16/06/24 KB Nucleair en radiologisch noodplan
Koninklijk besluit van 16 juni 2024 tot vaststelling van het nucleair en radiologisch noodplan voor het Belgisch grondgebied, de territoriale zee en de exclusieve economische zone
5 Zonering van nucleaire sites van klasse 1 in uitbating
5.1 Inleiding
Het is belangrijk om een duidelijk onderscheid te maken tussen de “voorbereidingszones” (zones waarbinnen specifieke voorbereidende maatregelen uitgewerkt worden vóór de noodsituatie) en de “zones voor beschermingsmaatregelen” (zie § 5.3) waar de beschermingsmaatregelen daadwerkelijk uitgevoerd worden tijdens de noodsituatie. De respectieve omvang van deze zones kan identiek of verschillend (beperkter of uitgebreider) zijn naargelang van de reële omstandigheden op het moment van de noodsituatie.
Het voorbereidingsniveau van de verschillende overwogen beschermingsmaatregelen (zie hoofdstuk 6) wordt zowel aangepast aan de inhoud en de complexiteit van de beschermingsmaatregelen als aan de afstand van de plaats waar het evenement ontstaan is. Hoe verder men zich van de blootstellingsbron bevindt, hoe kleiner de gevolgen immers zullen zijn.
De principes zoals beschreven in dit hoofdstuk dienen verder vertaald te worden binnen de bijzondere nood- en interventieplannen (zie § 7.1.2), rekening houdend met lokale factoren.
5.2 Voorbereidingszones
5.2.1 Noodplanningszones
Noodplanningszones zijn zones waarin bepaalde directe beschermingsmaatregelen
(49)
vooraf in detail voorbereid worden, met het oog op een snelle en efficiënte uitvoering. Deze zones bevinden zich in de onmiddellijke nabijheid van de nucleaire installaties van klasse 1 in België waarop dit plan betrekking heeft, en van de buitenlandse kerncentrales in de onmiddellijke nabijheid van België. Het zijn per conventie cirkelvormige zones waarvan de grootte bepaald wordt per site en volgens de directe beschermingsmaatregelen voor de betrokken bevolking.
De noodplanningszones worden in operationele blokken verdeeld volgens de principes die uiteengezet worden in § 5.2.3 en worden opgenomen in de operationele plannen en procedures op de verschillende betrokken overheidsniveaus (zie § 7.1.2).
Figuur 6: de noodplanningszones
(49)
|
Namelijk: Schuilen, innemen van stabiele jodiumtabletten om de schildklier te verzadigen met niet-ioniserend jodium, en evacuatie.
|
5.2.2 Extensiezone
De noodplanningszones (zie § 5.1.2) dekken de overgrote meerderheid van de noodsituaties die zich daar kunnen voordoen. Het is echter belangrijk om, indien nodig, de uitvoering van directe beschermingsmaatregelen voor de bevolking buiten deze noodplanningszones mogelijk te maken, zonder deze in detail te moeten voorbereiden. Dit gebeurt door middel van de extensiezones (zie Lexicon) en op basis van een strategie van graduele aanpak, waarbij ervoor gezorgd wordt dat het evenwicht tussen enerzijds de dimensie van de aldus uitgebreide zone en anderzijds de doeltreffendheid van de uitgevoerde maatregelen behouden blijft. Het is immers van primordiaal belang om deze doeltreffendheid te behouden om de bescherming van de bevolking zo goed mogelijk te waarborgen (principe van rechtvaardiging van de stralingsbescherming, zie § 6.1).
Dit principe van uitbreiding van de zones past volledig in de aanbevelingen die door de internationale organisaties HERCA en WENRA geformuleerd worden voor de kerncentrales. Indien nodig, kunnen maatregelen voor evacuatie tot 20 km en voor schuilen en het verzadigen van de schildklier door inname van stabiele jodiumtabletten tot 100 km aanbevolen worden. Deze strategie maakt eveneens in de mate van het mogelijke gebruik van de principes die uiteengezet worden in § 5.2.3 en wordt opgenomen in de operationele plannen en procedures op de verschillende betrokken overheidsniveaus (zie § 7.1.2).
