Meer info
 

16/06/24 KB Nucleair en radiologisch noodplan
Koninklijk besluit van 16 juni 2024 tot vaststelling van het nucleair en radiologisch noodplan voor het Belgisch grondgebied, de territoriale zee en de exclusieve economische zone

4 De herstelperiode

Vanwege de omvang van de noodsituatie, de gevolgen ervan, maar ook de dynamiek en de veerkracht binnen de gemeenschap, is een terugkeer naar de normale situatie van vóór de noodsituatie in sommige gevallen niet (onmiddellijk) mogelijk. De totstandbrenging van een nieuwe normaliteit kan weken, maanden of jaren duren en moet worden gezien als een kans voor wederopbouw. In dat geval is de organisatie van een herstelperiode noodzakelijk.
Hoewel niet voor alle noodsituaties een herstelperiode op nationaal niveau hoeft te worden georganiseerd, is het de verantwoordelijkheid van de minister van Binnenlandse Zaken, als autoriteit verantwoordelijk voor de beleidscoördinatie van de federale fase, te anticiperen op de herstelbehoeften. Die behoeften moeten aan het begin van een noodsituatie worden geëvalueerd en er moet worden nagegaan, voordat de federale fase wordt opgeheven, of er na de noodsituatie een herstelperiode moet worden voortgezet. Daartoe wordt uiterlijk vóór het einde van de federale fase een post-crisis evaluatie gemaakt om een beeld te krijgen van de situatie en de uitgevoerde acties en, indien nodig, van de behoeften voor de voortzetting van de herstelperiode. Voor het opstellen van deze beoordeling, wordt de minister van Binnenlandse Zaken bijgestaan door het Federaal Coördinatiecomité. Deze post-crisis evaluatie is dus gebaseerd op basis van de geconsolideerde adviezen van het Federaal Coördinatiecomité en in overleg met de betrokken gouverneurs (via het NCCN) en in overleg met de andere bevoegde ministers binnen de Beleidscel. Als uit het post-crisis overzicht blijkt dat de gevolgen van de noodsituatie een herstelperiode vereisen die na de opheffing van de federale fase moet worden voortgezet, wordt dit post-crisis overzicht overgemaakt aan de instantie of structuur belast met de coördinatie tijdens de herstelperiode.
Tijdens de herstelperiode vervangen de referentieniveaus die van toepassing zijn op een bestaande en/of een geplande blootstellingsituatie, de referentieniveaus die voordien tijdens de acute periode gebruikt werden. Voor wat de beschermingsmaatregelen betreft, ligt de herstelperiode daarentegen in het verlengde van de transitieperiode.
In functie van de aard van het evenement (omgeving en voedselketen al dan niet besmet) moet deze periode voor de werknemers belast met de herstelwerkzaamheden als een geplande blootstellingfase aangepakt worden. In geval van residuele contaminatie moet ze voor de bevolking als een bestaande blootstellingsituatie aangepakt worden.

4.1 Geplande of bestaande blootstellingsituatie

4.1.1 Evenementen zonder belangrijke en blijvende contaminatie van de omgeving
Niet alle nucleaire of radiologische evenementen leiden tot een belangrijke en blijvende contaminatie van onze omgeving:
de evenementen die in de dreigingsperiode ingedamd worden, zonder radioactieve uitstoot, veroorzaken geen enkele contaminatie in de omgeving;
de evenementen die beperkt zijn tot de uitstoot van edelgassen veroorzaken geen residuele contaminatie van de omgeving, zodra de uitstoot beëindigd is;
evenementen waarbij er slechts geringe uitstoot is van radioactieve elementen die geen zeldzame gassen zijn, of evenementen in verre buitenlandse installaties (zoals bij Tsjernobyl of Fukushima), kunnen leiden tot een residuele contaminatie van de omgeving. Deze contaminatie is echter gering, zodat de stralingsblootstelling van de Belgische bevolking niet beduidend verschilt van de blootstelling vóór het evenement;
de evenementen die betrekking hebben op het verlies of de diefstal van verzegelde bronnen waarvan de integriteit niet geschonden wordt en die geen contaminatie van de omgeving veroorzaken.
In al deze situaties impliceert de afwezigheid van een belangrijke en blijvende contaminatie dat de stralingsblootstelling van de bevolking op het einde van de acute periode niet verschilt van de blootstelling vóór het evenement. De interventie op de geïmpacteerde site zou voor de werknemers belast met de herstelwerkzaamheden daarentegen wel een verhoogde blootstelling (of risico op verhoogde blootstelling) kunnen opleveren.
Het risico voor de werknemers belast met de herstelwerkzaamheden moet als een geplande blootstelling behandeld worden, dit wil zeggen met respect voor de wettelijke voorschriften die gelden voor de werknemers die beroepshalve blootgesteld worden (ARBIS). Voor deze situaties is de herstelperiode over het algemeen van korte duur (enkele dagen tot enkele weken).

