![]() | ![]() | |||||
Meer info | ||||||
Term/uitdrukking
|
Definitie
|
Activatie van het nucleair noodplan
|
De activatie van het nucleair noodplan leidt tot de onmiddellijke alarmering en mobilisatie van de bevoegde crisiscellen.
|
Acute periode
|
De acute periode wordt ingeleid door het kennis nemen van een evenement dat een risico inhoudt op blootstelling van de bevolking aan een hoeveelheid ioniserende straling boven de jaarlijkse dosislimiet (voor de bevolking) (1 mSv/jaar). Ze wordt zeker in de eerste uren vaak gekenmerkt door een beperkte kennis van de potentiële gevolgen ervan. Meestal worden dus uit voorzorg beslissingen genomen op basis van een conservatieve maar toereikende inschatting.
|
(Radioactief) Afval
|
Alle radioactieve stoffen die afkomstig zijn van een toegestane handeling of beroepsactiviteit, die geheel of gedeeltelijk wordt behandeld als een niet-vrijgestelde handeling overeenkomstig artikel 9.3 van het ARBIS, en waarvoor geen verder gebruik binnen de inrichting is gepland, evenals radioactieve stoffen die afkomstig zijn van een interventie uitgevoerd overeenkomstig artikel 72a van het ARBIS (of van een beschermingsmaatregel uitgevoerd in een radiologische noodsituatie).
|
|
As Low As Reasonably Achievable (Zo laag als redelijkerwijs mogelijk), ook bekend als het “optimalisatieprincipe”.
|
ALARA
|
De blootstelling van personen aan ioniserende straling als gevolg van een activiteit of interventie moet zo laag worden gehouden als redelijkerwijs haalbaar is, rekening houdend met de huidige technische ontwikkelingen, economische en sociale factoren en, indien van toepassing, het beoogde medische doel.
|
Alert (Melding)
|
Nucleair of radiologisch evenement dat leidt tot een melding van de uitbater aan de bevoegde overheden. Het FANC en Bel V kunnen actie ondernemen op de betrokken site, maar het nucleair noodplan wordt niet geactiveerd.
|
Beschermingsmaatregelen
|
Maatregelen bedoeld om dosissen ten gevolge van een blootstelling aan straling te verminderen of te vermijden, die bij afwezigheid van de maatregelen, zouden kunnen worden ontvangen bij een noodblootstelling situatie of bij een bestaande blootstelling.
|
(Radioactieve) Besmetting
|
Besmetting van een materiaal, oppervlak, omgeving of persoon door radioactieve stoffen. Dit omvat zowel uitwendige besmetting van de huid als inwendige besmetting langs welke weg dan ook.
|
Bestaande blootstellingssituatie
|
Een blootstellingssituatie die al bestaat op het moment dat er een beslissing moet worden genomen over de beheersing ervan, en die geen dringende actie vereist of niet langer vereist. Dit geldt in het bijzonder voor situaties waarin radioactiviteit daadwerkelijk is
|
|
vrijgekomen, een wijdverspreide en aanhoudende besmetting van het milieu heeft veroorzaakt en leidt tot chronische blootstelling van de bevolking.
|
Bronterm
|
De bronterm verwijst naar de soort en de hoeveelheid radioactieve stoffen die vrijkomt in het milieu na een incident.
|
Collectiviteit
|
Een plaats waar verschillende mensen samen werken of leven en verenigd zijn rond een gemeenschappelijk belang (school, ziekenhuis, warenhuis, bedrijf, administratie, sportclub, enz.)
|
Collectieve dosis
|
De som van de individuele dosissen ontvangen door een bepaalde populatie of groep mensen.
|
Controle van de besmetting
|
De meting van de radiologische blootstelling van een persoon, object of plaats.
