Meer info
 

20/12/57 Oprichting Eurochemic
Verdrag van 20 december 1957 nopens de oprichting van de europese maatschappij voor de chemische bewerking van bestraalde reactorbrandstof ?Eurochemic?, en statuten

Deel 2

Artikel 11

a.
De Maatschappij brengt ieder jaar ten aanzien van haar ontwikkeling en financiële positie verslag uit aan de Regeringen van de deelnemende landen,
b.
De rapporten van de Maatschappij worden voorgelegd aan een Speciale Groep van de Bestuurscommissie van het Europese Agentschap voor kernenergie (hierna te noemen de “Speciale Groep”), samengesteld uit vertegenwoordigers van de Regeringen van de deelnemende landen.

Artikel 12

a.
De Speciale groep schenkt aandacht aan ieder probleem dat kan voortvloeien uit de werkzaamheden van de Maatschappij en dat van gemeenschappelijk belang is voor de Regeringen welke partij zijn bij dit Verdrag, en stelt de maatregelen voor, die in dat verband noodzakelijk worden bevonden.
b.
Indien later blijkt dat de wettelijke bepalingen welke van toepassing zijn in de Staat waar het hoofdkantoor is gevestigd of in een ander deelnemend land aanleiding kunnen geven tot moeilijkheden bij de door de Maatschappij ingevolge haar doelstellingen uitgevoerde werkzaamheden, stelt de Speciale Groep maatregelen voor tot oplossing van die moeilijkheden in de geest van dit Verdrag.
c.
De door de Speciale Groep krachtens dit artikel geformuleerde voorstellen worden met eenvoudige meerderheid van stemmen aangenomen.

Artikel 13

a.
Iedere commissaris of aandeelhouder van de Maatschappij kan aan de Speciale Groep moeilijkheden voorleggen die ontstaan in verband met
i)
de bewerking van reactorbrandstof afkomstig uit de deelnemende landen of de toewijzing van teruggewonnen producten;
ii)
het gebruik van de bronnen van de Maatschappij voor de ontwikkeling van het onderzoek;
iii)
de mededeling van de resultaten van het onderzoek.
b.
Wanneer een dergelijke aanvraag tot de Speciale Groep wordt gericht neemt zij een beslissing met een meerderheid van driekwart van haar leden, welke beslissing voor de Maatschappij bindend zal zijn.

Artikel 14

a.
De goedkeuring van de Speciale Groep is vereist voor wijzigingen in de Statuten betreffende
het hoofdkantoor van de Maatschappij (artikel 2);
haar doelstellingen (artikel 3);
de voorwaarden voor toelating van nieuwe aandeelhouders (artikel 8);
de aanvaarding van beslissingen van de Algemene Vergadering (artikel 15);
de samenstelling van de Raad van Commissarissen (artikel 18);
de aanvaarding van beslissingen van de Raad van Commissarissen (artikel 23);
kennis en octrooien (artikel 26);
de beginperiode (artikel 27).
b.
De goedkeuring van de Speciale Groep is vereist voor beslissingen van de Maatschappij betreffende
i)
de verlenging van de voor de duur van de Maatschappij vastgestelde periode;
ii)
het sluiten van contracten met betrekking tot de bewerking van reactorbrandstof afkomstig uit niet-deelnemende landen of met betrekking tot de levering van splijtstof aan zodanige landen;
iii)
de bouw door de Maatschappij van nieuwe fabrieken en het vaststellen van de plaats daarvoor, alsmede iedere uitbreiding van bestaande fabrieken welke leidt tot een nieuwe fabriek van grote omvang.
c.
In het geval van de overdracht van aandelen of van het intekenrecht aan een persoon die niet dezelfde nationaliteit heeft als de overdragende persoon is de keuze van de persoon aan wie de overdracht plaats vindt, onderworpen aan de goedkeuring van de Speciale Groep. De Speciale Groep is echter niet bevoegd de overdracht van aandelen te verhinderen door een Regering die mededeling heeft gedaan van haar voornemen dit Verdrag op te zeggen krachtens artikel 18 (a), of door de aandeelhouders die onderdaan zijn van een dergelijke Regering aan Regeringen die partij zijn bij dit Verdrag of hun onderdanen.
d.
De door de Speciale Groep krachtens dit artikel genomen beslissingen dienen met eenparigheid van stemmen van haar leden te worden aangenomen.

Artikel 15

a.
De goedkeuring van de Speciale Groep is eveneens vereist voor
i)
wijzigingen in de bepalingen van de statuten andere dan de wijzigingen bedoeld in artikel 14;
ii)
iedere kapitaalsverhoging of -vermindering die een wijziging in de verdeling van het kapitaal onder de aandeelhouders tot gevolg zou hebben,
b.
De door de Speciale Groep krachtens dit artikel genomen beslissingen dienen met een meerderheid van driekwart van haar leden te worden aangenomen.

