26/01/61 Samenwerking IAO - Euratom
Overeenkomst van 26 januari 1961 betreffende de samenwerking tussen de Internationale Arbeidsorganisatie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie
Aangezien de Organisatie tot taak heeft op sociaal gebied en op het gebied van de arbeid het aannemen van normen te bevorderen, welke zijn gebaseerd op de beginselen, vervat in de Constitutie van de Organisatie en de Verklaring van Philadelphia en zij, bij de onderlinge samenwerking met de Verenigde Naties ter handhaving van de vrede en de internationale veiligheid, buiten elk politiek geschil blijft tussen de naties of groepen naties en ter beschikking staat van alle aangesloten naties om met hen samen te werken, hetzij afzonderlijk, hetzij door bemiddeling van de regionale organisaties waarvan zij lid zijn, in het kader van de uitvoering van de taken welke aan de oprichting van de Organisatie ten grondslag liggen;
Aangezien de Gemeenschap tot taak heeft door het scheppen van de voorwaarden noodzakelijk voor de totstandkoming en de snelle groei van de industrie op het gebied van de kernenergie, bij te dragen tot de verhoging van de levensstandaard in de Lid-Staten en de ontwikkeling van de betrekkingen met andere landen;
Aangezien de Gemeenschap uniforme veiligheidsnormen heeft vastgesteld voor de bescherming van de gezondheid van de bevolking en de werknemers en toeziet op de naleving hiervan;
Aangezien de Organisatie uniforme veiligheidsnormen heeft vastgesteld voor de bescherming van de gezondheid van de werknemers, met name voor de bescherming tegen straling, en toeziet op de naleving hiervan;
Geleid door de wens onderling een bevredigende grondslag voor samenwerking te scheppen teneinde bij te dragen tot de economische expansie, de ontwikkeling van de energiebronnen, alsmede tot de verbetering van de levens – en arbeidsvoorwaarden van de bevolking en de werknemers;
Erkennende dat een dergelijke samenwerking zich dient te ontwikkelen in het licht van de feiten en de praktische activiteit;
(...)
Artikel I
Tussen de Organisatie en de Gemeenschap zullen, elke keer dat hiertoe aanleiding bestaat, besprekingen plaatsvinden over vraagstukken van gemeenschappelijk belang, teneinde hun doelstellingen op sociaal gebied, met name op het gebied van arbeid en hygiëne te verwezenlijken en alle werkzaamheden welke tot onnodig dubbel werk leiden, te vermijden; deze besprekingen hebben in het bijzonder betrekking op vraagstukken betreffende de bescherming van de bevolking en de werknemers tegen de gevaren welke voortvloeien uit ioniserende straling.
Artikel II
De Organisatie kan een vertegenwoordiger van de Gemeenschap uitnodigen om met haar of met haar bevoegde diensten van gedachten te wisselen, alsmede om als waarnemer de vergaderingen bij te wonen welke zij organiseert ter behandeling van het vraagstuk van de bescherming van de werknemers tegen de gevaren welke voortvloeien uit ioniserende straling.
De Commissie kan een vertegenwoordiger van de Organisatie uitnodigen om met haar of met haar bevoegde organen van gedachten te wisselen, alsmede om als waarnemer de vergaderingen bij te wonen welke zij organiseert ter behandeling van het vraagstuk van de bescherming van de werknemers tegen de gevaren welke voortvloeien uit ioniserende straling.
Artikel III
De Organisatie en de Gemeenschap stellen gemeenschappelijke pogingen in het werk teneinde een zo goed mogelijk gebruik te maken van hun inlichtingen van wetgevende en statistische aard, en een zo doeltreffend mogelijke aanwending te verzekeren van de bronnen welke hun ten dienste staan voor het verzamelen, analyseren, publiceren en verspreiden van dergelijke inlichtingen, waardoor de taak van de regering of van de organisaties die deze inlichtingen verschaffen wordt verlicht, onder voorbehoud van de eventueel noodzakelijke afspraken betreffende de inachtneming van het vertrouwelijk karakter van bepaalde inlichtingen.
De Organisatie en de Gemeenschap erkennen dat het somtijds noodzakelijk zal zijn bepaalde restricties op te leggen aan de uitvoering van de bepalingen van het vorige lid, teneinde het vertrouwelijk karakter van de mededelingen welke hun zullen worden gedaan, te waarborgen. Zij komen derhalve overeen dat geen enkele bepaling van deze overeenkomst zodanig zal worden geïnterpreteerd, dat voor een van hen de verplichting ontstaat inlichtingen te verstrekken waarvan de verspreiding, naar het oordeel van de contracterende Partij die over deze inlichtingen beschikt, het vertrouwen van een van haar leden of van een ieder die genoemde inlichtingen zou hebben verstrekt, zou beschamen of de goede uitvoering van haar werkzaamheden in gevaar zou brengen.
Artikel IV
De Organisatie en de Gemeenschap kunnen, elke keer dat zij zulks voor het verrichten van hun werkzaamheden wenselijk achten, elkaar raadplegen over vraagstukken van technische aard welke onder hun competentie vallen, met name over de bescherming van de werknemers tegen de gevaren welke voortvloeien uit ioniserende straling.
De Organisatie en de Gemeenschap beijveren zich, voor zover mogelijk, op dit gebied elkaar wederzijds elke noodzakelijke technische bijstand te verlenen volgens een voor elk afzonderlijk geval overeen te komen procedure.
Indien de inwilliging van een verzoek om advies tot aanzienlijke kosten leidt voor de adviserende Partij, zullen de modaliteiten voor het verrichten van deze uitgaven in elk geval afzonderlijk in een voorafgaand akkoord worden geregeld.
Artikel V
De Organisatie en de Gemeenschap nemen alle dienstige maatregelen van administratieve aard teneinde de doeltreffende tenuitvoerlegging van de bepalingen van deze overeenkomst te verzekeren.
Artikel VI
De Organisatie en de Gemeenschap onderwerpen van tijd tot tijd, door bemiddeling van hun respectieve vertegenwoordigers, de vorderingen van de effectieve samenwerking tussen de Organisatie en de Gemeenschap aan een onderzoek. Zij bestuderen de aanvullende bepalingen welke in het licht van de toepassing van deze overeenkomst noodzakelijk zullen blijken te zijn, alsmede de wijzigingen die naargelang van de omstandigheden en de praktische doelstellingen van de Organisatie en de Gemeenschap moeten worden aangebracht.
Artikel VII
Deze overeenkomst treedt in werking zodra de Directeur-Generaal van het Internationale Arbeidsbureau en de Voorzitter van de Commissie elkaar wederzijds de goedkeuring van de overeenkomst door de Gemeenschap en door de Raad van Beheer van het Internationale Arbeidsbureau zullen hebben medegedeeld.
Ten blijke waarvan de Directeur-Generaal van het Internationale Arbeidsbureau, behoorlijk gemachtigd door de Raad van Beheer van het Internationale Arbeidsbureau, en een lid van de Commissie, behoorlijk door deze gemachtigd, deze overeenkomst hebben ondertekend in de Franse taal.
Met het oog op de respectieve behoeften van de contracterende partijen, zal de Organisatie harerzijds zorg dragen voor een officiële vertaling van deze overeenkomst in de Engelse taal en de Gemeenschap voor de officiële vertalingen in de Duitse, Italiaanse en Nederlandse taal.