Meer info
 

18/07/66 Taalwet bestuurszaken
Wetten van 18 juli 1966 op het gebruik van de talen in bestuurszaken

Hoofdstuk III Gebruik van de talen in de plaatselijke diensten

Afdeling 1 Algemene bepalingen

Artikel 9

Voor de toepassing van deze gecoördineerde wetten worden onder plaatselijke diensten verstaan diensten in de zin van artikel 1, § 2, waarvan de werkkring niet meer dan één gemeente bestrijkt.

Afdeling 2 Nederlandse, Franse en Duitse taalgebieden

Artikel 10

Iedere plaatselijke dienst, die in het Nederlandse, het Franse of het Duitse taalgebied gevestigd is, gebruikt uitsluitend de taal van zijn gebied in zijn binnendiensten, in zijn betrekkingen met de diensten waaronder hij ressorteert en in zijn betrekkingen met de andere diensten uit hetzelfde taalgebied en uit Brussel-Hoofdstad.
Nochtans mag de plaatselijke dienst gevestigd in het Duitse taalgebied, indien hij dit nuttig oordeelt, een vertaling voegen bij de bescheiden die hij richt aan de diensten waaronder hij ressorteert en aan die uit Brussel-Hoofdstad.
Iedere plaatselijke dienst, die in het Nederlandse taalgebied gevestigd is, gebruikt het Nederlands in zijn betrekkingen met de diensten die gevestigd zijn in de randgemeenten.

Artikel 11

§ 1

De plaatselijke diensten, die gevestigd zijn in het Nederlandse of het Franse taalgebied stellen de berichten, mededelingen en formulieren die voor het publiek bestemd zijn uitsluitend in de taal van hun gebied.
Die bescheiden worden nochtans gesteld in het Frans en in het Duits in de gemeenten uit het Malmedyse, indien dezer gemeenteraad zulks beslist.

§ 2

In de gemeenten van het Duitse taalgebied worden de berichten, mededelingen en formulieren die voor het publiek bestemd zijn in het Duits en in het Frans gesteld.
In de taalgrensgebieden worden zij gesteld in het Nederlands en in het Frans.

§ 3

De gemeenteraden van de toeristische centra mogen beslissen dat de berichten en mededelingen, die voor de toeristen bestemd zijn, ten minste in drie talen gesteld worden.
Binnen acht dagen delen zij de inhoud van hun beraadslagingen mede aan de Vaste Commissie voor Taaltoezicht.

§ 4

In afwijking van § 1, lid 2, en van § 2, wordt iedere bekendmaking, die betrekking heeft op de burgerlijke stand, uitsluitend gedaan in de taal van de akte waarmee zij in verband staat of, in voorkomend geval, in die van de vertaling welke de belanghebbende verklaard heeft te willen bekomen op grond van artikel 13.

Artikel 12

Iedere plaatselijke dienst, die in het Nederlandse, het Franse of het Duitse taalgebied is gevestigd, gebruikt uitsluitend de taal van zijn gebied voor zijn betrekkingen met de particulieren, onverminderd de mogelijkheid die hem gelaten wordt aan de particulieren, die gevestigd zijn in een ander taalgebied, te antwoorden in de taal waarvan de betrokkenen zich bedienen.
Er wordt nochtans steeds geantwoord in de taal, die door de particulier gebruikt wordt, wanneer deze zich wendt in het Frans of in het Duits tot een dienst die gevestigd is in een gemeente uit het Malmedyse of in een gemeente uit het Duitse taalgebied.
In de taalgrensgemeenten wenden de diensten zich tot de particulieren in die van beide talen - het Nederlands of het Frans - waarvan de betrokkenen zich hebben bediend of het gebruik hebben gevraagd.

