Meer info
 

15/03/06 SCK
Statuten van 15 maart 2006 van de Stichting van openbaar nut ?Studiecentrum voor Kernenergie?

Titel III Bestuur en controle

Hoofdstuk I Raad van Bestuur

Artikel 5

Het Centrum wordt bestuurd door een Raad van Bestuur, samengesteld uit een voorzitter, twee vice-voorzitters en maximum tien andere leden.

Artikel 6

De mandaten van de voorzitter, vice-voorzitters en bestuurders nemen een einde bij overlijden, ontslagneming, burgerlijke onbekwaamheid en door het verstrijken van de termijn, waarvoor bedoelde mandaten werden verleend.
Onverminderd het bepaalde in artikel 43 van de wet van 27 juni 1921, kunnen de bestuurders om wettige redenen afgezet worden door toedoen van de minister die bevoegd is voor het toezicht op het Centrum, op een met redenen omkleed voorstel van de Raad van Bestuur. Bij de beraadslaging over een voorstel tot afzetting zal de betrokken bestuurder niet aanwezig of vertegenwoordigd zijn maar heeft wel de mogelijkheid om gehoord te worden..

Artikel 7

De leden van de Raad van Bestuur worden voor een zesjarige termijn met hun mandaat bekleed.
Door toedoen van de minister die bevoegd is voor het toezicht op het Centrum, op advies van de ministerraad, wordt in elke vacature voorzien. Indien in de loop van een mandaat een zetel openvalt, voleindigt het nieuwe lid het mandaat van het lid dat hij vervangt.
Wanneer de vastgestelde termijn verlopen is, blijven de voorzitter, de vice-voorzitters en de leden van de Raad van Bestuur hun mandaat verder uitoefenen tot de nieuwe leden zijn aangeduid.
De mandaten van voorzitter, vice-voorzitter en bestuurder zijn hernieuwbaar.

Artikel 8

De Raad van Bestuur is bevoegd om alle handelingen te verrichten die nodig of dienstig zijn tot verwezenlijking van de doelstellingen van het Centrum.
De Raad van Bestuur bepaalt, bij algemene beslissing, het organiek personeelskader, de loonschalen, de graden en de hiërarchie van de functies. Behoudens andersluidende en gemotiveerde beslissing van de Raad van Bestuur, wordt voor elke benoeming in een functie een oproep tot kandidaturen gedaan.

Artikel 9

De Raad van Bestuur vergadert op bijeenroeping door de voorzitter, op verzoek van ten minste drie leden, of op uitdrukkelijk verzoek van een regeringscommissaris.

Artikel 10

De Raad van Bestuur beraadslaagt geldig wanneer de meerderheid van de leden aanwezig is of vertegenwoordigd is. Wanneer de Raad van Bestuur het quorum om te beraadslagen niet bereikt, is de voorzitter bevoegd de beraadslagingen tot een bijzonder bijeengeroepen vergadering uit te stellen; tijdens deze vergadering kan de Raad van Bestuur geldig beraadslagen welk ook het aantal aanwezige of vertegenwoordigde leden is, onder voorbehoud van de bepalingen van artikel 23 van de statuten.
De beslissingen van de Raad van Bestuur worden bij eenvoudige meerderheid der aanwezige of vertegenwoordigde leden genomen. Bij staking der stemmen is de stem van de voorzitter van de vergadering beslissend.
Elk lid kan zich door een ander lid laten vertegenwoordigen; eenzelfde lid mag nochtans slechts houder zijn van één enkele volmacht. De Raad van Bestuur bepaalt het model van de volmacht.
In uitzonderlijke gevallen wanneer de dringende noodzakelijkheid en het belang van het Centrum zulks vereisen, kunnen de besluiten van de Raad van Bestuur ook schriftelijk worden genomen, door een meerderheid van de leden van de Raad van Bestuur mits hun met de hand geschreven en ondertekende instemmingen aan de notulen worden toegevoegd.
Deze schriftelijke procedure mag echter niet worden gevolgd voor de vaststelling van de jaarrekeningen.

