08/06/1867 Strafwetboek - uittreksel
Strafwetboek
Hoofdstuk III Andere veroordelingen die wegens misdaden, wanbedrijven, of overtredingen kunnen worden uitgesproken
Artikel 44
De veroordeling tot de bij de wet gestelde straffen wordt altijd uitgesproken, onverminderd de teruggave en de schadevergoeding die aan partijen mochten zijn verschuldigd.
Artikel 45
Wanneer de wet de schadevergoeding niet regelt, bepaalt het hof of de rechtbank het bedrag ervan, zonder nochtans te mogen beslissen, zelfs met toestemming van de benadeelde partij, dat zij aan enig werk zal worden toegewezen.
Artikel 46
Wanneer het hof of de rechtbank een persoon die in aanmerking zou kunnen komen om als wettelijke erfgenaam tot de nalatenschap van het slachtoffer te worden geroepen, schuldig bevindt aan een [in de artikelen 417/11, 417/16 en 417/17,] 398 tot 400, 402, 403, 405, 409, §§ 1 tot 3 en 5, en 422bis bedoeld misdrijf, kan het hof of de rechtbank ook de onwaardigheid om te erven uitspreken, waardoor de dader, de mededader of de medeplichtige van de nalatenschap van het slachtoffer wordt uitgesloten.
Artikel 47 - 48 (oud art. 46 - 48)
Artikel 49
Wanneer de goederen van de veroordeelde ontoereikend zijn om de veroordelingen tot geldboete, teruggave en schadevergoeding te dekken, hebben de twee laatstgenoemde veroordelingen de voorrang.
Bij samentreffen van geldboete en aan de Staat verschuldigde gerechtskosten, worden de betalingen, door de veroordeelden gedaan, het eerst op die gerechtskosten toegerekend. [Deze betalingen stuiten de verjaringstermijn van zowel de geldboete als van de gerechtskosten.]
Artikel 50
[Alle wegens eenzelfde misdrijf veroordeelde personen zijn hoofdelijk gehouden tot de gerechtskosten, wanneer zij door eenzelfde vonnis of arrest zijn veroordeeld.]
Nochtans kan de rechter alle veroordeelden of enige van hen vrijstellen van de hoofdelijkheid, mits hij de redenen van die vrijstelling opgeeft en het door ieder persoonlijk te dragen aandeel in de kosten bepaalt.
Personen, door onderscheidene vonnissen of arresten veroordeeld, zijn alleen wegens daden van vervolging, die hun gemeen zijn, hoofdelijk gehouden tot de kosten.
Artikel 50bis
Niemand kan burgerrechtelijk aansprakelijk worden gesteld voor betaling van geldboete waartoe een ander wordt veroordeeld, indien hij wegens dezelfde feiten wordt veroordeeld.]