|
Deterministische effecten
|
Deterministische effecten zijn het gevolg van een door straling geďnduceerde celdood (de DNA-schade in een cel is zo groot dat deze niet meer gedeeld/gerepareerd kan worden) van een kritische hoeveelheid cellen. Vooraleer deze effecten kunnen voorkomen, moet de dosis een bepaalde drempel overschrijden. Eens de drempeldosis wordt overschreden, zal het effect zich bij de overgrote meerderheid van individuen uit de blootgestelde populatie beginnen te manifesteren. Onder deze dosisdrempel kan het effect niet voorkomen (tenzij bij de zeer zeldzame personen met een specifieke genetische predispositie) en hoe hoger de dosis boven de drempeldosis uitstijgt, hoe ernstiger het effect. Deze effecten manifesteren zich meestal onmiddellijk (bijvoorbeeld brandwonden).
|
Directe beschermingsmaatregel (voor de bevolking)
|
Maatregelen om de bevolking te beschermen tegen directe radiologische blootstelling (door externe bestraling, externe besmetting of interne besmetting door inademing).
|
(Actieve) Dosismeter
|
Dosismeters zijn apparaten die dosissen van ioniserende straling detecteren en meten. Een actieve dosismeter geeft in real-time informatie over de effectieve dosis en het dosisdebiet. Deze doses worden direct op de dosismeter weergegeven en er wordt een geluidsalarm geactiveerd als een drempel wordt overschreden. De metingen moeten later uitgelezen en geregistreerd worden met behulp van een uitleeseenheid.
|
(Passieve) Dosismeter
|
Dosismeters zijn apparaten die dosissen van ioniserende straling detecteren en meten. Een passieve dosismeter registreert metingen, maar geeft ze niet weer. Deze metingen moeten later uitgelezen en geregistreerd worden met behulp van een uitleeseenheid.
|
Effectieve dosis
|
Som van de gewogen equivalente doses afgegeven aan de verschillende weefsels en organen van het lichaam vermeld in bijlage II door inwendige en uitwendige bestraling (zie ARBIS).
|
Equivalente dosis
|
Dosis geabsorbeerd door het weefsel of orgaan, gewogen volgens het type en de kwaliteit van de straling (zie ARBIS).
|
(Radiologisch of nucleair) Evenement
|
Incident, ongeval of verkeerde behandeling (per ongeluk of opzettelijk) gevoelig voor het creëren van aanzienlijke radiologische gevolgen voor de bevolking en het milieu.
|
Extensiezone
|
Het gebied dat zich buiten de noodplanningszone bevindt. Het strekt zich uit tot een straal van 100 km rond de betrokken site (op of buiten het Belgische grondgebied). Het wordt gebruikt om acties uit te voeren ter bescherming van de bevolking buiten de noodplanningszones, met behulp van een strategie van stapsgewijze aanpak.
|
Geplande blootstellingsituatie
|
Een blootstellingssituatie die het gevolg is van de geplande uitbating van een stralingsbron of menselijke activiteit die de blootstellingsroutes zodanig verandert dat blootstelling of potentiële blootstelling van mensen of het milieu wordt veroorzaakt. Geplande blootstellingssituaties kunnen zowel normale als potentiële blootstellingen omvatten (zie ARBIS).
|
Geslaagd rechtstreeks contact
|
Onder “geslaagd rechtstreeks contact” wordt een contact verstaan dat mondeling (rechtstreeks of per telefoon) gebeurt met een bevoegde persoon. Elk ander passief contact (GSM-bericht, email, SMS, enz.) is geen “geslaagd rechtstreeks contact”.
|
Herhuisvesting (definitieve)
|
Permanente herhuisvesting van burgers die voor een lange periode (meer dan een kalenderjaar) uit een onbewoonbaar gebied zijn geëvacueerd na een radiologische noodsituatie.
|
Herhuisvesting (tijdelijke)
|
Tijdelijke herhuisvesting (2 dagen tot 1 kalenderjaar) van burgers die zijn geëvacueerd na een radiologische noodsituatie.