Artikel 11

§ 1

Het staat de Raad van Bestuur vrij, op zijn verantwoordelijkheid, het Bureau en een afgevaardigd bestuurder een deel van zijn machten over te dragen, met uitzondering van de bevoegdheden die hem krachtens artikel 8, alinea 2 en artikel 21, worden toegekend.
Deze bevoegdheidsoverdrachten mogen enkel geschieden krachtens bijzondere en gemotiveerde beraadslagingen van de Raad van Bestuur die het voorwerp, de omvang en de beperkte duur van de aldus overgedragen bevoegdheden bepaalt. De delegaties zijn hernieuwbaar.
Elke algemene machtsoverdracht is verboden.
De Raad van Bestuur stelt een Algemeen Reglement op dat de regels vastlegt van de werking van de organen van het Centrum en namelijk degene die betrekking hebben op de Raad van Bestuur, het Bureau, de voorzitter, de afgevaardigd bestuurder, de directeur-generaal en de commissies en comités door de Raad van Bestuur opgericht.
De notulen van de vergaderingen van de Raad van Bestuur worden aan de minister die bevoegd is voor het toezicht op het Centrum en aan de leden van de Raad van Bestuur toegezonden; hiervan wordt een register gehouden.
De afschriften of uittreksels van de beraadslagingen van de Raad van Bestuur, voor gerechts- of andere doeleinden, worden getekend door de voorzitter of een vice-voorzitter en de secretaris van de Raad van Bestuur.

§ 2

De Raad van Bestuur benoemt, op gemotiveerde voordracht van de voorzitter, een afgevaardigd bestuurder uit zijn leden voor een termijn van maximum zes jaar. Deze benoeming is hernieuwbaar.
De Raad van Bestuur is ook bevoegd de afgevaardigd bestuurder te allen tijde af te zetten om wettige redenen. De bedoelde bestuurder mag niet deelnemen aan de beraadslaging van de Raad van Bestuur over zijn mogelijke afzetting maar heeft wel de mogelijkheid om gehoord te worden.
De beslissing tot benoeming of afzetting wordt genomen conform de voorschriften van het artikel 10 van de statuten.
Het mandaat van de afgevaardigd bestuurder neemt een einde bij overlijden, afzetting, ontslagneming (middels schriftelijke kennisgeving), burgerlijke onbekwaamheid en door het verstrijken van de termijn waarvoor het bedoelde mandaat werd verleend.
De afgevaardigd bestuurder waakt over de uitvoering van de beslissingen van de Raad van Bestuur en oefent de bevoegdheden uit die hem met toepassing van § 1 van dit artikel zijn overgedragen.

Artikel 12

Indien een bestuurder, rechtstreeks of onrechtstreeks, een belang heeft dat strijdig is met een beslissing of een verrichting die tot de bevoegdheid behoort van de Raad van Bestuur, moet hij dit mededelen aan de andere bestuurders voor deze een besluit neemt. Zijn verklaring, alsook de rechtvaardigingsgronden betreffende voornoemd strijdig belang moeten worden opgenomen in de notulen van de Raad van Bestuur die de beslissing moet nemen. Ingeval het Centrum een of meer commissarissen heeft benoemd, moet de betrokken bestuurder tevens de commissaris(sen) van het strijdig belang op de hoogte brengen.
Het verslag van de commissaris moet een afzonderlijke omschrijving bevatten van de vermogensrechtelijke gevolgen voor het Centrum van de besluiten van de Raad van Bestuur, ten aanzien waarvan een strijdig belang in de zin van het eerste lid bestaat.
De in het eerste lid bedoelde bestuurder mag niet deelnemen aan de beraadslaging van de Raad van Bestuur over deze verrichtingen of beslissingen, noch aan de stemming in dat verband.
De in de vorige leden vermelde procedure is niet van toepassing indien de beslissingen van de Raad van Bestuur betrekking hebben op gebruikelijke verrichtingen die plaatshebben onder de voorwaarden en tegen de zekerheden die op de markt gewoonlijk gelden voor soortgelijke verrichtingen.

Hoofdstuk II Dagelijks bestuur

Afdeling I Bureau

Artikel 13
De Raad van Bestuur kan uit zijn leden een Bureau samenstellen waarvan de voorzitter, die het Bureau voorzit, en de vice-voorzitters noodzakelijkerwijze deel uitmaken.
De Raad van Bestuur is bevoegd om, op gemotiveerde voordracht van de voorzitter, de leden van het Bureau voor een termijn van maximum zes jaar te benoemen of af te zetten. Deze benoeming is hernieuwbaar.
De bedoelde bestuurders mogen niet deelnemen aan de beraadslaging van de Raad van Bestuur over hun mogelijke afzetting uit het Bureau maar hebben wel de mogelijkheid om gehoord te worden.
De beslissing tot benoeming of afzetting wordt genomen conform de voorschriften in het artikel 10 van de statuten.

Artikel 14
De voorzitter van de Raad van Bestuur zit het Bureau voor. De afschriften of uittreksels van de beraadslagingen van het Bureau, voor gerechts- of andere doeleinden, worden getekend door de voorzitter of een vice-voorzitter en de secretaris van de Raad van Bestuur
Het mandaat van de leden van het Bureau neemt een einde bij overlijden, afzetting, burgerlijke onbekwaamheid en door het verstrijken van de termijn waarvoor het bedoelde mandaat werd verleend.