Artikel 13

§ 1

Iedere plaatselijke dienst, die in het Nederlandse of in het Franse taalgebied gevestigd is, stelt de akten, die particulieren betreffen, in de taal van zijn gebied.
Iedere belanghebbende, die er de noodzaak van aantoont, kan zich kosteloos een gewaarmerkte vertaling in het Nederlands, in het Frans of in het Duits, naar gelang van het geval, laten uitreiken. Die vertaling heeft waarde van uitgifte of van gelijkluidend afschrift. De belanghebbende vraagt ze aan de gouverneur van de provincie van zijn woonplaats of, indien het een vertaling in het Duits geldt, aan de gouverneur van de provincie Luik.
In afwijking van het tweede lid, kan ieder belanghebbende in de gemeenten uit het Malmedyse en in de taalgrensgemeenten, zonder bijkomende onkosten en zonder verantwoording van zijn aanvraag, bij de dienst die de akte heeft opgemaakt een gewaarmerkte vertaling met waarde van uitgifte of van gelijkluidend afschrift verkrijgen:
a)
in het Duits, wanneer de dienst gevestigd is in een gemeente uit het Malmedyse;
b)
in het Nederlands of in het Frans, naar gelang van het geval, wanneer de dienst gevestigd is in een taalgrensgemeente.

§ 2

Iedere plaatselijke dienst, die in het Duitse taalgebied gevestigd is, stelt de akten die particulieren betreffen in het Duits.
Iedere belanghebbende kan daarvan, zonder bijkomende onkosten en zonder verantwoording van zijn aanvraag, bij de dienst die de akte heeft opgemaakt, een gewaarmerkte Franse vertaling met waarde van uitgifte of van gelijkluidend afschrift bekomen.

§ 3

Ieder gemeentebestuur schrijft de akten van de burgerlijke stand over in de taal van zijn gebied.
Wanneer in een andere taal dan die van de akte moet worden overgeschreven:
vraagt het gemeentebestuur, dat de akte van een gemeente zonder speciale regeling uit het Nederlandse of het Franse taalgebied ontvangt, de vertaling daarvan aan de gouverneur van zijn provincie of aan de gouverneur van de provincie Luik, naar gelang van het geval;
voegt het gemeentebestuur van een gemeente uit het Malmedyse, een gemeente uit het Duitse taalgebied, een taalgrensgemeente, een gemeente uit Brussel-Hoofdstad of een randgemeente, dat de akte verzendt, er zelf de vertaling bij, tenzij het gemeentebestuur dat de akte ontvangt, wettelijk bevoegd is om die vertaling te maken. Voor de Duitse vertaling van akten uitgaande van een taalgrensgemeente, van een gemeente van Brussel-Hoofdstad of van een randgemeente en voor de Nederlandse vertaling van akten uit het Duitse taalgebied, wendt het gemeentebestuur dat de akte ontvangt zich tot de gouverneur van de provincie Luik. Voor de Nederlandse vertaling van de akte uitgaande van een gemeente uit het Malmedyse wendt de gemeente die ze ontvangt, bijaldien zij zelf aan geen speciale regeling onderworpen is, zich tot de gouverneur van haar provincie.

Artikel 14

§ 1

Iedere plaatselijke dienst, die in het Nederlandse of in het Franse taalgebied gevestigd is, stelt de aan de particulieren uit te reiken getuigschriften, verklaringen, machtigingen en vergunningen in de taal van zijn gebied.
Iedere belanghebbende die er de noodzaak van aantoont, kan de vertaling ervan bekomen onder de in artikel 13, § 1, bepaalde voorwaarden.

§ 2

In afwijking van § 1, wordt het bescheid, naar gelang van de wens van de belanghebbende, gesteld:
a)
in het Frans of in het Duits, wanneer de dienst gevestigd is in een gemeente uit het Malmedyse;
b)
in het Nederlands of in het Frans, wanneer de dienst gevestigd is in een taalgrensgemeente.

§ 3

Iedere plaatselijke dienst, die in het Duits taalgebied gevestigd is, stelt de aan de particulieren uit te reiken getuigschriften, verklaringen, machtigingen en vergunningen in het Duits of in het Frans, naar gelang van de wens van de belanghebbende.