De hulpmiddelen die voorbereid moeten worden en aangewend kunnen worden binnen een extensiezone, hebben betrekking op:
- –
- de procedures van het NCCN voor het alarmeren van de andere gouverneurs en de bevoegde overheid van de Brusselse agglomeratie die niet (rechtstreeks) betrokken zijn bij de noodsituatie, met het oog op het in stand-by zetten of mobiliseren van hun crisiscellen, bij elke notificatie van een evenement dat leidt tot de activering van dit plan;
- –
- de algemene en bijzondere nood- en interventieplannen van de betrokken gouverneurs en burgemeesters voor de uitvoering van maatregelen op hun grondgebied;
- –
- de specifieke voorzieningen over het ganse grondgebied met betrekking tot de verdeling van jodiumtabletten buiten de predistributiezone van 20 km: voorafgaande ter beschikking stelling (in eerste instantie) aan minderjarigen, zwangere vrouwen en vrouwen die borstvoeding geven (en aan deze groepen gerelateerde collectiviteiten), met voorziening van stocks met jodiumtabletten bij alle apotheken in België;
- –
- het toepassen van het schuilen bij de uitvoering of de fasering van een evacuatie.
Figuur 7: Extensiezones
5.2.3 Operationalisering van de voorbereidingszones
Om de snelle en doeltreffende uitvoering van de directe beschermingsmaatregelen op het terrein te vergemakkelijken, worden de noodplanningszones onderverdeeld in kleine eenheden, “blokken” genoemd. Deze operationele onderverdeling is gebaseerd op de volgende algemene principes:
- –
- het systematisch gebruik van een centrale zone (blok “S”) waarvan de afmeting bepaald wordt op basis van de combinatie van een straalzone van 500m rond elk lozingspunt (schoorsteen) van de betrokken site en de toepassing van het concept van het “sleutelgat”
(51)
;
- –
- gebruik van basissectoren van 30° breedte, die op eenvormige wijze geïdentificeerd worden (in wijzerzin vanaf het noorden);
- –
- Gebruik van intermediaire afstanden (kransen) tussen de centrale zone (blok “S”) en de buitengrens van de noodplanningszone. De kransen worden aangeduid met letters van binnen naar buiten: X, Y, Z, A, B, C, afhankelijk van de grootte van de noodplanningszone;
- –
- De centrale zone (blok S) en de eerste krans na de centrale zone (“X”) stemt overeen met de zone gedefinieerd als “reflexzone” voor elke betrokken site;
- –
- elk “blok” wordt op unieke wijze geïdentificeerd op basis van zijn krans (X, Y, Z, A, B, C) en op basis van een volgnummer (1, 2, 3,. ..) in wijzerzin vanaf het noorden (bv. “Y5” of “AIO”);
- –
- de afbakening van de “blokken” wordt bepaald om zo kort mogelijk bij de randen van de betrokken basissector en van de betrokken krans te geraken door zich zo veel mogelijk te baseren op elementen die gemakkelijk geïdentificeerd kunnen worden, zowel door de bevolking als door de bestuurlijke overheden of de hulpdiensten. Enkele van deze elementen die gemakkelijk geïdentificeerd kunnen worden, zijn: grote verkeersassen, natuurlijke afbakeningen (waterwegen, meren, waterscheidingen...), kunst- en infrastructuurwerken (spoorweglijnen, bruggen, watertorens...), gemeentegrenzen, gehuchten.... Hierbij zal voorrang worden gegeven aan het respecteren van de gemeentegrenzen, zodat de gouverneurs en burgemeesters, de interventiediensten en de bevolking de betrokken gebieden gemakkelijker kunnen begrijpen;
- –
- buiten de buitengrens van de noodplanningszone worden de blokken bepaald op basis van de gemeentelijke entiteiten in hun geheel (administratieve grenzen) of op basis van delen van gemeenten als de gemeenten zelf te groot zijn (na fusies).
Figuur 8: Principe van operationalisering van de noodplanningszone
Directe of indirecte beschermingsmaatregelen kunnen dan stapsgewijs worden toegepast en, indien de omstandigheden dit vereisen, ook buiten de noodplanningszones. Deze aanpak wordt toegepast op noodsituaties die zich voordoen in alle installaties waarop dit plan van toepassing is.
De operationele onderverdeling van de noodplanningszones wordt opgenomen in de operationele plannen en procedures op de verschillende betrokken overheidsniveaus (zie § 7.1.2).
(51)
|
Het sleutelgat is een cirkelvormige zone rond de betrokken nucleaire site, uitgebreid met een benedenwindse sector.
|
5.3 Zones voor beschermingsmaatregelen
5.3.1 Algemene principes
De gebieden waar beschermingsmaatregelen (direct en indirect) daadwerkelijk worden uitgevoerd tijdens een noodsituatie worden “zones voor beschermingsmaatregelen” genoemd. Deze worden in de mate van het mogelijke afgebakend op basis van de evaluatie van de reële of verwachte gevolgen van de concrete noodsituatie, volgens de aspecten vernoemd in hoofdstuk 2 (zie § 2.1).