4.1.2 Evenementen met belangrijke en blijvende contaminatie van de omgeving
Na een evenement dat geleid heeft tot een belangrijke en blijvende contaminatie van de omgeving wordt de bevolking verder blootgesteld aan een chronische toename van de dosis. Deze residuele stralingsblootstelling wordt beheerd als een bestaande radiologische situatie.
De dosissen die de werknemers belast met de herstelwerkzaamheden ontvangen hebben, worden beheerd in het kader van een geplande blootstelling, dit wil zeggen met respect voor de wettelijke voorschriften die gelden voor de werknemers die beroepshalve blootgesteld worden (ARBIS).
In functie van de omvang van de getroffen gebieden en de contaminatie van de omgeving kan de herstelperiode na de noodsituatie verschillende maanden, jaren of zelfs decennia in beslag nemen.

4.2 Beheer van de herstelperiode

De eerste doelstelling van het beheer van de herstelperiode is het mogelijk te maken om zo snel mogelijk terug te keren naar een genormaliseerde situatie en de economische activiteiten en het maatschappelijk weefsel te herstellen. Deze doelstelling kan enkel bereikt worden door de radiologische bescherming van de bevolking en het geleidelijke herstel van de getroffen zones te verzekeren. Dit geldt ook voor de hulp aan de bevolking die getroffen zijn door de gevolgen van het evenement en de steun aan de verschillende economische sectoren die essentieel zijn voor het herstel van een normaal leven (bevoorrading, vervoer, opvoeding, vrijetijdsbestedingen...).
De gevolgen van een nucleair of radiologisch evenement kunnen erg variëren van plaats tot plaats. Deze variatie wordt beïnvloed door factoren zoals de afstand tot het punt van uitstoot en specifieke weersomstandigheden (vooral de invloed van neerslag). Daarnaast spelende socio-economische karakteristieken van de getroffen gebieden een rol, zoals de bevolkingsdichtheid, stedelijke of landelijke gebieden, en de aanwezigheid van landbouw, industrie, bosbouw, etc. Daarom is het noodzakelijk om verschillende strategieën te hanteren voor de aanpak van de gevolgen, die zijn afgestemd op de specifieke kenmerken van de te beheren situaties. De toegepaste acties en middelen moeten aangepast worden aan de uitdagingen, prioriteiten en ernst van de situatie in de verschillende betrokken gebieden. Het is van wezenlijk belang dat de gecontamineerde gebieden in zones worden verdeeld, zodat het beheer van de beschermingsmaatregelen in de gecontamineerde gebieden kan worden gestructureerd en de opvolging en de informatie van de betrokken bevolking georganiseerd kunnen worden. Deze verdeling in zones en de bijhorende beschermingsmaatregelen en strategieën - bouwen voort op wat tijdens de transitieperiode is ingezet en blijven van kracht bij het beëindigen van de acute periode. Al deze strategieën, acties en administratieve maatregelen, met name de maatregelen die betrekking hebben op de radiologische bescherming van de bevolking, moeten gerechtvaardigd worden. Dit wil zeggen dat de verwachte voordelen, met name in termen van vermindering van de stralingsschade, belangrijker moet zijn dan de risico's en nadelen die inherent zijn aan hun toepassing (radiologische blootstelling van de werknemers belast met de herstelwerkzaamheden, financiële kosten, maatschappelijke storingen...). Ze moeten ook geoptimaliseerd worden om een zo groot mogelijk voordeel op te leveren rekening houdend met de beschikbare menselijke en financiële middelen en het beschikbaar materiaal. Het einddoel is de bescherming van de bevolking voortdurend te verbeteren.
In de loop der tijd moet de efficiëntie van deze strategieën regelmatig geëvalueerd worden en moeten de strategieën herzien en aangepast worden, om rekening te houden met de geleidelijke afname van de contaminatie en om terug te kunnen keren naar een zo normaal mogelijke situatie.