|
Herstelperiode
|
Periode waarin het gecoördineerde proces plaatsvindt om mensen en gemeenschappen die betrokken zijn bij een noodsituatie te helpen de bebouwde en natuurlijke omgeving weer op te bouwen en het sociale en economische evenwicht en het fysieke en mentale welzijn te herstellen en te verbeteren, met als doel risico's te beperken en veerkrachtige gemeenschappen te creëren. Deze periode gaat vooraf aan de terugkeer naar een normale situatie (die van vóór de crisisbeheersing) of naar een situatie van nieuwe normaliteit. Als bijvoorbeeld delen van het nationale grondgebied in quarantaine zijn geplaatst, wordt er een herstelstrategie uitgevoerd om het besmette gebied schoon te maken (metingen en bemonstering, verbod om te wonen of te consumeren, enz.) Deze periode kan enkele dagen tot meerdere jaren (decennia) duren.
|
Indirecte beschermingsmaatr egel (voor de bevolking)
|
Maatregelen ter bescherming van de bevolking tegen interne besmetting door inslikken van radionucliden (voedselketen, drinkwater, besmette voorwerpen, enz.)
|
Industriële installatie
|
De gehele site onder controle van een uitbater waar gevaarlijke stoffen aanwezig zijn in één of meer installaties, met inbegrip van gemeenschappelijke of verwante infrastructuren of activiteiten. Deze term omvat gebouwen en alle activiteiten die worden gebruikt om producten of diensten te verkrijgen, te verwerken o fte vervoeren.
|
Intervenant(en)
|
Persoon die door de overheid belast is of is geweest met een duidelijk omschreven opdracht in het kadervan de beheersing van een nucleaire of radiologische noodsituatie (brandweer, civiele bescherming, personeel van de uitbater, politiediensten, personeel van medische diensten, bestuurders van opgevorderde vervoersmiddelen, enz.) Zij kunnen tijdens deze missie blootgesteld worden aan ioniserende
|
|
straling (in de acute en/of transitieperiode). Als zodanig is deze persoon beroepsmatig blootgesteld in de zin van het ARBIS.
|
Interventie
|
Menselijke activiteit die bedoeld is om de blootstelling van personen aan ioniserende straling uit bronnen die geen deel uitmaken van een beroepsuitoefening of die niet worden gereguleerd, te voorkomen of te verminderen door in te werken op de bronnen van ioniserende straling, de blootstellingswegen en de personen zelf.
|
Ioniserende straling(en)
|
Straling is de emissie van energie of elektromagnetische golven (door atomen). Straling wordt “ioniserend” genoemd omdat het genoeg energie heeft om de energielading van de atomen waar het doorheen gaat te verstoren (en ze om te zetten in ionen). Er zijn verschillende soorten ioniserende straling: alfa-, bčta-, gamma-, neutronen- en röntgenstraling. Deze soorten straling kunnen schade toebrengen aan het menselijk lichaam, afhankelijk van hun aard, de duur en intensiteit van de blootstelling.
|
Kwetsbare sector
|
Een sociaaleconomische sector, zoals in deze lijst gedefinieerd, die naar waarschijnlijkheid getroffen kan worden door een radiologische noodsituatie.
|
(Radioactieve) Lozing
|
De emissie of de uitstoot van bepaalde stoffen afkomstig van een installatie in de atmosfeer, het oppervlaktewater of, in sommige gevallen, in de grond.
|
Luisteren (naar de media)
|
Actie om de bevolking te informeren via alle relevante kanalen (sociale netwerken, media, e-mail en telefonisch waarschuwingssysteem voor de autoriteiten, hulpdiensten, enz.)
|
Melding
|
Een gebeurtenis die door zijn aard of gevolgen door een exploitant moet worden gecommuniceerd aan de bevoegde autoriteiten in overeenstemming met de bepalingen van het FANC.
|
Motorkapoverleg
|
Eerste multidisciplinaire coördinatie na aankomst op de plaats van een noodsituatie.
