Meer info
 

16/06/24 KB Nucleair en radiologisch noodplan
Koninklijk besluit van 16 juni 2024 tot vaststelling van het nucleair en radiologisch noodplan voor het Belgisch grondgebied, de territoriale zee en de exclusieve economische zone

2.1.1 Beheer van de situatie op de site

Overeenkomstig de internationale principes en artikel 28 van de wet van 15 april 1994, is en blijft de uitbater, zelfs tijdens een noodsituatie, verantwoordelijk voor de nucleaire veiligheid van de installatie en de technische beheersmaatregelen op de site. De uitbater is ook verantwoordelijk voor de bescherming (in het bijzonder op radiologisch vlak) van de aanwezige personen op zijn uitgebate site.
Wanneer het nucleair noodplan wordt geactiveerd en als de openbare orde of de bescherming van de bevolking dit vereist, kunnen de federale overheden bevoegd voor het beheer van de noodsituatie op elk moment aan de uitbater acties opleggen met het oog op de controle van de noodsituatie op de uitgebate site. Het opleggen van deze acties wordt, in overeenstemming met de veiligheidsmaatregelen beschreven in artikel 10septies van de wet van 15/04/1994, uitgevoerd door een nucleaire inspecteur van het FANC.

2.1.1.1 Intern noodplan van de uitbater

De uitbater moet alle nodige voorzorgsmaatregelen nemen om de veiligheid van de personen en goederen (25) op zijn terrein te garanderen. Er moet een intern noodplan opgesteld worden door elke uitbater en voor elke nucleaire installatie. De structuur en de inhoud van dit intern noodplan moet flexibel zijn en het plan moet de volgende elementen omvatten:
de snelle detectie en classificatie van evenementen;
de alarmering op de site, 24 uur op 24 en 7 dagen op 7, de snelle mobilisering van het interventie personeel en de alarmering en begeleiding van de externe hulpdiensten;
de bescherming van alle personen die op de site aanwezig zijn en met aandacht voor de maatregelen inzake hergroepering, telling, evacuatie en decontaminatie;
de bescherming van het interventiepersoneel;
de communicatie naar de overheid over de situatie op de site, met inbegrip van de snelle notificatie en alle informatie die daarna nodig is;
de informatie naar de bevolking en de communicatie naar de media, in overeenstemming met de nationale nucleaire communicatiestrategie, die zich beperkt tot de informatie inzake de situatie op de site en haar evolutie;
de evaluatie van de situatie vanuit technisch en radiologisch standpunt (op en rond de site);
de evaluatie van de radioactieve lozingen;
de eerste hulp en de behandeling ter plaatse van slachtoffers, binnen de grenzen van zijn mogelijkheden, inbegrepen de maatregelen inzake decontaminatie en hun overplaatsing naar gespecialiseerde ziekenhuizen;
de controle, het herstel of het terug in een veilige toestand brengen van de installaties;
de informatie over actieve en passieve brandveiligheidsmaatregelen en watervoorraden;
de toegang tot het terrein en de gebouwen op het terrein;
de bepalingen voor de samenwerking met de externe overheden en diensten, met alle mogelijke middelen waarover hij beschikt, met als doel de schadelijke gevolgen te voorkomen of te beperken voor de gezondheid van de werknemers en van de bevolking en voor het leefmilieu, de voedselketen en de drinkwatervoorziening.
Het intern noodplan van de uitbater moet ter informatie aan de territoriaal bevoegde hulpverleningszone en aan de betrokken lokale en federale autoriteiten worden overgemaakt.

2.1.1.2 Samenwerking van de uitbater bij de operationele en beleidscoördinatie

Wanneer het nucleair noodplan wordt geactiveerd en een interventie op de site vereist is, is een fysieke vertegenwoordiging van de uitbater op operationeel niveau (CP-Ops, zie § -.l) verplicht. Deze vertegenwoordiging moet ervoor zorgen dat de nodige feedback wordt gegeven over de omstandigheden op de site waarvoor de uitbater volledig verantwoordelijk en technisch bevoegd blijft. De uitbater behoudt een rol als adviseur en biedt ondersteuning met betrekking tot de risico's op de site. De uitbater is ook vertegenwoordigd op strategisch niveau in de Evaluatiecel (§ 2.1.4.2.1) om een functie van verbindingsofficier te vervullen en zo de autoriteiten die verantwoordelijk zijn voor de coördinatie en het crisisbeheer de nodige informatie te verstrekken om beslissingen te nemen.
Naast deze vereiste vertegenwoordiging blijft een medewerking van de uitbater of van zijn vertegenwoordiger op andere niveaus (op strategisch of operationeel niveau) mogelijk, onder voorbehoud dat deze medewerking:
vooraf is overeengekomen tussen de uitbater en de autoriteit of dienst die om deze deelname verzoekt;
verenigd kan worden met de uitvoering van zijn eigen opdrachten (in het bijzonder op de site);
niet in strijd is met de bepalingen in dit plan;
en dat de modaliteiten in verband met deze medewerking (fysieke aanwezigheid, specifiek informatiekanaal, vereist profiel...) expliciet voorzien en opgenomen worden in de plannen en procedures van de betrokken partners (uitbater, verzoekende autoriteit/dienst).

(25)
De veiligheid van personen heeft steeds prioriteit