4.2.1 Radiologische bescherming
De radiologische bescherming van de bevolking en de werknemers belast met de herstelwerkzaamheden heeft tot doel de stralingsblootstelling zo laag als mogelijk te houden (ALARAprincipe: as low as reasonably achievable, zie Lexicon). De dosimetrische doelstellingen zijn gebaseerd op de waarden van de referentieniveaus die door de Internationale Commissie voor Radiologische Bescherming zijn opgesteld (zie § 6.2.2). Ze worden geval per geval bepaald en kunnen verschillen per zone, afhankelijk van de specifieke omstandigheden. In de loop der jaren dienen ze regelmatig herzien te worden.
Voor de radiologische bescherming van de bevolking en van de intervenanten, moeten in min of meer uitgebreide zones acties uitgevoerd worden en beschermingsmiddelen ingezet worden. Deze acties hebben tot doel de blootstellingdosissen te controleren en te verminderen die het resultaat zijn:
van de externe bestraling en/of besmetting, door radioactieve afzetting gecontamineerde oppervlaktes en
van de interne contaminatie door inhalatie, door absorptie door de huid en besmetting van een open wond, maar vooral door ingestie van gecontamineerde voedsel en drinkwater.
In de praktijk wordt de bevolking aangeraden om:
het verblijf in zwaar gecontamineerde zones te vermijden of te beperken (bijvoorbeeld niet in een bos gaan wandelen);
bepaalde lokale producten (wilde bessen,champignons,wild,. ..) niet te eten of de consumptie ervan te verminderen (zie § 6.4.3.1);
geen voedingswaren produceren (groenten,graangewassen,melk,. ..) die niet geconsumeerd kunnen worden (zie § 6.3.4.3);
de contaminatie van voedsel te verminderen wanneer ze voorbereid worden (wassen, schillen, ...);
een stofmasker te dragen tijdens activiteiten die leiden tot stofverspreiding in de lucht (ploegen, schoffelen, scheppen,. ..);
te voorkomen dat gecontamineerd stof in de woning belandt (een voetbad installeren),
enz.
De contaminatie van de omgeving, voedsel en drinkwater wordt gericht gecontroleerd zo lang als dat nodig is (zie § 6.3.4.1). Deze controle wordt regelmatig aan de evolutie van de situatie aangepast en wordt aangevuld met een controle van de interne contaminatie van een representatief staal van de bevolking, om te controleren of de beschermingsmaatregelen efficiënt zijn.

4.2.2 Herstel van de gecontamineerde zones
Het herstel van de gecontamineerde zones (zie § 6.3.3.8) heeft tot doel ervoor te zorgen dat de bevolking opnieuw kan beschikken over een leefbare omgeving, waarin opnieuw industriële, landbouw-, bosbouw- en recreatieve activiteiten kunnen plaatsvinden. De herstelstrategie tijdens de herstelperiode bouwt voort op die van de transitieperiode. Ze maakt het voorwerp uit van periodieke herevaluaties, om de efficiëntie van de acties te controleren en de strategie, de prioriteiten en de operationele criteria in het kader van de decontaminatie aan te passen. Bij deze aanpassingen wordt er rekening gehouden met de principes van rechtvaardiging en optimalisering en met de beschikbare middelen (materiaal en mensen).
Het herstel begint met de decontaminatie van oppervlaktes die zijn besmet door radioactieve afzettingen (dakbedekkingen, wegen, schoolpleinen, moestuinen...). Het kan worden vervolledigd met aanpassingen aan de praktijken die voor de industriële productie en de landbouwproductie worden toegepast.
De keuze van decontaminatietechnieken hangt af van het type oppervlak, hun verwachte werkzaamheid, de dosis aan de werknemers belast met de herstelwerkzaamheden en de aard en de hoeveelheid radioactief afval dat geproduceerd wordt.