Artikel 16

Ieder geschil dat ontstaat tussen Regeringen die partij zijn bij dit Verdrag ten aanzien van de uitlegging of toepassing van dit Verdrag wordt door de Speciale Groep onderzocht en kan, bij gebreke van een minnelijke schikking, in overeenstemming tussen de betrokken Regeringen worden voorgelegd aan het Tribunaal, ingesteld bij het Verdrag van 20 december 1957 inzake de Instelling van een Veiligheidscontrole op het gebied van de Kernenergie.

Artikel 17

a.
Dit Verdrag wordt aangegaan voor een periode van vijftien jaar. Het wordt steeds automatisch voor een periode van vijfjaar verlengd als aan het einde van de voorgaande periode de Maatschappij nog bestaat.
b.
Het van kracht blijven van alle of een deel van de bepalingen van artikel 7 en van de leden (a) en (b) van artikel 8 van dit Verdrag na het verstrijken van de eerste periode van vijfjaar is echter onderworpen aan een met eenparigheid van stemmen van haar leden aanvaarde beslissing van de Speciale Groep, waarbij de duur van een zodanige periode zal worden vastgesteld.
c.
Dit Verdrag zal ophouden van kracht te zijn na het verstrijken van de periode van liquidatie van de Maatschappij.

Artikel 18

a.
Een Regering die partij is bij dit Verdrag en die niet of niet langer aandeelhouder is en geen onderdaan heeft die aandeelhouder is of blijft van de Maatschappij, kan, voor zover haar betreft, na een periode van vijftien jaar, de toepassing van dit Verdrag beëindigen door middel van een mededeling aan de Secretaris-generaal van de Organisatie voor Europese Economische Samenwerking met inachtneming van een opzeggingstermijn van drie maanden.
b.
Indien dit land echter de Staat is waar het hoofdkantoor is gevestigd, of een land waarin enige installatie van de Maatschappij is gelegen, wordt dit Verdrag voor zover dat land betreft niet beëindigd alvorens het hoofdkantoor of de installatie van de Maatschappij naar een ander land zal zijn overgebracht.

Artikel 19

a.
De Regering van ieder land dat lid of geassocieerd lid is van de Organisatie voor Europese Economische Samenwerking en dat niet behoort tot de ondertekenende Regeringen van dit Verdrag kan ertoe toetreden, mits zij partij wordt bij het Verdrag van 20 december 1957 inzake de Instelling van een Veiligheidscontrole op het gebied van de Kernenergie, door middel van een aan de Secretaris-generaal van de Organisatie gerichte mededeling.
b.
De regering van ieder ander land, die niet behoort tot de ondertekenende Regeringen van dit Verdrag, kan ertoe toetreden, mits zij partij wordt bij het Verdrag van 20 december 1957 inzake de Instelling van een Veiligheidscontrole op het gebied van de Kernenergie, door middel van een aan de Secretaris-generaal van de Organisatie gerichte mededeling en met de eenparige goedkeuring van de Speciale Groep. Een dergelijke toetreding wordt van kracht met ingang van de datum van zodanige goedkeuring.

Artikel 20

a.
Dit Verdrag dient te worden bekrachtigd. De akten van bekrachtiging worden nedergelegd bij de Secretaris-generaal van de Organisatie voor Europese Economische Samenwerking.
b.
Dit Verdrag treedt in werking wanneer het bekrachtigd is door de Regering van de Staat waar het hoofdkantoor is gevestigd en wanneer dat deel van het maatschappelijk kapitaal, dat krachtens artikel 4 van de Statuten is toegewezen aan de Regeringen die hun akten van bekrachtiging hebben nedergelegd of aan onderdanen van die Regeringen, 80 procent van het kapitaal van de Maatschappij bedraagt.
c.
Voor iedere ondertekenende Regering die het Verdrag op een later tijdstip bekrachtigt, treedt het in werking op het ogenblik van nederlegging van haar akte van bekrachtiging.

Artikel 21

De Secretaris-generaal van de Organisatie voor Europese Economische Samenwerking doet alle Regeringen, die partij zijn bij dit Verdrag, en de Maatschappij mededeling van de ontvangst van iedere akte van bekrachtiging of toetreding, of van iedere mededeling van opzegging. Hij doet hun eveneens mededeling van de datum waarop dit Verdrag in werking treedt.
Ten blijke waarvan de behoorlijk gemachtigde ondergetekende gevolmachtigden dit Verdrag hebben ondertekend.