Meer info
 

18/07/66 Taalwet bestuurszaken
Wetten van 18 juli 1966 op het gebruik van de talen in bestuurszaken

Artikel 43ter

§ 1

De bepalingen van dit artikel zijn van toepassing op de centrale diensten van de gecentraliseerde federale overheidsdiensten, uitgezonderd de ministeries waarop de bepalingen van artikel 43 van toepassing blijven.

§ 2

Telkens als de aard van de zaken en het aantal personeelsleden het rechtvaardigen, worden de afdelingen in de centrale diensten [uitgezonderd de cel beleidsvoorbereiding] ingedeeld in Nederlandse en Franse directies of onderafdelingen, bureaus en secties.

§ 3

Alle betrekkingen, de betrekking van voorzitter van het Directiecomité uitgezonderd, wanneer het aantal van de betrekkingen die overeenstemmen met managementfuncties en de betrekkingen die hieraan gelijkwaardig zijn, oneven is [en uitgezonderd de betrekkingen van de leden van de cel beleidsvoorbereiding], worden verdeeld over twee kaders: een Nederlands en een Frans.
Alle ambtenaren worden ingeschreven op een taalrol: de Nederlandse of de Franse.

§ 4

De Koning bepaalt, voor een duur van ten hoogste zes jaar, die wordt hernieuwd zo geen wijziging optreedt, voor iedere centrale dienst het percentage betrekkingen dat aan het Nederlands en aan het Frans kader dient toegewezen met inachtneming, op elke taaltrap, van het wezenlijk belang dat de Nederlandse en de Franse taalgebieden respectievelijk voor iedere dienst vertegenwoordigen.
Nochtans, worden, op elke taaltrap, de betrekking van voorzitter van het Directiecomité uitgezonderd wanneer het aantal van de bedoelde betrekkingen oneven is, de betrekkingen die overeenstemmen met managementfuncties en de betrekkingen die hieraan gelijkwaardig zijn in gelijke percentages verdeeld tussen de twee taalkaders.
Bovendien worden alle betrekkingen van voorzitter van het Directiecomité in gelijke percentages toegewezen aan het Nederlandse en Franse taalkader, met dien verstande dat, ingeval binnen de gecentraliseerde federale overheidsdiensten horizontale diensten worden gecreëerd, minstens één van deze betrekkingen van voorzitter van het Directiecomité moet worden toebedeeld aan de andere taalrol.
Wanneer evenwel het totaal aantal betrekkingen van voorzitter van het Directiecomité oneven is, wordt de betrekking van de afgevaardigd bestuurder van SELOR - Selectiebureau van de Federale Overheid meegerekend om een even aantal betrekkingen te bereiken. Het aldus bereikte aantal wordt in gelijke percentages toegewezen aan het Nederlandse en Franse taalkader.
Voor de toepassing van voorgaande regelen, bepaalt de Koning welke betrekkingen tot eenzelfde taaltrap behoren.
De in het vooruitzicht gestelde verdeling van de betrekkingen over de taalkaders wordt vooraf aan het advies van de Vaste Commissie voor Taaltoezicht onderworpen.
Elke dienst doet zijn voorstel toekomen bij de Vaste Commissie voor Taaltoezicht binnen een termijn van een maand na het verstrijken van het zesde jaar. Deze commissie geeft zijn advies ten laatste drie maanden na ontvangst van de in het vooruitzicht gestelde verdeling van de betrekkingen. Laatst vermelde termijn is een termijn van verval. De nieuwe termijn van zes jaar wordt niet beïnvloed door deze procedure.
Na raadpleging van dezelfde commissie, kan de Koning, bij een met redenen omkleed besluit vastgesteld na overleg in de Ministerraad, van de regel van verdeling van de betrekkingen die overeenstemmen met managementfuncties en de betrekkingen die hieraan gelijkwaardig zijn, afwijken ten behoeve van de centrale diensten waarvan de attributen of de werkzaamheden de Nederlandse en Franse taalgebieden in ongelijke mate betreffen.
In afwijking op de vorige leden, zal de vervanging bepaald in artikel 5 van de wet van 10 april 1995 betreffende de herverdeling van de arbeid in de openbare sector, gebeuren in een zelfde taalverhouding als deze die van toepassing is op de personeelsleden van de centrale dienst bekleed met dezelfde functie.

§ 5

Indien het voorgeschreven is, leggen de ambtenaren hun toelatingsexamen af in het Nederlands of in het Frans naar gelang van de taal waarin zij, naar luid van het opgelegde diploma, het vereiste getuigschrift of de verklaring van het schoolhoofd, hun onderwijs genoten hebben, tenzij zij vooraf aan de hand van een examen het bewijs leveren dat zij de andere taal even goed kennen.
Het taalregime van het toelatingsexamen bepaalt de taalrol waarbij de ambtenaren worden ingedeeld. Bij ontstentenis van dergelijk examen, is het taalregime van het genoten onderwijs, zoals dat blijkt uit het opgelegde diploma, het vereiste getuigschrift of de verklaring van het schoolhoofd, bepalend.
De kandidaten, die in het buitenland hun onderwijs genoten hebben in een andere taal dan het Nederlands of het Frans en zich op een bij de wet erkende gelijkwaardigheid van diploma's of studiegetuigschriften kunnen beroepen, leggen het toelatingsexamen af in het Nederlands of in het Frans, naar keuze. Indien geen toelatingsexamen aan de benoeming voorafgaat, wordt de kennis van de taal van de rol, waarbij de betrokkene wenst ingedeeld te worden, vastgesteld aan de hand van een voorafgaand examen.
De kandidaten, die hun onderwijs genoten hebben in het Duits taalgebied, mogen hun toelatingsexamen in het Duits afleggen op voorwaarde dat zij bovendien een examen afleggen over de kennis van de Nederlandse of de Franse taal, naargelang zij wensen ingedeeld te worden bij de Nederlandse of de Franse rol.
De overgang van de ene rol naar de andere is verboden, behoudens klaarblijkelijke vergissing bij de indeling.
De bevorderingsexamens geschieden in de taal van de rol waarbij de examinandi zijn ingedeeld.