Artikel 15

§ 1

In de plaatselijke diensten, die in het Nederlandse, het Franse of het Duitse taalgebied gevestigd zijn, kan niemand tot een ambt of betrekking benoemd of bevorderd worden, indien hij de taal van het gebied niet kent.
De toelatings- en bevorderingsexamens geschieden in dezelfde taal.
De kandidaat wordt enkel tot het examen toegelaten voor zover uit de vereiste diploma's of studiegetuigschriften blijkt dat hij zijn onderwijs in meergenoemde taal heeft genoten. Bij onstentenis van een dergelijk diploma of getuigschrift moet de taalkennis vooraf door een examen bewezen worden.
Indien het ambt of de betrekking begeven wordt zonder toelatingsexamen dient de vereiste taalkennis vastgesteld aan de hand van de daartoe in lid 3 voorgeschreven bewijzen.

§ 2

In de taalgrensgemeenten worden tot de ambten van gemeentesecretaris, gemeenteontvanger, politiecommissaris, secretaris en ontvanger van de commissie van openbare onderstand alleen toegelaten de kandidaten, die vooraf geslaagd zijn voor een examen over de voldoende kennis van de tweede taal, het Nederlands of het Frans naar gelang van het geval.
In de besturen van de gemeenten en van de openbare personen die aan de gemeenten ondergeschikt zijn, mag niemand een ambt bekleden, waarin hij omgang heeft met het publiek, indien hij niet vooraf geslaagd is voor een examen over de elementaire kennis van de tweede taal, het Nederlands of het Frans, naar gelang van het geval.
Wordt vrijgesteld van de taalexamens, die in de leden één en twee bedoeld zijn, de kandidaat die, naar luid van zijn diploma of studiegetuigschrift, zijn onderwijs in die taal heeft genoten.
Genoemde taalexamens, zomede het eventueel examen over de kennis van de taal van het gebied, geschieden onder het toezicht van de Vaste Commissie voor Taaltoezicht.
In de andere plaatselijke diensten dan die van de gemeenten en van de openbare personen die aan de gemeenten ondergeschikt zijn, mag niemand een ambt bekleden, waarin hij omgang heeft met het publiek, indien hij niet een aan het ambt aangepaste, voldoende of elementaire kennis bezit van de tweede taal, het Nederlands of het Frans, naar gelang van het geval. Die kennis wordt vastgesteld aan de hand van een examen.

§ 3

In de gemeenten uit het Malmedyse en in de gemeenten uit het Duitse taalgebied, worden de diensten zo georganiseerd, dat het publiek zonder enige moeite in het Frans of in het Duits te woord kan gestaan worden.

Artikel 15

§ 1

In de plaatselijke diensten, die in het Nederlandse, het Franse of het Duitse taalgebied gevestigd zijn, kan niemand tot een ambt of betrekking benoemd of bevorderd worden, indien hij de taal van het gebied niet kent.
De toelatings- en bevorderingsexamens geschieden in dezelfde taal.
De kandidaat wordt enkel tot het examen toegelaten voor zover uit de vereiste diploma's of studiegetuigschriften blijkt dat hij zijn onderwijs in meergenoemde taal heeft genoten. Bij onstentenis van een dergelijk diploma of getuigschrift moet de taalkennis [voor de benoeming of bevordering bewezen worden].
Indien het ambt of de betrekking begeven wordt zonder toelatingsexamen dient de vereiste taalkennis vastgesteld aan de hand van de daartoe in lid 3 voorgeschreven bewijzen.

