit moet eerder uitzonderlijk blijven. De provinciale en gemeentelijke crisiscellen moeten hier altijd van op de hoogte worden gebracht.
De interacties tussen deze verschillende crisisstructuren en de communicatieverbindingen worden beschreven in de bijzondere nood- en interventieplannen.
(35)
|
Hierna: “KB van 22 mei 2019”
|