Artikel 15
Het Bureau, als orgaan van dagelijks bestuur, waakt over de uitvoering van de beslissingen van de Raad van Bestuur en oefent de bevoegdheden uit die het Bureau met toepassing van het artikel 11, § 1 zijn overgedragen. Het bereidt de vergaderingen van de Raad van Bestuur voor en zorgt ervoor dat de door de Raad van Bestuur of door het Bureau zelf getroffen beslissingen door de directeur-generaal worden uitgevoerd.

Afdeling II Directeur-generaal

Artikel 16
De Raad van Bestuur benoemt op gemotiveerde voordracht van de voorzitter en voor een termijn van maximum zes jaar, een directeur-generaal die, als orgaan van dagelijks bestuur, belast is met het uitvoeren van de door hem, door het Bureau of door een afgevaardigd bestuurder getroffen beslissingen. Deze benoeming is hernieuwbaar.
De Raad van Bestuur kan de directeur-generaal afzetten als orgaan van dagelijks bestuur, om wettige redenen, middels een met redenen omklede beslissing. De directeur-generaal is niet gerechtigd om aan een beraadslaging omtrent zijn afzetting als orgaan van dagelijks bestuur deel te nemen, maar heeft de mogelijkheid om gehoord te worden.
De beslissing tot benoeming of afzetting wordt genomen conform de voorschriften in het artikel 10 van de statuten.
De directeur-generaal beschikt over de bevoegdheden die voor de uitoefening van de hem toevertrouwde opdrachten nodig zijn.
De directeur-generaal woont de beraadslagingen van de Raad van Bestuur en van het Bureau bij met raadgevende stem.
Behoudens bijzondere en gemotiveerde beslissing van de Raad van Bestuur, is de functie van de directeur-generaal en de functie van de andere door de Raad van Bestuur benoemde personeelsleden onverenigbaar met om het even welke openbare of privé-functie of bezoldigd mandaat.
Het mandaat van de directeur-generaal neemt een einde bij overlijden, ontslagneming, burgerlijke onbekwaamheid en door het verstrijken van de termijn waarvoor het bedoelde mandaat werd verleend.

Hoofdstuk III Vertegenwoordiging

Artikel 17

§ 1

Onverminderd de algemene vertegenwoordigingsbevoegdheid van de Raad van Bestuur als college, wordt het Centrum ten aanzien van derden rechtsgeldig verbonden in alle aangelegenheden (daaronder voor de goede orde begrepen aangelegenheden van dagelijks bestuur) door het optreden van de voorzitter van de Raad van Bestuur of in geval hij verhinderd is, één van de vice-voorzitters, of in geval deze verhinderd zijn, de afgevaardigd bestuurder. Deze ondertekenaars moeten ten opzichte van derden niet het bewijs leveren van een voorafgaande beslissing van de Raad van Bestuur.

§ 2

Het Centrum wordt tevens geldig verbonden door bijzondere lasthebbers binnen de perken van hun mandaat.

Artikel 18

Onverminderd het bepaalde in artikel 17 § 1, wordt het Centrum voor de handelingen van dagelijks bestuur ten aanzien van derden eveneens rechtsgeldig verbonden door het optreden van de directeur-generaal of van bijzondere lasthebbers binnen de perken van hun mandaat.

Hoofdstuk IV Controle

Artikel 19

Het Centrum is onderworpen aan het toezicht van de minister die bevoegd is voor het toezicht op het Centrum, door tussenkomst van één of meerdere regeringscommissarissen die hij aanwijst.
Deze regeringscommissarissen wonen de vergaderingen van de Raad van Bestuur en van het Bureau van het Centrum bij met raadgevende stem. Zij hebben de meest uitgebreide bevoegdheid om hun taak uit te voeren.
De Raad van Bestuur moet worden bijeengeroepen telkens een regeringscommissaris hierom verzoekt. Elke regeringscommissaris beschikt over een termijn van acht werkdagen om beroep in te stellen tegen elke beslissing getroffen door de Raad van Bestuur of door het Bureau, zoals beschreven in art. 5 van het koninklijk besluit van 16 oktober 1991. Het beroep is opschortend.

Artikel 20

De controle op de financiële toestand, op de jaarrekeningen en op de regelmatigheid, vanuit het oogpunt van de wet en de statuten van de verrichtingen weer te geven in de jaarrekeningen, wordt opgedragen aan een commissaris, benoemd door de Raad van Bestuur uit de leden, natuurlijke of rechtspersonen, van het Instituut der Bedrijfsrevisoren.
De commissaris wordt benoemd voor een hernieuwbare termijn van drie jaar.