§ 2

In de taalgrensgemeenten worden tot de ambten van gemeentesecretaris, gemeenteontvanger, politiecommissaris, secretaris en ontvanger van de commissie van openbare onderstand alleen toegelaten de kandidaten, die vooraf geslaagd zijn voor een examen over de voldoende kennis van de tweede taal, het Nederlands of het Frans naar gelang van het geval.
In de besturen van de gemeenten en van de openbare personen die aan de gemeenten ondergeschikt zijn, mag niemand een ambt bekleden, waarin hij omgang heeft met het publiek, indien hij niet vooraf geslaagd is voor een examen over de elementaire kennis van de tweede taal, het Nederlands of het Frans, naar gelang van het geval.
Wordt vrijgesteld van de taalexamens, die in de leden één en twee bedoeld zijn, de kandidaat die, naar luid van zijn diploma of studiegetuigschrift, zijn onderwijs in die taal heeft genoten.
Genoemde taalexamens, zomede het eventueel examen over de kennis van de taal van het gebied, geschieden onder het toezicht van de Vaste Commissie voor Taaltoezicht.
In de andere plaatselijke diensten dan die van de gemeenten en van de openbare personen die aan de gemeenten ondergeschikt zijn, mag niemand een ambt bekleden, waarin hij omgang heeft met het publiek, indien hij niet een aan het ambt aangepaste, voldoende of elementaire kennis bezit van de tweede taal, het Nederlands of het Frans, naar gelang van het geval. Die kennis wordt vastgesteld aan de hand van een examen.

§ 3

In de gemeenten uit het Malmedyse en in de gemeenten uit het Duitse taalgebied, worden de diensten zo georganiseerd, dat het publiek zonder enige moeite in het Frans of in het Duits te woord kan gestaan worden.

Artikel 16

In de gemeenten Baelen, Gemmenich, Hendrik-Kapelle, Homburg, Membach, Montzen, Moresnet, Sippenaeken en Welkenraedt (arrondissement Verviers), kan de Koning, na de gemeenteraden te hebben gehoord, afwijken van de artikelen 11 tot 15, rekening houdend met de door de bevolking gesproken taal en met de administratieve noodwendigheden.
De door de Koning getroffen besluiten moeten uiterlijk één jaar na hun bekendmaking in het Belgisch Staatsblad bij de wet bekrachtigd worden.

Afdeling 3 Brussel-Hoofdstad

Artikel 17

§ 1

In zijn binnendiensten, in zijn betrekkingen met de diensten waaronder hij ressorteert en in zijn betrekkingen met de andere diensten van Brussel-Hoofdstad gebruikt iedere plaatselijke dienst, die in Brussel-Hoofdstad gevestigd is, zonder een beroep op vertalers te doen, het Nederlands of het Frans, volgens navolgend onderscheid:
A.
Indien de zaak gelocaliseerd of localiseerbaar is:
uitsluitend in het Nederlandse of in het Franse taalgebied: de taal van dat gebied;
tegelijk in Brussel-Hoofdstad en in het Nederlandse of het Franse taalgebied: de taal van dat gebied;
tegelijk in het Nederlandse en in het Franse taalgebied: de taal van het gebied waar de zaak haar oorsprong vindt;
tegelijk in het Nederlandse en het Franse taalgebied en in Brussel-Hoofdstad, wanneer zij haar oorsprong vindt in een van de eerste twee gebieden: de taal van dat gebied;
tegelijk in het Nederlandse en in het Franse taalgebied en in Brussel-Hoofdstad, wanneer zij haar oorsprong vindt in deze laatste: de hierna onder B voorgeschreven taal;
uitsluitend in Brussel-Hoofdstad de hierna onder B voorgeschreven taal;
B.
Indien de zaak niet gelocaliseerd of niet localiseerbaar is en:
een ambtenaar van de dienst betreft: de taal van diens toelatingsexamen of bij ontstentenis van zulk examen de taal van de groep waartoe betrokkene behoort op grond van zijn hoofdtaal;
door een particulier is ingediend: de door deze gebruikte taal;
geen van de gevallen onder 1° en 2° zich voordoet: de taal van het toelatingsexamen van de ambtenaar aan wie de zaak wordt opgedragen. Indien de ambtenaar geen toelatingsexamen heeft afgelegd, gebruikt hij zijn hoofdtaal.

§ 2

De dienstorders en de onderrichtingen aan het personeel, zomede de formulieren en drukwerken voor de binnendienst worden in het Nederlands en in het Frans gesteld.

§ 3

In zijn betrekkingen met de diensten uit het Nederlandse of het Franse taalgebied, gebruikt iedere plaatselijke dienst uit Brussel-Hoofdstad de taal van dat gebied.