|
Nood- en interventieplan
|
Een plan dat de algemene richtlijnen en de noodzakelijke informatie bevat om het beheer van noodsituaties te garanderen, met inbegrip van de te treffen maatregelen en de organisatie van de hulpverlening.
|
Noodblootstelling situatie
|
Een blootstellingssituatie waarin hulpverleners bezig zijn met snelle interventies die nodig zijn om de bevolking te redden, om blootstelling van een groot aantal mensen te voorkomen (om beschermende acties uit te voeren) of om een installatie of waardevolle eigendommen te redden, en waarin een van de individuele dosislimieten die zijn vastgesteld voor beroepsmatig blootgesteld personeel zou kunnen worden overschreden.
|
Noodplanningszone
|
Gebied verdeeld in concentrische kringen en blokken rond de installatie in kwestie. Het strekt zich uit over een straal van 10 km (IRE) tot 20 km (Doel, Tihange, Mol-Dessel en Chooz).
|
Noodsituatie (nucleaire of radiologische)
|
Elke gebeurtenis die de bevolking kan blootstellen aan niveaus boven de dosislimieten voor leden van de bevolking, zoals gedefinieerd in het ARBIS, en die leidt of waarschijnlijk zal leiden tot schadelijke gevolgen voor de samenleving, zoals een ernstige verstoring van de openbare veiligheid, een ernstige bedreiging voor het leven of de gezondheid van
|
|
de mens en/of voor grote materiële belangen. Deze gebeurtenissen vereisen operationele en/of strategische coördinatie om de dreiging weg te nemen of de schadelijke gevolgen te beperken.
|
Notificatie
|
Een gebeurtenis die door zijn aard of gevolgen door de uitbater wordt gecommuniceerd in overeenstemming met de in dit plan vastgelegde procedures. Een notificatie leidt tot automatische activering van het nucleaire noodplan.
|
Nucleaire inrichting
|
Een geheel van één of meerdere installaties waar professionele activiteiten of handelingen met radioactieve stoffen of ioniserende stralingsbronnen worden uitgevoerd zoals bepaald in artikel 1 van het ARBIS, die zich binnen een beperkte en welomschreven geografische zone bevinden en waarvoor eenzelfde exploitant verantwoordelijk is.
|
Nucleaire installatie
|
Een geheel van voorwerpen, toestellen voorzieningen of gebouwen die binnen een nucleaire inrichting een technische eenheid vormen en waar handelingen of beroepsactiviteiten met radioactieve stoffen of ioniserende stralingsbronnen worden uitgevoerd zoals bepaald in artikel 1 van het ARBIS.
|
On-Site Operations Coordination Centre (OSOCC)
|
Het OSOCC is ontwikkeld als een instrument voor snelle respons dat, in nauwe samenwerking met de regering van een getroffen land, een coördinatiesysteem biedt en de activiteiten van internationale hulpinspanningen tijdens of na een noodsituatie vergemakkelijkt.
|
Onthaal/opvang
|
Bij evacuatie worden burgers opgevangen in een opvangvoorziening. Het doel van de opvang kan informatief van aard zijn (update over de situatie, radiologische monitoring, stappen die genomen moeten worden voordat de situatie weer normaal is, enz.) en/of ook logistiek (eten en drinken verstrekken, zorgen voor de nodige verzorging, enz.).
|
Operationele coördinatie
|
De multidisciplinaire opdracht met als doel de gevolgen van een noodsituatie te beperken door de verschillende interventies op het terrein te organiseren.
|
Operationeel interventieniveau
|
Waarde van een equivalente dosis of een effectieve dosis, of een daarvan afgeleide waarde, waarbij interventiemaatregelen zouden moeten worden overwogen. In het kader van het rechtvaardigingsproces van de interventie, zijn deze waarden in principe van toepassing op de doses die kunnen worden vermeden door de betrokken interventie; er dient evenwel eveneens rekening gehouden te worden met het bestaan van bepaalde drempelwaarden die kunnen worden vermeden door een interventie en waarbij rekening dient te worden gehouden met de totale dosis waaraan men wordt blootgesteld via het geheel van de blootstellingswegen.
