Meer info
 

18/07/66 Taalwet bestuurszaken
Wetten van 18 juli 1966 op het gebruik van de talen in bestuurszaken

Hoofdstuk IV Gebruik van de talen in de gewestelijke diensten

Artikel 32

Voor de toepassing van deze gecoördineerde wetten worden onder gewestelijke diensten verstaan diensten in de zin van artikel 1, § 2, waarvan de werkkring meer dan één gemeente, maar niet het ganse land bestrijkt.
De werkkring van een gewestelijke dienst wordt hierna “het ambtsgebied” genoemd.

Artikel 33

§ 1

Iedere gewestelijke dienst waarvan de werkkring uitsluitend gemeenten zonder speciale regeling uit het Nederlandse of het Franse taalgebied bestrijkt en waarvan de zetel in dat gebied gevestigd is, gebruikt uitsluitend de taal van dat gebied in zijn binnendiensten, in zijn betrekkingen met de diensten waaronder hij ressorteert en in zijn betrekkingen met de andere diensten uit hetzelfde taalgebied en uit Brussel-Hoofdstad.
Hij stelt de berichten, mededelingen en formulieren die voor het publiek bestemd zijn uitsluitend in de taal van zijn gebied.
In zijn betrekkingen met de particulieren gebruikt hij uitsluitend de taal van zijn gebied, onverminderd de mogelijkheid die hem gelaten wordt met de particulieren, die gevestigd zijn in een ander taalgebied, briefwisseling te voeren in de taal waarvan de betrokkenen zich bedienen.
De akten die particulieren betreffen alsook de getuigschriften, verklaringen, machtigingen en vergunningen die aan de particulieren worden afgegeven stelt hij in de taal van zijn gebied. Iedere belanghebbende, die er de noodzaak van aantoont, kan de vertaling ervan bekomen onder de in artikel 13, § 1, bepaalde voorwaarden.

§ 2

Iedere gewestelijke dienst waarvan de zetel gevestigd is in Brussel-Hoofdstad en waarvan de werkkring uitsluitend gemeenten zonder speciale taalregeling uit het Nederlandse of uit het Franse taalgebied bestrijkt, is onderworpen aan de regeling van § 1.

Artikel 34

§ 1

Deze paragraaf is toepasselijk:
a)
op iedere gewestelijke dienst waarvan de werkkring, gemeenten met een speciale taalregeling of met verschillende regelingen uit het Nederlandse of het Franse taalgebied bestrijkt en waarvan de zetel gevestigd is in hetzelfde gebied;
b)
op iedere gewestelijke dienst waarvan de werkkring gemeenten uit het Duits taalgebied bestrijkt en waarvan de zetel in dat gebied gevestigd is.
De aldus omschreven gewestelijke dienst gebruikt uitsluitend de taal van het gebied, waar hij gevestigd is, in zijn binnendiensten, in zijn betrekkingen met de diensten waaronder hij ressorteert en in zijn betrekkingen met de andere diensten uit hetzelfde taalgebied en uit Brussel-Hoofdstad. In zijn betrekkingen met de plaatselijke diensten uit zijn ambtsgebied gebruikt hij dezer binnendiensttaal.
De berichten, mededelingen en formulieren, die hij rechtstreeks aan het publiek richt en de formulieren die hij op dezelfde wijze afgeeft, stelt hij in de taal of talen die ter zake opgelegd zijn aan de plaatselijke diensten van de gemeenten waar zijn zetel gevestigd is. Nochtans, wanneer de gewestelijke dienst gevestigd is in een gemeente zonder speciale taalregeling geniet het publiek uit de gemeenten van het ambtsgebied die aan een andere taalregeling onderworpen zijn of die begiftigd zijn met een speciale taalregeling, ten aanzien van de rechtstreeks afgegeven formulieren, dezelfde rechten als in genoemde gemeenten. De berichten, mededelingen en formulieren, die aan het publiek worden verstrekt door de bemiddeling van de plaatselijke diensten, worden gesteld in de taal of talen welke die diensten voor soortgelijke bescheiden moeten gebruiken.
In zijn betrekkingen met een particulier gebruikt bovengenoemde gewestelijke dienst de taal die te dezer zake opgelegd is aan de plaatselijke diensten van de woonplaats van de betrokken particulier.
De akten, getuigschriften, verklaringen, machtigingen en vergunningen worden gesteld in de taal die de plaatselijke diensten van de woonplaats van de aanvrager moeten gebruiken. Wanneer ingevolge die regeling aan betrokkene geen taalkeuze gelaten wordt kan hij, voor zover hij er de noodzaak van aantoont, een vertaling van het bescheid bekomen onder de in artikel 13, § 1, bepaalde voorwaarden.

