Meer info
 

08/06/1867 Strafwetboek - uittreksel
Strafwetboek

Hoofdstuk VI Aanmatiging van ambten, van titels of van een naam

Artikel 227
Hij die zich inmengt in openbare ambten, hetzij burgerlijke of militaire, wordt gestraft met gevangenisstraf van een maand tot twee jaar.

Artikel 227bis

§ 1

[Met geldboete van tweehonderd [euro] tot duizend [euro] wordt gestraft hij die wederrechtelijk in het openbaar de titel of de graad aanneemt, als titularis of opvolger, van personen die deelnemen aan de uitoefening van openbare macht dan wel een burgerlijk of militair openbaar ambt uitoefenen.]

§ 2

Met geldboete van honderd [euro] tot vijfhonderd [euro] worden gestraft de reserveofficieren, gepensioneerde officieren, officieren en reserveofficieren titularissen van een eregraad, die de titel van officier of die van hun graad in het openbaar voeren, zonder die, al naar het geval, te doen voorafgaan door de vermelding “reserve”, “gepensioneerd”, “ere-”, “erereserve-”.]

Artikel 227quater
Wordt gestraft met geldboete van tweehonderd euro tot twintigduizend euro:
hij die zonder dat hij is opgenomen op de lijst van erkende bemiddelaars bedoeld in artikel 1727 en zonder van erkenning vrijgesteld te zijn, beroepsmatig bemiddelt in de zin van het Gerechtelijk Wetboek met uitzondering van hij die beroepsmatig bemiddelt in de zin van het Gerechtelijk Wetboek in het kader van geschillen tussen ondernemingen;
hij die, zonder daartoe gemachtigd te zijn, zich openbaar een beroepstitel van erkend bemiddelaar toeëigent evenals hij die een titel voert of die aan de beroepstitel die hij voert een vermelding toevoegt, welke tot verwarring kan leiden met die van erkend bemiddelaar.
Wordt gestraft met dezelfde straf, wie zijn medewerking verleent aan een derde of hem zijn naam leent, met het doel hem te onttrekken aan de straf waarmee het illegaal dragen van de titel van erkend bemiddelaar of het illegaal uitoefenen van het beroep van erkend bemiddelaar gestraft worden.

Artikel 227quinquies
Hij die in het openbaar de titel van gerechtsdeurwaarder of kandidaat-gerechtsdeurwaarder voert of het beroep van gerechtsdeurwaarder of kandidaat-gerechtsdeurwaarder uitoefent indien hij niet voorkomt op de lijst bedoeld in artikel 555/1, § 1, 15° van het Gerechtelijk Wetboek, wordt gestraft met een geldboete van tweehonderd euro tot duizend euro.