|
(Radio)nucliden
|
Atomen/elementen met een instabiele radioactieve kern.
|
Reflexzone
|
Perimeter bestaande uit blok S en kring X. De omtrek varieert in functie van de beschouwde nucleaire installatie.
|
Registratie
|
Bij evacuatie worden burgers opgevangen in een opvangvoorziening. Registratie is de eerste fase voor opvang. Contactgegevens (naam, voornaam, telefoonnummer, adres) worden verzameld om de voortgang van de burger te volgen (opvang, tijdelijke of permanente herhuisvesting).
|
Referentieniveau
|
Bij hoge doses (~500 mSv) veroorzaakt ioniserende straling deterministische (rechtstreeks waarneembare) effecten waarvan de ernst evenredig is met de accumulatie van de ontvangen dosis. Blootstelling aan lage doses houdt een risico in van stochastische effecten (op langere termijn) (bijvoorbeeld kanker, staar, hart- en vaatziekten) waarvan de waarschijnlijkheid (niet de ernst) evenredig is met de tijdens de verschillende blootstellingen opgebouwde dosis.
|
Daarom zijn dosislimieten vastgesteld om dergelijke effecten in de context van beroepsmatige blootstelling gedurende een hele loopbaan zoveel mogelijk te voorkomen of te beperken. Voor noodsituaties gelden geen dosislimieten, maar moeten referentieniveaus in acht worden genomen. Tijdens de acute en transitieperiode worden referentieniveaus voor de blootstelling van hulpverleners vastgesteld in het bereik van 20 tot 100 mSv (in acute of jaarlijkse effectieve dosis). Als een werknemer binnen dit bereik valt, is het verplicht dat de werknemer door een erkende bedrijfsarts wordt gezien, die zal beslissen over de voorwaarden voor verdere blootstelling voor die persoon.
|
|
Schuilen
|
Beschermingsmaatregel gericht op het beschutten van mensen in een gebouw om directe blootstelling aan ioniserende straling in de omgeving te verminderen.
|
Sievert (Sv)
|
Sievert (SV) is de meeteenheid van de effectieve en equivalente dosis. Ze neemt het effect en het gevaar van de ioniserende straling en de levende weefsels in rekening, wat toelaat om de impact op het menselijk lichaam van die blootstelling aan de ioniserende straling te evalueren en vergelijken.
|
Sleutelgat
|
Een cirkelvormige zone rond de betrokken nucleaire site, uitgebreid met een benedenwindse sector. In sommige gevallen kan de benedenwindse sector ook 360° bedragen, waardoor dan een grotere cirkelvormige zone gevormd wordt.
|
Socio-economische sector
|
De socio-economie bestudeert de onderlinge relaties tussen sociale realiteit enerzijds en de economische realiteit anderzijds. Een socio-economische sector regelt dus de sociale en economische relaties binnen een bepaald activiteitengebied (bijvoorbeeld: medische zorg, telecommunicatie, transport, enz.).
|
Stochastische effecten
|
Stochastische effecten zijn het gevolg van genetische veranderingen (door de afwezigheid van herstel of het foutieve herstel van geďnduceerde DNA-schade) binnen één of meerdere cellen. Voor deze laatste gezondheidseffecten bestaat er geen duidelijke drempeldosis waaronder de kans van voorkomen nul is en de waarschijnlijkheid van voorkomen stijgt met toenemende dosis. Vanaf het ogenblik dat een dosis wordt opgelopen, bestaat er dus een zeker risico op nadelige gezondheidseffecten. De waarschijnlijkheid dat dit risico zich realiseert is minimaal bij bloostelling aan zeer lage dosissen, maar stijgt naarmate de dosis toeneemt. Deze effecten manifesteren zich meestal traag (bijvoorbeeld kanker).