4.2.3 Beheer van afval© Ail rights reserved. Guidance on planning for recovery following a nuclear or radiological emergency. Health Canada, 2020. Modified, adapted and reproduced with permission from the Minister of Health, 2023.
De acties in het kader van de vermindering van de contaminatie en het beheer van de gecontamineerde producten kunnen grote hoeveelheden afval van uiteenlopende herkomst en aard opleveren. Een deel van dit afval zou hoge radioactiviteitsniveaus kunnen bevatten, vooral als het dicht bij het punt van oorsprong van het evenement werd geproduceerd. Anderzijds kan van een grote hoeveelheid afval verwacht worden dat het slechts licht besmet is.
Er moeten criteria worden vastgesteld zodat afval kan worden gesorteerd op basis van de hoeveelheid radioactief materiaal die het bevat en het type (bv. vast, vloeibaar of biologisch afval) met behulp van een passende risicobeoordeling. Bij de risicobeoordeling moet ook rekening worden gehouden met de niet-radiologische eigenschappen van het afval (bv. chemisch, biologisch). De sorteringscriteria moeten het mogelijk maken om op korte termijn tijdelijke oplossingen te vinden voor de inzameling, het transport, de initiële behandeling en de tussentijdse opslag van het afval in de buurt van het (de) verontreinigde gebied(en).
De tijdelijke oplossingen voor de opslag en de behandeling, evenals voor de transporten, die tijdens de transitieperiode ingevoerd worden voor het beheer van de grote hoeveelheden afval, moeten geleidelijk aan plaats maken voor beheersoplossingen op lange termijn. Deze oplossingen voor afvalbeheer kunnen wetswijzigingen vereisen.
Afval kan worden behandeld om de hoeveelheid te verminderen of om het om te zetten in een vorm die geschikter is voor verwijdering. Processen die kunnen worden gebruikt om afval te verminderen zijn sorteren, verbranden, filteren, destilleren of stollen van vloeistoffen en chemische behandeling van vloeistoffen.
Als de afvalvolumes relatief beperkt zijn, kunnen bestaande faciliteiten voor het beheer van radioactief afval deze mogelijk verwerken. Als de volumes echter groot zijn (wat waarschijnlijk het geval zou zijn bij een grotere lozing), kan de capaciteit van deze faciliteiten onvoldoende zijn. Tijdelijke opslagfaciliteiten zouden dan nodig zijn om tijd te winnen voor meer permanente oplossingen.
Nieuwe faciliteiten kunnen worden gebouwd op de plaats waar het afval is vrijgekomen, elders in het verontreinigde gebied of zelfs op een locatie ver van het getroffen gebied. Als het afval naar elders moet worden vervoerd, moet rekening worden gehouden met de regels voor het vervoer van radioactief materiaal of moeten hierop uitzonderingen worden voorzien. Alle locaties voor afvalbeheer zullen moeten worden onderworpen aan passende controles om de volksgezondheid en het milieu tegen straling te beschermen.
Het uiteindelijke doel van de strategie voor afvalbeheer is het bereiken van een stabiele situatie, gebaseerd op de principes van isolatie en insluiting, om te voorkomen dat afval zich blijft verspreiden in het milieu en gevolgen heeft voorde bevolking.
Isolatie houdt in dat het afval op een plaats wordt geplaatst die ver verwijderd is van huizen en gemeenschappen (zie Lexicon), en is over het algemeen geschikt voor afval dat besmet is met langlevende radionucliden (zie Lexicon) die niet kunnen worden verwijderd.
Insluiting verwijst naar activiteiten of structuren die ontworpen zijn om te voorkomen dat radioactief afval in het milieu terechtkomt. Het beschermt ook de fysieke omgeving van het afval.
Als besloten wordt om het afval lokaal of ter plaatse te beheren, moet de beslissing goed gemotiveerd zijn. Er moet een langetermijnplan worden opgesteld voor beheer en monitoring en moet er een verbintenis zijn om de bestaande insluitsystemen in stand te houden. Bij elke discussie over afvalbeheer en -verwijdering moet rekening worden gehouden met monitoring op lange termijn en veiligheidsmaatregelen om de veiligheid van mens en milieu in de toekomst te garanderen.

