Meer info
 

08/06/1867 Strafwetboek - uittreksel
Strafwetboek

Artikel 56

Hij die, na tot een criminele straf te zijn veroordeeld, een wanbedrijf pleegt, kan worden veroordeeld tot het dubbele van het maximum van de straf, bij de wet op het wanbedrijf gesteld.
Dezelfde straf kan worden uitgesproken in geval van een vroegere veroordeling tot gevangenisstraf van ten minste een jaar, indien de veroordeelde het nieuwe wanbedrijf pleegt voordat vijf jaren zijn verlopen sinds hij zijn straf heeft ondergaan of sinds zijn straf verjaard is.
[Zelfs in de gevallen bedoeld in het eerste en tweede lid, indien het nieuwe wanbedrijf een misdaad is die werd gecorrectionaliseerd of waarvoor het hof van assisen het bestaan van verzachtende omstandigheden heeft aanvaard, mag de gevangenisstraf de maximumduur van de opsluiting waarin de wet voorziet voor die misdaad of veertig jaar indien het om levenslange opsluiting gaat, niet te boven gaan.]
[In geen geval mag de uitgesproken straf een jaar straf onder elektronisch toezicht, driehonderd uren werkstraf of twee jaar autonome probatiestraf te boven gaan.]