|
Strategische coördinatie of beleidscoördinatie
|
De multidisciplinaire opdracht met als doel de gevolgen van een noodsituatie te beperken, door er een onmiddellijk en toekomstig antwoord op te bieden, door de operationele maatregelen te
|
(op gemeentelijk en provinciaal niveau)
|
ondersteunen en door de nodige beslissingen te nemen om terug te keren naar een normale situatie.
|
Strategische coördinatie of beleidscoördinatie (op nationaal niveau)
|
De opdracht die bestaat uit het coördineren van de verschillende departementen en overheidsinstanties om de gevolgen van een noodsituatie te beperken, door er een onmiddellijk en toekomstig antwoord op te bieden, door de operationele maatregelen te ondersteunen door de verdeling van nationale middelen, en door de nodige beslissingen te nemen om terug te keren naar een normale situatie.
|
TELERAD
|
Een automatisch telemetingnetwerk voor radioactiviteit op het Belgisch grondgebied dat beheerd wordt door het FANC. Het bestaat uit stations die voortdurend de radioactiviteit in de lucht en het water van de rivieren meten. Deze meetpunten zijn verbonden met een centraal systeem dat automatisch wordt gewaarschuwd als een drempelwaarde van radioactiviteit wordt overschreden.
|
Transitieperiode
|
Periode die voorafgaat aan de herstelperiode. Het doel is om de herstelperiode voor te bereiden. Er moet een strategie worden opgesteld (met name de beschermingsmaatregelen die moeten worden gehandhaafd en aangepast en de instantie die verantwoordelijk is voor het toezicht). Tijdens de transitieperiode is de oorzaak van de noodsituatie bekend en onder controle en is er geen risico op een nieuw ongeval.
|
USIE
|
Geüniformeerd systeem voor informatie-uitwisseling bij incidenten en noodsituaties van het Internationaal Atoomenergieagentschap.
|
Nationaal veiligheidsportaal
|
Beveiligd communicatieplatform opgezet door het NCCN om de uitwisseling van informatie tussen partners mogelijk te maken, zowel voor noodplanning en monitoring van grote evenementen, als voor crisisbeheer.
|
Voorbereidingszone
|
Generieke term die de concepten “extensiezone” en “noodplanningszone” omvat.
|
WebECURIE
|
Communicatiesysteem voor snelle uitwisseling van informatie in geval van stralingsgevaar, zoals vastgesteld bij de Beschikking 87/600/Euratom van de Raad van 14 december 1987 inzake communautaire regelingen voor snelle uitwisseling van informatie in geval van stralingsgevaar en krachtens het lAEA-Verdrag van 26 september 1986 inzake vroegtijdige kennisgeving van een nucleair ongeval.
|
Werknemer(s) belast met de herstelwerkzaamhe den
|
Persoon met duidelijk omschreven taken tijdens de herstelperiode na een radiologische noodsituatie, die waarschijnlijk wordt blootgesteld aan ioniserende straling. Als zodanig zijn ze beroepsmatig blootgesteld in de zin van het ARBIS.
|
Zone voor beschermingsmaatr egelen
|
Voorheen “Nucleaire Interventie Zone” genoemd. Een zone voor beschermende maatregelen die bestaat uit blokken of gebied(en) waarin de autoriteiten hebben besloten een specifieke (in)directe beschermende actie voor de bevolking uit te voeren.
|
ALARA
|
As Low As Reasonably Achievable (Zo laag als redelijkerwijs haalbaar)
|
AGS
|
Aerial Gamma-Spectrometry: Radiologisch meetsysteem dat gebruikt kan worden vanuit de lucht.
|
ANIP
|
Algemeen Nood- en Interventieplan
|
Am
|
Américium
|
ARBIS
|
Algemeen Reglement op de Bescherming van de bevolking, van de werknemers en het leefmilieu tegen het gevaar van de Ioniserende Stralingen.