4.2.4 Hulp aan de getroffen bevolking
De bevolking die getroffen wordt door de gevolgen van het evenement en waarvan een deel mogelijk tijdelijk of permanent verplaatst werd moeten hulp voor hervestiging en levensonderhoud en/of financiële compensaties kunnen ontvangen, en dit in verhouding tot de geleden schade. Ze moet regelmatig op de hoogte worden gebracht van de evolutie van de situatie en van de vooruitzichten. Ze moet ook medisch en psychologisch begeleid worden en het voorwerp uitmaken van een dosimetrische en epidemiologische opvolging.

4.2.5 Psychosociale factoren© Ail rights reserved. Guidance on planning for recovery following a nuclear or radiological emergency. Health Canada, 2020. Modified, adapted and reproduced with permission from the Minister of Health, 2023.
Nucleaire of radiologische noodsituaties kunnen het psychologische (d.w.z. mentale of emotionele) en sociale welzijn van een persoon beïnvloeden, waarbij het ene invloed heeft op het andere. Deze onderling samenhangende effecten worden psychosociale effecten genoemd en kunnen worden waargenomen op individueel, gemeenschaps- en maatschappelijk niveau. Psychosociale effecten kunnen bestaan uit angst, bezorgdheid, een gevoel van controleverlies, depressie en gevoelens van hopeloosheid en wanhoop. Deze effecten zijn het gevolg van sociale omstandigheden (bijvoorbeeld scheiding van familie, werkloosheid en verstoring van sociale ondersteuningsnetwerken) en kunnen schadelijk zijn voor de geestelijke gezondheid en gedragsmatige, emotionele en fysiologische gevolgen hebben. Psychosociale effecten kunnen tot de belangrijkste en duurste niet-radiologische effecten van een evenement behoren.
Bij herstelplanning moet niet alleen rekening worden gehouden met de psychosociale effecten van de noodsituatie zelf, maar ook met de impact van beschermende maatregelen tijdens de herstelperiode. Maatregelen om de psychosociale effecten tijdens de acute en herstelperiode te beperken, moeten worden ontwikkeld tijdens de voorbereidingsperiode. Het vooraf vaststellen van maatregelen om psychosociale effecten te verzachten zou bijdragen aan de veerkracht van gemeenschappen en hun vermogen om zich aan te passen aan de verstoring als gevolg van een noodsituatie, de bijbehorende beschermende maatregelen en het daaruit voortvloeiende “nieuwe normaal”. Deze maatregelen zijn gebaseerd op de verspreiding van duidelijke informatie over het evenement en de genomen beschermingsmaatregelen, het opzetten van ondersteuningscentra voor de getroffen bevolking en openbare consultatiesessies onder leiding van de lokale autoriteiten, waarin wordt ingegaan op de uitdagingen waarmee de bevolking wordt geconfronteerd met het oog op het herstel van de levensomstandigheden op de lange termijn. Overleg met lokale professionals en leden van de bevolking benadrukt de menselijke dimensie van de situatie en, als gevolg daarvan, het bijzondere belang van het behoud van de waardigheid van de bevolking. Bij besluiten over zaken als het nemen en opheffen van beschermende maatregelen of het wijzigen van de status van dergelijke maatregelen moet rekening worden gehouden met de getroffen bevolking en vooral met de gevolgen van deze besluiten voor de bevolking.

4.2.6 Steun aan de economische sectoren
De economische sectoren die getroffen worden door de gevolgen van het evenement moeten reconversiehulp en/of financiële compensaties kunnen ontvangen, die in verhouding staan tot de geleden schade. Ze moeten regelmatig op de hoogte worden gebracht van de evolutie van de situatie en van de vooruitzichten.

