Meer info
 

08/06/1867 Strafwetboek - uittreksel
Strafwetboek

Bepalingen aan de afdelingen II, III en IV gemeen

Artikel 30
Elke hechtenis, vóór het onherroepelijk worden van de veroordeling ondergaan ten gevolge van het misdrijf [, met uitzondering van de veroordeling tot een eenvoudige schuldigverklaring, wordt toegerekend op de duur van de nog lopende vrijheidsstraffen.]
[Iedere voorlopige plaatsingsmaatregel in een gesloten opvoedingsafdeling als bedoeld in artikel 52quater van de wet van 8 april 1965 betreffende de jeugdbescherming, het ten laste nemen van minderjarigen die een als misdrijf omschreven feit hebben gepleegd en het herstel van de door dit feit veroorzaakte schade of in de wet van 1 maart 2002 betreffende de voorlopige plaatsing van minderjarigen die een als misdrijf omschreven feit hebben gepleegd, wordt onder dezelfde voorwaarde toegerekend op de duur van de vrijheidsstraffen waartoe de persoon, verwezen overeenkomstig artikel 57bis van de voornoemde wet van 8 april 1965, is veroordeeld.]

Artikel 30bis
De tot een vrijheidsstraf veroordeelden ondergaan hun straf in de inrichtingen, door de Koning aangewezen.

Artikel 30ter
[...]
]