Meer info
 

R 3/58/Euratom - Toepassing art. 24 Euratom-Verdrag
Verordening 3 van 31 juli 1958 ter toepassing van artikel 24 van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie

Hoofdstuk III Rubricering en derubricering van GKE

Artikel 9 Beginsel

De rubriceringsgraden worden slechts toegepast voor zover zulks strikt noodzakelijk is.

Artikel 10 Rubriceringsgraden

GKE wordt naar gelang van de graad van geheimhouding ingedeeld als:
1)
Eura – Zeer geheim: GKE waarvan ongeoorloofde mededeling buitengewoon ernstige gevolgen zou hebben voor de defensiebelangen van een of meer Lid-Staten;
2)
Eura – geheim: GKE waarvan ongeoorloofde mededeling ernstige gevolgen zou hebben voor de defensiebelangen van een of meer Lid-Staten;
3)
Eura – Vertrouwelijk: GKE waarvan ongeoorloofde openbaarmaking de defensiebelangen van een of meer Lid-Staten zou schaden;
4)
Eura – Dienstgeheim: GKE waarvan ongeoorloofde mededeling de defensiebelangen van een of meer Lid-Staten zou raken, maar die nochtans in mindere mate beveiligd behoeft te worden dan de als Eura – Vertrouwelijk ingedeelde documenten.

Artikel 11 Organen tot rubricering bevoegd

1)
De Commissie rubriceert de kennis bedoeld in artikel 24 van het Verdrag:
a)
eerst voorlopig, als zij van mening is dat de openbaarmaking ervan de defensiebelangen van een of meer Lid-Staten zou kunnen schaden;
b)
vervolgens definitief zodra de Lid-Staten hebben doen weten welke rubriceringsgraad zij toegepast wensen te zien. De strengste van de aldus gevraagde rubriceringsgraden wordt toegepast. De Commissie geeft hiervan kennis aan de Lid-Staten.
In overleg met de bevoegde organen der Lid-Staten stelt de Commissie een niet-limitatieve lijst op van de categorieën van kennis waarop een rubriceringsgraad moet worden toegepast, en herziet zij deze lijst op gezette tijden.
2)
Wat de aanvragen om octrooi of om gebruiksmodel bedoeld in artikel 25 van het Verdrag betreft, doet de Commissie zowel aan de bevoegde Instellingen en organen van de Gemeenschap als aan de andere Lid-Staten mededeling van de rubriceringsgraad, die door de Staat van oorsprong wordt verlangd.

Artikel 12 Rubricering van documenten

1)
De rubriceringsgraad die moet worden toegepast op een document dat betrekking heeft op een bepaalde GKE, wordt niet bepaald door de graad die op die GKE wordt toegepast, maar uitsluitend door de inhoud van het betreffende document.
Om schending van het geheim van documenten welke betrekking hebben op GKE van rubriceringsgraden Eura – Geheim en Eura – Zeer geheim te vermijden, moeten de verwijzingen naar deze documenten tot het minimum worden beperkt, opdat noch hun inhoud noch de rubriceringsgraad waaraan zij onderworpen zijn, bekend wordt.
Aan de rubriceringsgraad die op een document van toepassing is, zijn eveneens onderworpen:
a)
de kopieën van dit document;
b)
de documenten betreffende onderzoekingen of produkties welke op grond van dit document hebben plaatsgevonden.
2)
Indien een document dat betrekking heeft op GKE uit verscheidene delen bestaat, bepaalt het deel waarvoor de strengste rubriceringsgraad is vereist, de rubriceringsgraad voor het geheel.

Artikel 13 Wijzigingen in de rubriceringsgraad en opheffing van de geheimhouding

De rubriceringsgraad die op GKE wordt toegepast, kan worden gewijzigd of opgeheven overeenkomstig artikel 24, lid 2, alinea 5 en artikel 25, lid 3, van het Verdrag.