Meer info
 

R 3/58/Euratom - Toepassing art. 24 Euratom-Verdrag
Verordening 3 van 31 juli 1958 ter toepassing van artikel 24 van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie

Artikel 15 Machtiging

1)
Behoudens wanneer de Raad een uitzondering heeft gemaakt, wordt machtiging slechts verleend aan personen wier betrouwbaarheid overeenkomstig artikel 16 is onderzocht en die overeenkomstig artikel 17 het nodige onderricht hebben ontvangen.
2)
De machtiging wordt schriftelijk gegeven. Dit document mag de gemachtigde niet onder zich hebben.
3)
De beveiligingsambtenaren bedoeld in artikel 8 moeten met inachtneming van dezelfde bepalingen worden gemachtigd.
4)
Tot het verlenen van machtiging zijn bevoegd:
a)
voor de leden van de instellingen, de leden van de comités, de ambtenaren en andere personeelsleden van de Gemeenschap waaronder begrepen allen die voor de Gemeenschap optreden, het beveiligingsbureau;
b)
in alle andere gevallen de Lid-Staat, die ingevolge artikel 16, lid 2, eerste alinea, voor het betrouwbaarheidsonderzoek verantwoordelijk is.
De machtigingen verleend door het beveiligingsbureau of door een Lid-Staat worden door alle organen van de Gemeenschap en door alle Lid-Staten erkend.
5)
Het beveiligingsbureau en de staatsorganen bedoeld in artikel 7 houden, elk wat hen zelf betreft, een lijst bij van de personen die gemachtigd zijn toegang te hebben tot GKE met de rubriceringsgraden Eura – Zeer geheim en Eura – Geheim.