Het is belangrijk dat de zone voor beschermingsmaatregelen wordt bepaald en vastgelegd op basis van de operationele onderverdeling in blokken van de overeenstemmende noodplanningszone (zie § 5.2.3) met het oog op een snelle en efficiënte uitvoering. Dit geldt in het bijzonder in geval van uitvoering van de beschermingsmaatregelen schuilen, het verzadigen van de schildklier door inname van stabiele jodiumtabletten en/of evacuatie (zie § 6.3.3).
Wat de indirecte beschermingsmaatregelen betreft (zie § 6.3.4), worden de zones voor beschermingsmaatregelen bepaald en vastgelegd volgens de modaliteiten bepaald in nauw overleg met het FAW en de rechtstreeks betrokken sectoren en departementen. Deze modaliteiten worden opgenomen in de operationele plannen en procedures op de verschillende betrokken beleidsniveaus (zie § 7.1.2).
Er dient opgemerkt te worden dat er geen enkel verband kan en mag gelegd worden tussen de interventiezones van operationele aard, zoals bepaald in de algemene reglementering betreffende de nood- en interventieplannen (KB 22/05/2019) en de zones voor beschermingsmaatregelen afgebakend in het kader van de toepassing van dit plan.
5.3.2 Specifieke gevallen
Wanneer het nucleair noodplan uit voorzorg wordt geactiveerd voor installaties van klasse I in uitbating (zie § 1.3), in de noodklasse Facility Emergency (zie § 2.1.3.3), wordt er onmiddellijk een schuilmaatregel toegepast door de uitbater voor het personeel en bezoekers op de betrokken site.
Wanneer het nucleair noodplan wordt geactiveerd voor installaties van klasse I in uitbating (zie § 1.3) in de noodklasse Site Area Emergency of General Emergency (zie § 2.1.3.3), wordt er onmiddellijk, uit voorzorg, een beschermingsmaatregel (alarmering, schuilen en luisteren naar de media) uitgevoerd in blok S.
In het geval van activering van dit plan in de noodklasse General Emergency Reflex Mode (zie § 2.1.2.3), wordt de beschermingsmaatregel (alarmering, schuilen en luisteren naar de media) uitgebreid tot de reflexzone (zie § 5.2.3) en spreekt men van een reflexmaatregel.
Deze acties moeten worden ondernomen door de gouverneur van de provincie waar de betrokken site zich bevindt vóór of tegelijk met de mobilisatie van de crisiscellen. De federale overheid (waaronder de Evaluatiecel) moet in haar initiële advies dus rekening houden met deze beschermingsmaatregelen.
Tabel 2: Noodplanningszones
|
|
|
|
|
|
|
Predistributie stabiel jodium
(54)
|
|
|
Predistributie stabiel jodium
(55)
|
Kerncentrales: Doel, Tihange, Chooz (FR), Borssele (NL)
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Blokken S, X, Y, Z, A, B, (C)
|
Blokken S, X, Y, Z, A, B, (C)
|
Blokken S, X, Y, Z, A, B, (C)
|
Gravelines, Cattenom (FR)
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
(53)
|
Blok S + Krans X (zie §5.2.3): In deze zone worden onmiddellijk beschermingsmaatregelen voor de bevolking genomen, beperkt tot alarmering, schuilen en luisteren naar de media, in afwachting van de oprichting van de cellen en comités op nationaal niveau en op het niveau van de betrokken gouverneurs/burgemeesters, alsook op basis van vooraf opgestelde operationele criteria die opgenomen zijn in de interne noodplannen van de betrokken installaties.
|
(54)
|
In deze noodplanningszone worden vooraf dozen met stabiele jodiumtabletten uitgedeeld aan de families en collectiviteiten (scholen, ziekenhuizen, fabrieken, kinderdagverblijven, hulpdiensten...). Bovendien zijn er reserves van dozen met tabletten beschikbaar bij alle apotheken. Buiten de noodplanningszones en voor heel het Belgisch grondgebied (extensiezone zie §5.2.2) worden vooraf dozen jodiumtabletten ter beschikking gesteld in eerste instantie voor minderjarigen, zwangere vrouwen en vrouwen die borstvoeding geven (de prioritaire doelgroep) en voor collectiviteiten voor deze doelgroep. Verder beschikken alle apothekers over reserves stabiel jodium en er zijn bovendien voorraden met stabiele jodiumtabletten beschikbaar op verschillende plaatsen.
|
(55)
|
Voor de betrokken sites, moet deze beschermingsmaatregel niet op voorhand voorbereid worden.
|