18/07/66 Taalwet bestuurszaken
Wetten van 18 juli 1966 op het gebruik van de talen in bestuurszaken
Hoofdstuk VI Bijzondere bepalingen
Artikel 48
De Koning wordt gemachtigd bijzondere maatregelen te treffen om de toepassing van deze gecoördineerde wetten op de bedrijven voor internationaal luchtverkeer te regelen met inachtneming van de omstandigheden die eigen zijn aan hun exploitatie.
[De Koning kan, bij een in Ministerraad overlegd besluit, bijzondere maatregelen nemen met het oog op de regeling van de toepassing van deze gecoördineerde wetten op [skeyes] en op B.I.A.C., rekening houdend met de exploitatievoorwaarden die hun eigen zijn.]
Artikel 49
De voorzitters van de stembureaus, die niet bij machte zijn de kiezers te woord te staan of voor te lichten in de talen die deze gecoördineerde wetten voorschrijven te gebruiken in de betrekkingen van de plaatselijke diensten met de particulieren, wijzen een secretaris aan die hen daarin kan bijstaan.
Artikel 50
De aanstelling, uit welken hoofde ook, van private medewerkers, opdrachthouders of deskundigen ontslaat de diensten niet van de toepassing van deze gecoördineerde wetten.
Artikel 51
Na advies van de Vaste Commissie voor Taaltoezicht, organiseert de Koning, in overleg met de academische overheid en in de lokalen van de tweetalige universiteit die gevestigd is in een gemeente zonder speciale regeling, een dienst die ermee belast wordt in hun taal het personeel, de leerlingen en professoren zomede de leden van hun familie die met hen samenwonen bij te staan en hun, zonder onkosten en zonder dat de belanghebbenden er de noodzaak moeten van bewijzen, de voor echt verklaarde vertaling uit te reiken van alle akten, getuigschriften, mededelingen en formulieren. De vertaling van de akten en getuigschriften heeft waarde van uitgifte of van gelijkluidend afschrift.
Lid 1 is toepasselijk op de instellingen van internationale aard, met dien verstande dat het advies van de Vaste Commissie voor Taaltoezicht eensluidend moet zijn.
Artikel 52
§ 1
Voor de akten en bescheiden, die voorgeschreven zijn bij de wetten en reglementen en voor die welke bestemd zijn voor hun personeel, gebruiken de private nijverheids-, handels- en financiebedrijven de taal van het gebied waar hun exploitatiezetel of onderscheiden exploitatiezetels gevestigd zijn.
In Brussel-Hoofdstad stellen de bedrijven die bescheiden in het Nederlands wanneer zij bestemd zijn voor het nederlandssprekend personeel en in het Frans wanneer zij bestemd zijn voor het franssprekend personeel.
§ 2
Onverminderd de hun bij § 1 opgelegde verplichtingen, mogen dezelfde bedrijven bij de berichten, mededelingen, akten, getuigschriften, en formulieren bestemd voor het personeel een vertaling voegen in een of meer talen, zo de samenstelling van dat personeel zulks rechtvaardigt.
Artikel 53
De Vaste Wervingssecretaris alleen is bevoegd om bewijzen omtrent de bij de wet van 2 augustus 1963 vereiste taalkennis uit te reiken.
Binnen een termijn van twee jaar, te rekenen van 1 september 1963 af, bepaalt de Koning de voorwaarden waaronder die bewijzen, in plaats van de bij de wet bepaalde examens, mogen gevergd worden voor de werving van de ambtenaren die een bijzondere taalkennis moeten bezitten.
Bovenbedoelde termijn wordt verlengd tot vijf jaar wanneer het gaat om het begeven, bij wijze van bevordering, van betrekkingen waarvoor een bijzondere taalkennis vereist is.
Met betrekking tot de gemeenten echter blijft voor het personeel, van de rang van onderbureauchef en daarmede gelijkgestelde rangen af, dat op 1 juli 1963 in dienst was, de huidige regeling gelden die op het stuk van taalexamens is bepaald voor de bevorderingen. In de examencommissies die deze examens organiseren treedt een vertegenwoordiger van de Vaste Wervingssecretaris als voorzitter op, met medebeslissende stem.
[Voor de plaatselijke diensten in het Duitse taalgebied, bepaalt de Koning bij een besluit vastgesteld na overleg in de Ministerraad, de nadere regels voor de erkenning van de gelijkwaardigheid tussen de door Selor uitgereikte certificaten en deze uitgereikt in de andere lidstaten van de Europese Economische Ruimte en de Zwitserse Bondsstaat.]
Artikel 53
§ 1
De getuigschriften die het bewijs leveren van het niveau van de taalkennis dat vereist wordt door deze wetten, worden uitgereikt door SELOR – Selectiebureau van de federale overheid.
Ter aanvulling van het eerste lid kan de Regering van de Franse Gemeenschap andere bevoegde instanties bepalen om getuigschriften uit te reiken die het bewijs leveren van het niveau van de taalkennis dat vereist wordt door deze wetten, alsook de voorwaarden waaraan de bewijzen van deze taalkennis moeten voldoen.
§ 2
De Regering van de Franse Gemeenschap bepaalt de voorwaarden en de nadere regels voor de erkenning van de getuigschriften van de taalkennis die uitgereikt worden door andere instanties, zoals bedoeld in § 1.
§ 3
De gelijkwaardigheid wordt verleend door de Regering van de Franse Gemeenschap op advies van een Deskundigencommissie.
De Regering bepaalt het statuut van deze Deskundigencommissie en de manier waarop haar leden aangewezen moeten worden. Haar werkingswijze wordt bepaald in het huishoudelijk reglement dat de Deskundigencommissie zal aannemen.