Artikel 18

De plaatselijke diensten, die in Brussel-Hoofdstad gevestigd zijn, stellen de berichten, mededelingen en formulieren die voor het publiek bestemd zijn in het Nederlands en in het Frans.
De bekendmakingen die betrekking hebben op de burgerlijke stand worden echter uitsluitend gedaan in de taal van de akte waarmee zij in verband staan.

Artikel 19

Iedere plaatselijke dienst van Brussel-Hoofdstad gebruikt in zijn betrekkingen met een particulier de door deze gebruikte taal, voor zover die taal het Nederlands of het Frans is.
Er wordt echter aan een privaat bedrijf, dat in een gemeente zonder speciale regeling uit het Nederlandse of het Franse taalgebied gevestigd is, in de taal van die gemeente geantwoord.

Artikel 20

§ 1

De plaatselijke diensten, die in Brussel-Hoofdstad gevestigd zijn, stellen de akten die de particulieren betreffen alsook de getuigschriften, verklaringen, machtigingen en vergunningen, die aan de particulieren worden afgegeven, in het Nederlands of in het Frans, naar gelang van de wens van de belanghebbende.

§ 2

De gemeentebesturen van Brussel-Hoofdstad schrijven de in het Nederlands of in het Frans gestelde akten van de burgerlijke stand over in de oorspronkelijke taal. Van iedere in het Duits gestelde over te schrijven akte vragen zij aan de gouverneur van de provincie Luik een gewaarmerkte vertaling met waarde van uitgifte of van gelijkluidend afschrift, voor zover zij er geen hebben ontvangen van het bestuur dat de akte heeft verzonden. De vertaling wordt gesteld in het Nederlands of in het Frans naar gelang van de wens van de belanghebbende of, bij ontstentenis daarvan, naar gelang van de omstandigheden.
Zo nodig voegen dezelfde besturen een vertaling bij elke akte die buiten Brussel-Hoofdstad moet overgeschreven worden, behalve wanneer die in het Duits moet geschieden. In dit geval maakt het bestuur dat de akte ontvangt zelf de vertaling; van de Nederlandse akten echter die in een gemeente uit het Duitse taalgebied moeten worden overgeschreven, vraagt het bestuur dat ze ontvangt, de vertaling aan de gouverneur van de provincie Luik.

Artikel 21

§ 1

Wanneer het voorgeschreven is, legt iedere kandidaat die dingt naar een ambt of betrekking in de plaatselijke diensten gevestigd in Brussel-Hoofdstad, het toelatingsexamen af in het Nederlands of in het Frans, naar gelang van de taal waarin hij, naar luid van het opgelegde diploma, het vereiste studiegetuigschrift of de verklaring van het schoolhoofd, zijn onderwijs genoten heeft.
Indien geen toelatingsexamen voorgeschreven is, wordt de hoofdtaal van de kandidaat bepaald door het taalregime van het genoten onderwijs, zoals dat blijkt uit bovenvermelde bescheiden.
De kandidaat, die in het buitenland of in het Duits taalgebied zijn onderwijs genoten heeft in een andere taal dan het Nederlands of het Frans en zich op een bij de wet erkende gelijkwaardigheid van diploma's of studiegetuigschriften kan beroepen, legt het toelatingsexamen af in het Nederlands of in het Frans, naar keuze. Indien geen toelatingsexamen aan de benoeming voorafgaat, wordt de kennis van de gekozen hoofdtaal vastgesteld aan de hand van een voorafgaand examen.
Gedurende zijn loopbaan, legt de ambtenaar de opgelegde bevorderingsexamens af in zijn hoofdtaal zoals die bepaald werd op grond van bovenvermelde criteria.

§ 2

[Wanneer het voorgeschreven wordt, omvat het toelatingsexamen voor iedere kandidaat een schriftelijk of computergestuurd gedeelte over de elementaire kennis van de tweede taal.
Indien geen toelatingsexamen voorgeschreven wordt, moet de kandidaat, vóór zijn benoeming, aan een schriftelijk of computergestuurd examen over dezelfde kennis onderworpen worden.]

