De Regeringen van de Bondsrepubliek Duitsland, de Republiek Oostenrijk, het Koninkrijk België, het Koninkrijk Denemarken, Spanje, de Franse Republiek, de Italiaanse Republiek, het Groothertogdom Luxemburg, het Koninkrijk Noorwegen, het Koninkrijk der Nederlanden, het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland, het Koninkrijk Zweden en de Zwitserse Bondsstaat, die het Verdrag van 31 januari 1963 tot aanvulling van het Verdrag van Parijs van 29 juli 1960 inzake wettelijke aansprakelijkheid op het gebied van de kernenergie hebben ondertekend,
Overwegende dat sommige bepalingen van het Verdrag van 29 juli 1960 inzake wettelijke aansprakelijkheid op het gebied van de kernenergie, gesloten te Parijs in het kader van de Organisatie voor Europese Economische Samenwerking, thans Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling, gewijzigd zijn door het te Parijs op 28 januari 1964 gesloten Aanvullend Protocol, dat zij hebben ondertekend,
Overwegende dat de in het Verdrag van Parijs van 29 juli 1960 door genoemd Aanvullend Protocol aangebrachte wijzigingen sommige aanpassingen van het Verdrag van 31 januari 1963 tot aanvulling van het Verdrag van Parijs noodzakelijk maken.
(...)
a)
De bepalingen van dit Aanvullend Protocol maken een integrerend deel uit van het Verdrag van 31 januari 1963 tot aanvulling van het Verdrag van Parijs van 29 juli 1960 inzake wettelijke aansprakelijkheid op het gebied van de kernenergie.
b)
Dit Aanvullend Protocol zal worden bekrachtigd of bevestigd. De akten van bekrachtiging van dit Aanvullend Protocol worden nedergelegd bij de Belgische Regering; eventueel zal haar de bevestiging van dit Aanvullend Protocol ter kennis worden gebracht.
c)
De Regeringen die dit Aanvullend Protocol hebben ondertekend, verbinden zich ertoe, het, tegelijk met de bekrachtiging van het Verdrag van 31 januari 1963 te bekrachtigen of te bevestigen. Een Staat kan niet tot het Verdrag toetreden indien hij niet tevens toetreedt tot het Aanvullend Protocol.
d)
De Belgische Regering zal aan alle ondertekenaars, alsmede aan de Regeringen die tot het Verdrag van 31 januari 1963 zijn toegetreden, mededeling doen van de ontvangst der akten van bekrachtiging en van de kennisgeving der bevestigingen.
e)
Voor de berekening van het in artikel 20 sub e) van het Verdrag van 31 januari 1963 genoemde aantal akten van bekrachtiging, vereist voor de inwerkingtreding van het Verdrag, zal slechts rekening worden gehouden met de ondertekenaars die dit Verdrag hebben bekrachtigd en dit Aanvullend Protocol hebben bekrachtigd of bevestigd.
Ten blijke waarvan de daartoe behoorlijk gemachtigde gevolmachtigden dit Protocol hebben ondertekend.
Gedaan te Parijs, op 28 januari 1964, in de Nederlandse, Duitse, Engelse, Franse, Italiaanse en Spaanse taal, zijnde de zes teksten gelijkelijk authentiek, in één enkel exemplaar, dat zal worden nedergelegd bij de Belgische Regering, die gewaarmerkte afschriften daarvan zal doen toekomen aan alle overige ondertekenende en toetredende Regeringen.