§ 2

De taalregeling van artikel 35, § 1, is toepasselijk op iedere gewestelijke dienst waarvan de zetel gevestigd is in Brussel-Hoofdstad en waarvan de werkkring gemeenten bestrijkt die behoren tot het Nederlandse en tot het Franse taalgebied. Te dien einde wordt de gemeente van de zetel beschouwd als een tot het ambtsgebied behorende gemeente.

Artikel 35

§ 1

Iedere gewestelijke dienst waarvan de werkkring:
a)
ofwel uitsluitend gemeenten uit Brussel-Hoofdstad;
b)
ofwel gemeenten uit Brussel-Hoofdstad en tevens gemeenten uit het Nederlandse of het Franse taalgebied of uit beide gebieden bestrijkt;
valt onder dezelfde regeling als de plaatselijke diensten die in Brussel-Hoofdstad gevestigd zijn.

§ 2

Iedere gewestelijke dienst waarvan de werkkring gemeenten uit de vier taalgebieden van het land bestrijkt, is onderworpen aan de taalregeling die in hoofdstuk V wordt voorgeschreven voor de uitvoeringsdiensten waarvan de werkkring het ganse land bestrijkt.

Artikel 36

§ 1

Iedere gewestelijke dienst waarvan de werkkring gemeenten uit verschillende taalgebieden, behalve Brussel-Hoofdstad, bestrijkt en waarvan de zetel niet gevestigd is in een gemeente uit het Malmedyse of in een gemeente uit het Duitse taalgebied, gebruikt in zijn binnendiensten en in zijn betrekkingen met de diensten waaronder hij ressorteert, het Nederlands of het Frans, volgens navolgend onderscheid:
voor de zaken die in het Nederlandse of in het Franse taalgebied gelocaliseerd of localiseerbaar zijn: de taal van dat gebied;
voor akten betreffende een ambtenaar van de dienst: de taal waarin deze zijn toelatingsexamen heeft afgelegd of, bij ontstentenis van dergelijk examen, de taal van de groep waartoe hij behoort wegens de taal waarin hij, naar luid van het vereiste diploma of studiegetuigschrift, zijn onderwijs genoten heeft;
voor alle andere zaken: de taal van het gebied waarin de zetel van de dienst gevestigd is.
In zijn betrekkingen met de plaatselijke diensten uit zijn ambtsgebied gebruikt hij de taal van het gebied waar de plaatselijke dienst gevestigd is.
Voor zijn berichten, mededelingen en formulieren die voor het publiek bestemd zijn, in zijn betrekkingen met particulieren en voor het stellen van akten, getuigschriften, verklaringen, machtigingen en vergunningen, is hij onderworpen aan artikel 34, § 1.

§ 2

Indien daartoe aanleiding bestaat, bepaalt de Koning, aan de hand van de principes die § 1 beheersen, de taalregeling voor de gewestelijke diensten waarvan de werkkring gemeenten van verschillende taalgebieden, behalve Brussel-Hoofdstad, bestrijkt en waarvan de zetel gevestigd is in een gemeente uit het Malmedyse of in het Duitse taalgebied.

Artikel 37

In hun betrekkingen met de plaatselijke diensten die gevestigd zijn in de randgemeenten, gebruiken de gewestelijke diensten waaronder genoemde plaatselijke diensten ressorteren, alsook de in het Nederlandse taalgebied gevestigde gewestelijke diensten, de Nederlandse taal.

Artikel 38

§ 1

In de diensten als bedoeld in artikel 33 of artikel 34, § 1, kan niemand tot een ambt of betrekking benoemd of bevorderd worden indien hij de taal van het gebied niet kent.
De taalkennis wordt vastgesteld volgens de regelen aangeduid in artikel 15, § 1.

§ 2

Het personeel van de in artikel 36, § 1, bedoelde diensten moet de taal kennen van het gebied waar de zetel van de dienst gevestigd is. De overheid kan personeel aanstellen dat bovendien één van beide andere talen kent.

§ 3

De diensten bedoeld in artikelen 34, § 1, of 36, § 1, worden zo georganiseerd, dat het publiek, zonder enige moeite, te woord kan gestaan worden in de talen die deze wet voor de gemeenten uit het ambtsgebied erkent.

§ 4

Voor het personeel van de in artikel 34, § 2, of in artikel 35, § 1, bedoelde diensten, gelden de bepalingen van deze gecoördineerde wetten die toepassing vinden op het personeel van de plaatselijke diensten die gevestigd zijn in Brussel-Hoofdstad.

§ 5

Voor het personeel van de in artikel 35, § 2, bedoelde diensten gelden de bepalingen van deze gecoördineerde wetten, die toepassing vinden op het personeel van de uitvoeringsdiensten, waarvan de werkkring het ganse land bestrijkt.