§ 4
Voor de toepassing van de vorige paragrafen is het niveau van de taalkennis afhankelijk van de aard van het uitgeoefende ambt.
Artikel 53
[De Vlaamse Regering bepaalt:
- 1°
- welke instanties bevoegd zijn om de bewijzen van taalkennis, vereist door deze gecoördineerde wetten, uit te reiken, en de voorwaarden waaraan die bewijzen moeten voldoen;
- 2°
- de voorwaarden voor de erkenning van bewijzen van taalkennis, uitgereikt door andere instanties.
Het niveau van de taalkennis dat moet worden bewezen, is afhankelijk van de aard van de uitgeoefende functie.]
Artikel 53bis
De bevoegde overheid, in overleg met SELOR - Selectiebureau van de federale overheid, organiseert de aangepaste opleiding die nodig is met het oog op het behalen van het bewijs van de in deze gecoördineerde wetten voorziene taalkennisvereisten. Het personeelslid dat zich inschrijft voor een taalexamen, mag de opleiding, aangepast aan dit examen, volgen. Periodes van afwezigheid, gerechtvaardigd door deelname aan deze opleidingsactiviteiten, worden gelijkgesteld met dienstactiviteit.]
Artikel 53bis
De bevoegde overheid organiseert de aangepaste opleiding die nodig is voor het behalen van het bewijs van de vereiste taalvaardigheden, zoals voorzien in deze gecoördineerde wetten. Het personeelslid dat zich inschrijft voor een taalexamen, kan de opleiding, aangepast aan dit examen, volgen. Periodes van afwezigheid, gerechtvaardigd door deelname aan deze opleidingen, worden gelijkgesteld met een dienstactiviteit. Wanneer het taalexamen door SELOR-Selectiebureau van de federale overheid georganiseerd wordt, organiseert de bevoegde overheid de opleiding in overleg met SELOR- Selectiebureau van de federale overheid.
Artikel 53bis
De bevoegde overheid [...] organiseert de aangepaste opleiding die nodig is met het oog op het behalen van het bewijs van de in deze gecoördineerde wetten voorziene taalkennisvereisten. Het personeelslid dat zich inschrijft voor een taalexamen, mag de opleiding, aangepast aan dit examen, volgen. Periodes van afwezigheid, gerechtvaardigd door deelname aan deze opleidingsactiviteiten, worden gelijkgesteld met dienstactiviteit.]
Artikel 54
De maatregelen tot uitvoering van deze gecoördineerde wetten moeten niet onderworpen worden aan de adviezen die voorgeschreven zijn door de syndicale statuten.
Wanneer die maatregelen rechtstreeks betrekking hebben op de rechtspositie van het personeel, worden de erkende syndicale organisaties nochtans geraadpleegd.
De niet naleving van andere voorafgaande formaliteiten, die in verband met de rechtspositie van het personeel voorgeschreven zijn door wetten en verordeningen, heeft geen invloed op de geldigheid van de maatregelen die ter uitvoering van deze gecoördineerde wetten getroffen worden.
Artikel 55
In afwijking van de artikelen 14, 20 en 42 worden de diploma's en studiegetuigschriften, steeds gesteld in de voertaal van het onderwijs.
Artikel 56
[§ 1]
De koninklijke en ministeriële besluiten worden gesteld in het Nederlands en in het Frans.
Zij mogen echter eentalig zijn wanneer zij uitsluitend betrekking hebben hetzij op het Nederlandse of op het Franse taalgebied, hetzij op een van de taalkaders of rollen van de diensten bedoeld in de artikelen 39 tot 47.
De tweetalige koninklijke en ministeriële besluiten worden eerst gesteld in de taal voorgeschreven bij artikel 39 en daarna vertaald.
De tweetalige koninklijke en ministeriële besluiten worden integraal in het Belgisch Staatsblad bekendgemaakt, de Nederlandse tekst tegenover de Franse, binnen één maand van hun dagtekening. Nochtans wanneer zij geen belang hebben voor de meerderheid van de burgers, mogen zij bij uittreksel bekendgemaakt worden of het voorwerp zijn van een gewone vermelding in het Belgisch Staatsblad; wanneer hun bekendmaking geen openbaar nut heeft, mag daarvan afgezien worden.
De koninklijke en ministeriële besluiten die in één taal gesteld zijn mogen enkel het voorwerp zijn van een gewone vermelding in de twee talen in het Belgisch Staatsblad; indien zulke vermelding geen openbaar nut heeft, mag daarvan afgezien worden.
[...]
[§ 2
[Iedere minister zorgt in zijn bevoegdheidsfeer voor de Duitse vertaling van koninklijke en ministeriële besluiten. Hij stelt daartoe om de drie maanden na advies van de Regering van de Duitstalige Gemeenschap de lijst vast van de besluiten die in het Duits moeten worden vertaald, afhankelijk van het belang dat zij hebben voor de inwoners van het Duitse taalgebied en met voorrang voor de voornaamste teksten, alsook voor het tot stand brengen van officieuze coördinaties in het Duits. Hij kan zich daarin laten bijstaan door de Centrake Dienst voor Duitse vertaling. Bij het verrichten van dat vertaalwerk neemt de bevoegde minister de terminologische regels in acht die zijn vastgesteld voor het Duits.
De Duitse vertaling van de koninklijke en ministeriële besluiten afkomstig van de federale overheid wordt in het Belgisch Staatsblad bekendgemaakt binnen een redelijke termijn na de bekendmaking ervan in het Nederlands en in het Frans.]]
[§ 3
De wetten en verordeningen kunnen bovendien een andere wijze van bekendmaking van de koninklijke en ministeriële besluiten, alsook van de in § 2 bedoelde vertalingen voorschrijven.]