4.2.7 Inspraak van de betrokken partners
Tijdens de herstelperiode zijn beheers- en coördinatiestrategieën meer gedecentraliseerd. De crisiscellen die tijdens de acute en transitieperiode actief waren, worden geleidelijk of gedeeltelijk van hun taken ontheven. De interactie met de betrokken partners, die tijdens de transitieperiode werd hersteld, moet worden voortgezet en uitgebreid met de coördinatiestructuur die belast is met het herstel.
Bij het beheren van de gevolgen van een post-accidentele situatie zijn veel spelers op nationaal en lokaal niveau betrokken, met een breed scala aan vaardigheden en zorgen. Bij het bepalen van doelstellingen en strategieën moet er veel ruimte zijn voor overleg tussen de vertegenwoordigers van de federale, gefedereerde en lokale overheden, de betrokken disciplines en partners, met name de economische en sociale actoren en de direct betrokken bevolkingsgroepen.
Transparante informatie is een van de essentiële voorwaarden voor dit overleg. Het is dus essentieel dat de verschillende actoren vanaf de voorbereidingsperiode worden betrokken bij de besprekingen over de strategieën voor het beheer van de gevolgen van een evenement.

4.2.8 Communicatie aan het publiek en de betrokken partners© Ail rights reserved. Guidance on planning for recovery following a nuclear or radiological emergency. Health Canada, 2020. Modified, adapted and reproduced with permission from the Minister of Health, 2023.
Beslissingen die tijdens de herstelperiode worden genomen, kunnen nog lange tijd een directe impact hebben op het dagelijkse leven van de getroffen bevolking. Tijdens de hele herstelperiode is het daarom noodzakelijk om de communicatie, die in het algemeen tijdens het evenement en aan het begin van de noodsituatie tot stand is gekomen, op een hoger niveau te houden om de onzekerheid, de verschuiving van prioriteiten na de noodsituatie en het concept van een nieuwe normale situatie in goede banen te leiden. Deze voortdurende communicatie zal ook een voortdurende kans bieden om de psychosociale gevolgen op lange termijn binnen de gemeenschap proactief te beperken. Net als bij andere risicocommunicatie is het essentieel om met het publiek te communiceren in terminologie die voor iedereen gemakkelijk te begrijpen is. Samenhangende, gecoördineerde boodschappen moeten afkomstig zijn van geloofwaardige bronnen en duidelijk en eenvoudig worden overgebracht. Ze moeten worden ondersteund door feiten en gepresenteerd in de juiste context om een klimaat van transparantie en vertrouwen te creëren.
Er moet een verscheidenheid aan instrumenten en media worden gebruikt om regelmatig met het publiek en de partners te communiceren. In de communicatie moet duidelijk worden aangegeven welke instanties of groepen van instanties verantwoordelijk zijn voor herstelactiviteiten en wat hun expertisegebieden en verantwoordelijkheden zijn. Op die manier kunnen de burgers actief deelnemen aan de activiteiten die hun leven beïnvloeden, zodat ze weten welke instructies en procedures relevant zijn voor hun situatie. De meeste mensen zullen zich zorgen maken over de mogelijke gevolgen voor de gezondheid, vooral voor minderjarigen, en over de impact van het evenement op het milieu.
De oprichting van openbare onthaal- en informatiecentra is een doeltreffende methode om met de getroffen bevolking te communiceren en biedt een middel om gegevens te verzamelen, ondersteuning te bieden en informatie te verspreiden, bijvoorbeeld over dosisbepaling en blootstellingsroutes. Educatieve programma's over de gezondheidseffecten van straling en het concept van risico, gepresenteerd in samenwerking met onderwijsinstellingen, kunnen de bevolking helpen om de acties tijdens de transitieperiode en de herstelperiode beter te leren kennen en begrijpen. Dergelijke centra kunnen het publiek de kans geven om hun ervaringen te delen en rechtstreeks antwoord te krijgen op hun vragen.
Door sociale media en andere communicatiemiddelen te monitoren, is het mogelijk om op de hoogte te blijven van verkeerde informatie of geruchten en vragen die het publiek in het bijzonder bezig houden. Zo kunnen de bevoegde autoriteiten hier snel op reageren en daarbij coherente boodschappen verspreiden om tegenstrijdigheden of verwarring bij het publiekte voorkomen. Hiertoe moet tijdens de voorbereidingsperiode een communicatiestrategie met veelgestelde vragen (Frequently Asked Questions) worden opgesteld.