§ 6

De bevorderingen en de aanstellingen geschieden per kader.

[§ 7

Om ambtenaren van de andere taalrol te kunnen evalueren, moet de ambtenaar vooraf, voor een examencommissie samengesteld door de afgevaardigd bestuurder van SELOR - Selectiebureau van de Federale Overheid, het bewijs leveren van de aan de aard van de taak, met name de uitoefening van de evaluatietaak, aangepaste kennis van de tweede taal. Dit examen omvat, in die volgorde, enerzijds, een proef mondelinge expressie in de tweede taal en, anderzijds, een proef begrijpend lezen van en controle van de inhoud van een tekst, opgesteld in die tweede taal. Worden van dit examen vrijgesteld, de ambtenaren die geslaagd zijn in het examen waarvan sprake in § 5, eerste lid, in fine.
Om een managementfunctie te kunnen uitoefenen, moet de kandidaat uiterlijk zes maanden na zijn aanstelling, op straffe van een voortijdige beëindiging van zijn mandaat, het bewijs leveren van de kennis van de tweede taal, bedoeld in het vorig lid.
Met die functionele kennis van de andere taal aangepast aan de evaluatie wordt bedoeld een actieve en passieve mondelinge kennis en een passieve schriftelijke kennis van die taal. Die kennis strekt ertoe de communicatie en de samenwerking tussen het management, de evaluator en zijn medewerkers te verbeteren.
In afwijking van artikel 39, § 1, kunnen de evaluatoren en de houders van een managementfunctie in de gecentraliseerde federale overheidsdiensten beroep doen op vertalers voor het opstellen van elk document met betrekking tot de evaluatie van een ambtenaar.
Met het oog op de uitoefening van een taak die de eenheid in de rechtspraak moet verzekeren, moeten de ambtenaren bovenop het bewijs van de kennis van de tweede taal, bedoeld in het eerste lid, vooraf, voor een examencommissie samengesteld door de afgevaardigd bestuurder van SELOR - Selectiebureau van de Federale overheid, het bewijs leveren van de kennis, aangepast aan een taak, die de eenheid van de rechtspraak moet verzekeren. Dit houdt in het bewijs van de kennis van de administratieve en juridische woordenschat in die tweede taal. Hiertoe wordt door SELOR - Selectiebureau van de Federale overheid een syllabus vooraf ter beschikking gesteld. Worden van dit examen vrijgesteld, de ambtenaren die geslaagd zijn in het examen waarvan sprake in § 5, eerste lid, in fine.
De Koning bepaalt voor elke gecentraliseerde federale overheidsdienst, bij besluit vastgesteld na overleg in de Ministerraad, de functies die de eenheid in de rechtspraak verzekeren.
De voorwaarden en het programma van het examen bedoeld in het eerste en het vijfde lid, alsmede de samenstelling van de examencommissie bedoeld in het eerste en het vijfde lid worden bepaald bij een koninklijk besluit vastgesteld na overleg in de Ministerraad.
Tot de inwerkingtreding van deze paragraaf, geldt het examen bedoeld in artikel 43, § 3, derde lid als bewijs van de kennis van de tweede taal, bedoeld in het eerste en vijfde lid.]

§ 8

De Koning stelt, bij een met redenen omkleed besluit na overleg in de Ministerraad, overgangsmaatregelen vast voor de ambtenaren die in dienst zijn op datum waarop dit artikel in werking treedt. Deze overgangsmaatregelen kunnen echter niet langer duren dan vijf jaar te rekenen vanaf de datum van inwerkingtreding van § 7.
Voor de toepassing van § 4, worden, bij wijze van overgangsmaatregel, de betrekkingen van de ambtenaren die naar de gecentraliseerde federale overheidsdiensten worden overgeplaatst en [die in de klassen A3, A4 en A5 benoemd zijn], [met uitzondering van degenen die in de klasse A3 geïntegreerd zijn op de basis van een graad van rang 10,] gelijkgesteld met betrekkingen die aan de managementfunctie gelijkwaardig zijn.
De ambtenaren die overeenkomstig artikel 43, § 3, derde lid, artikel 43, § 4, eerste lid, in fine of artikel 46, § 4 het bewijs geleverd hebben van de kennis van de tweede taal, bedoeld in deze leden of die paragraaf vóór de datum waarop § 7 in werking treedt, worden vrijgesteld van de examens bedoeld in § 7, eerste en vijfde lid.
De ambtenaren van de loopbaan van de externe diensten en van de attachés voor internationale samenwerking van de federale overheidsdienst Buitenlandse Zaken die geslaagd zijn in het taalexamen georganiseerd krachtens artikel 47, § 5, tweede lid worden vrijgesteld van de examens bedoeld in § 7, eerste en vijfde lid.]