§ 3

De §§ 1 en 2 zijn niet toepasselijk op het vak- en werkliedenpersoneel.

§ 4

[Wordt afhankelijk gemaakt van het slagen voor een schriftelijk of computergestuurd examen over de voldoende kennis van de tweede taal, iedere benoeming of bevordering tot een ambt, waarvan de titularis, tegenover de overheid waaronder hij ressorteert, verantwoordelijk is voor het behoud van de eenheid in de rechtspraak of in het beheer van de dienst waarvan de hoge leiding hem is toevertrouwd.]

§ 5

Onverminderd voorgaande bepalingen kan niemand benoemd of bevorderd worden tot een ambt of betrekking, waarvan de titularis omgang heeft met het publiek, indien hij er niet mondeling van laat blijken door een aanvullend examengedeelte of door een bijzonder examen, dat hij een aan de aard van de waar te nemen functie aangepaste voldoende of elementaire kennis bezit van de tweede taal.

§ 6

De hierboven bedoelde taalexamens of examengedeelten worden afgenomen onder het toezicht van de Vaste Wervingssecretaris.

§ 7

Bij de werving van hun personeel dienen de besturen van de gemeenten en die van de openbare personen die aan de gemeenten ondergeschikt zijn, ten minste 50% van de te begeven betrekkingen in gelijke mate te verdelen over de beide taalgroepen.
Onverminderd de bepalingen van artikel 68, lid 1, moeten, ten laatste tien jaar na 1 september 1963, de betrekkingen die gelijk aan of hoger zijn dan die van afdelingschef, in gelijke mate, bezet worden door ambtenaren van beide taalgroepen.

Artikel 22

In afwijking van de bepalingen van deze afdeling zijn de instellingen waarvan de kulturele activiteit een enkele taalgroep interesseert, onderworpen aan de regeling die geldt voor het overeenkomstige gebied. [Bij die categorie van inrichtingen horen alle kinderbewaarplaatsen en peuterafdelingen.]

Afdeling 4 Randgemeenten

Onderafdeling 1 Gemeenschappelijke bepalingen voor al de randgemeenten

Artikel 23
Iedere plaatselijke dienst die gevestigd is in de gemeenten Drogenbos, Kraainem, Linkebeek, Sint-Genesius-Rode, Wemmel en Wezembeek-Oppem, gebruikt uitsluitend de Nederlandse taal in zijn binnendiensten, in zijn betrekkingen met de diensten waaronder hij ressorteert en zijn betrekkingen met de diensten uit het Nederlandse taalgebied en die uit Brussel-Hoofdstad.

Artikel 24
De plaatselijke diensten die gevestigd zijn in de randgemeenten stellen de berichten, mededelingen en formulieren die voor het publiek bestemd zijn in het Nederlands en in het Frans.
De bekendmakingen die betrekking hebben op de burgerlijke stand worden nochtans gesteld in de taal van de akte waarmee zij in verband staan.

Artikel 25
In hun betrekkingen met een particulier gebruiken dezelfde diensten de door betrokkene gebruikte taal voor zover die taal het Nederlands of het Frans is.
Er wordt echter aan een privaat bedrijf, dat in een gemeente zonder speciale regeling uit het Frans of het Nederlands taalgebied gevestigd is, geantwoord in de taal van deze gemeente.

Artikel 26
Meergenoemde diensten stellen de aan de particulieren uitgereikte getuigschriften, verklaringen, machtigingen en vergunningen in het Nederlands of in het Frans, naar gelang van de wens van de belanghebbende.

Artikel 27
In de plaatselijke diensten van de randgemeenten kan niemand tot een ambt of betrekking benoemd of bevorderd worden indien hij de Nederlandse taal niet kent. De toelatings- en bevorderingsexamens geschieden in dezelfde taal.
De kandidaat wordt enkel tot het examen toegelaten voor zover uit de vereiste diploma's of studiegetuigschriften blijkt dat hij zijn onderwijs in meergenoemde taal heeft genoten. Bij onstentenis van een dergelijk diploma of getuigschrift moet de taalkennis vooraf door een examen bewezen worden.
Indien het ambt of de betrekking begeven wordt zonder toelatingsexamen dient de vereiste taalkennis vastgesteld aan de hand van de daartoe in lid 2 voorgeschreven bewijzen.