|
Bel V
|
Filiaal van het FANC (Bevoegd voor technische inspectie en veiligheidsevaluatie)
|
BoO
|
Base of Operations
|
BNIP
|
Bijzonder Nood- en Interventieplan
|
BP
|
Belgoprocess
|
Bq
|
Bequerel
|
CBRNe
|
Chemisch, Biologisch, Radiologisch of Nucleair, eventueel in combinatie met explosieven.
|
CC
|
Coördinatiecomité / Crisiscel
|
CC-Gem
|
Gemeentelijk(e) Coördinatiecomité / Crisiscel
|
CC-Prov
|
Provincia(a)l(e) Coördinatiecomité/ Crisiscel
|
CELEVAL
|
Evaluatiecel
|
CIC101
|
Communicatie- en Informatiecentrum 101
|
CI2C
|
Interne crisiscel van het FANC
|
COFECO
|
Federaal Coördinatiecomité
|
CP-OPS
|
Commandopost Operaties
|
Cs
|
Césium
|
Dir-CP-Ops
|
Directeur van de Commandopost Operaties
|
Dir-Log
|
Directeur van de logistieke discipline
|
Dir-Med
|
Directeur van de medische discipline
|
EC
|
Europese Commissie
|
ECOSOC
|
Socio-economische cel
|
ECURIE
|
European Commission Urgent Radiological Information Exchange
|
ERCC
|
Emergency Response Coordination Centre
|
ESA
|
European Space Agency
|
EU
|
Europese Unie
|
EURATOM
|
Europese Gemeenschap voor Atoomenergie
|
FANC
|
Federaal Agentschap voor Nucleaire Controle
|
FAREX
|
First Alert and Response Exercise
|
FAW
|
Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen
|
FOD
|
Federale Overheidsdienst
|
HERCA
|
Heads of European Radiation protection Competent Authorities
|
HNS
|
Host Nation Support
|
1
|
Jodium
|
IAEA
|
International Atomic Energy Agency (Internationaal Atoomenergieagentschap)
|
IEC
|
Information and Emergency Center (IAEA)
|
INFOCEL
|
Informatiecel
|
IRE
|
Institut des Radioéléments (Nationaal Instituut voor Radio-elementen)
|
JRC
|
Joint Research Centre
|
FED
|
Federaal (Nationaal) niveau
|
KMI
|
Koninklijk Meteorologisch Instituut
|
NatLogHub
|
Nationale Logistieke Hub
|
NC112
|
Noodcentrales 112
|
NCCN
|
Nationaal Crisiscentrum - Centre de crise National
|
NIRAS
|
Nationale Instelling voor Radioactief Afval en verrijkte Splijtstoffen
|
OESO
|
Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling
|
OSOCC
|
On-Site Operations Coordination Centre
|
PBM
|
Persoonlijke Beschermingsmiddelen
|
Pu
|
Plutonium
|
RANET
|
Response and assistance Network
|
RDC
|
Réception and Departure Centre
|
Sr
|
Strontium
|
(m)Sv
|
(milli)Sievert
|
TELERAD
|
Automatisch Telemetingnetwerk voor Radioactiviteit op het Belgisch grondgebied
|
UCPM
|
Union Civil Protection Mechanism
|
USIE
|
Unified System for Information Exchange in Incidents and Emergencies (IAEA)
|
WENRA
|
Western European Nuclear Regulators' Association
|
NATIONALE REFERENTIES
|
|
Nationaal Noodplan
|
Koninklijk besluit van 31 januari 2003 tot vaststelling van het noodplan voor de crisisgebeurtenissen en -situaties die een coördinatie of een beheer op nationaal niveau vereisen
|
|
|
Lokale noodplanning
|
Koninklijk besluit van 22 mei 2019 betreffende de noodplanning en het beheer van noodsituaties op het gemeentelijk en provinciaal niveau en betreffende de rol van de burgemeesters en de provinciegouverneurs in geval van crisisgebeurtenissen en -situaties die een coördinatie of een beheer op nationaal niveau vereisen.
|
|
|
ARBIS
|
Koninklijk besluit van 20 juli 2001 houdende algemeen reglement op de bescherming van de bevolking, van de werknemers en het leefmilieu tegen het gevaar van de ioniserende stralingen.
|
|
|
Witboek van de Commissie van deskundigen inzake crisisbeheersing
|
SCHMITZ, O. et al (2023). Witboek. Aanbevelingen voor de verbetering van het crisisbeheer in België. Commissie van deskundigen inzake crisisbeheer.
|
BILATERALE & MULTILATERALE REFERENTIES
|
|
Overeenstemming BENELUX
|
Memorandum van overeenstemming inzake samenwerking op het terrein van de beheersing van crisissen met mogelijke grensoverschrijdende gevolgen tussen het Koninkrijk België, het Koninkrijk der Nederlanden en het Groothertogdom Luxemburg, 1 juni 2006.
|
Overeenstemming BNSO
|
Overeenstemming tussen Nederland en België, Belgisch Nederlandse werkwijze bij nucleaire crisisbeheersing (BNSO), 12 juni 2019
|
Administratieve regeling België en Frankrijk
|
Administratieve regeling betreffende bijstand tussen België en Frankrijk, 12 september 2019.
|
Overeenstemming België en Luxemburg
|
Overeenstemming tussen het Groothertogdom Luxemburg en België, Uitwisseling van informatie in geval van een incident of een ongeval dat stralingsgevolgen zou kunnen hebben, 29 maart 2023.
|
Canadese richtlijnen
|
Richtlijnen voor herstelplanning na een nucleaire of radiologische noodsituatie. Gezondheid Canada, 2020.
|
INTERNATIONALE REFERENTIES
|
|
Aanpak HERCA-WENRA
|
Aanpak HERCA-WENRA voor een betere grensoverschrijdende coördinatie van beschermingsacties tijdens de eerste fase van een nucleair ongeval, 22 oktober 2014.
|
|
|
IAEA GSR Deel 7
|
Veiligheidsnormen van het IAEA voor de bescherming van mens en milieu, Serie N°GSR Deel 7, Paraatheid en reactie voor een nucleaire of radiologische noodsituatie, Wenen (2015).
|
Verdrag IAEA inzake vroegtijdige kennisgeving van een nucleair ongeval
|
Verdrag IAEA inzake vroegtijdige kennisgeving van een nucleair ongeval van 26 september 1986.
|
Verdrag IAEA inzake internationale bijstand
|
Verdrag IAEA inzake de verlening van bijstand in het geval van een nucleair ongeval of een calamiteit met radioactieve stoffen van 26 september 1986.
|
EURATOM 2013/59
|
Richtlijn 2013/59/EURATOM van de Raad van 5 december 2013 tot vaststelling van de basisnormen voor de bescherming tegen de gevaren verbonden aan de blootstelling aan ioniserende straling.
|
EURATOM 2016/52
|
Verordening (Euratom) 2016/52 van de Raad van 15 januari 2016 tot vaststelling van maximaal toelaatbare niveaus van radioactieve besmetting van levensmiddelen en diervoeders ten gevolge van een nucleair ongeval of ander stralingsgevaar.
|
Beschikking ECURIE
|
Beschikking 87/600/Euratom van de Raad van 14 december 1987 inzake communautaire regelingen voor snelle uitwisseling van informatie in geval van stralingsgevaar
|
Decision - 87/600 - EN - EUR-Lex (eurooa.eu)
|
|
European Union Civil Protection Mechanism (UCPM)
|
Besluit nr. 1313/2013/EU van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 betreffende een Uniemechanisme voor civiele bescherming.
|
Richtlijnen EU Host Nation Support
|
EU-richtlijnen voor Host Nation Support van 1 juni 2012.
|
Richtlijnen OSOCC
|
Richtlijnen over On-Site Operations Coordination Centre (OSOCC) van 23 oktober 2018.
|