Onderafdeling 2 Bijzondere bepalingen ten behoeve van de te Drogenbos, Kraainem, Linkebeek en Wemmel gevestigde plaatselijke diensten

Artikel 28
In de gemeenten Drogenbos, Kraainem, Linkebeek en Wemmel worden, naar gelang van de wens van de belanghebbende, de akten gesteld in het Nederlands of in het Frans.
De in het Nederlands of in het Frans gestelde akten van de burgerlijke stand worden in hun oorspronkelijke taal door de gemeentebesturen overgeschreven.
Van iedere in het Duits gestelde over te schrijven akte vragen genoemde besturen aan de gouverneur van de provincie Luik een gewaarmerkte vertaling met waarde van uitgifte of van gelijkluidend afschrift, voor zover zij er geen ontvangen hebben van het bestuur dat de akte heeft verzonden. Die vertaling wordt in het Nederlands of in het Frans gesteld, naar gelang van de wens van de belanghebbende of, bij ontstentenis daarvan, naar gelang van de omstandigheden.
Zo nodig voegen de plaatselijke diensten van de vorenvermelde vier gemeenten een vertaling bij iedere akte die buiten deze gemeenten moet worden overgeschreven, behalve wanneer dit in het Duits moet geschieden. In dit geval maakt het bestuur, dat de akte ontvangt, zelf een vertaling; van de Nederlandse akten echter die in een gemeente uit het Duitse taalgebied moeten worden overgeschreven, vraagt het bestuur dat ze ontvangt, de vertaling aan de gouverneur van de provincie Luik.

Artikel 29
In de vier gemeenten waarvan sprake is in deze onderafdeling, mag niemand een ambt bekleden, waarin hij omgang heeft met het publiek, zo hij geen elementaire kennis van de Franse taal bezit.
De bevoegde overheden organiseren de in diezelfde gemeenten gevestigde diensten derwijze dat, zonder moeite, kan voldaan worden aan de artikelen 23 tot 28 en aan lid 1.

Onderafdeling 3 Bijzondere bepalingen ten behoeve van de te Sint-Genesius-Rode en Wezembeek-Oppem gevestigde plaatselijke diensten

Artikel 30
In de gemeenten Sint-Genesius-Rode en Wezembeek-Oppem worden de akten gesteld in het Nederlands. Iedere belanghebbende kan daarvan, zonder bijkomende onkosten en zonder verantwoording van zijn aanvraag, bij de dienst die de akte heeft opgemaakt, een gewaarmerkte vertaling met waarde van uitgifte of van gelijkluidend afschrift bekomen.
De akten van de burgerlijke stand worden door de gemeentebesturen in het Nederlands overgeschreven.
Van iedere in het Duits gestelde over te schrijven akte vragen genoemde besturen aan de gouverneur van de provincie Luik een gewaarmerkte vertaling met waarde van uitgifte of van gelijkluidend afschrift voor zover zij er geen hebben ontvangen van het bestuur dat de akte heeft verzonden. Die vertaling wordt in het Nederlands gesteld met het oog op het overschrijven van de akte; iedere belanghebbende kan zich nochtans een Franse vertaling laten uitreiken door de dienst die de overschrijving verricht en dit, zonder bijkomende kosten en zonder verantwoording van zijn aanvraag. Deze vertaling heeft waarde van uitgifte of van gelijkluidend afschrift.
Lid 4 van artikel 28 is toepasselijk op de akten die moeten overgeschreven worden buiten de twee gemeenten waarvan sprake in deze onderafdeling.

Artikel 31
De bevoegde overheden organiseren de diensten die te Sint-Genesius-Rode en te Wezembeek-Oppem gevestigd zijn derwijze dat, zonder moeite, kan voldaan worden aan de artikelen 23 tot 27 en aan artikel 30.